Besluit van 18 februari 2002 tot wijziging van het Kiesbesluit en het Tijdelijk referendumbesluit

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 januari 2002, nr. CW01/U97208;

Gelet op de Kieswet en de artikelen 49, tweede lid, en 81 tweede lid, van de Tijdelijke referendumwet;

De Raad van State gehoord (advies van 17 januari 2002, nr. W04.02.0015/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 31 januari 2002, nr. CW02/U54300.

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Kiesbesluit1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel D 3, tweede lid, wordt de zinsnede «de verzoeker die zich vóór 1 oktober 1994, dan wel of na 1 oktober 1994 buiten Nederland gevestigd heeft» vervangen door: de verzoeker die zich vóór 1 oktober 1994, dan wel op of na 1 oktober 1994 buiten Nederland heeft gevestigd.

B

Artikel G 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «De waarborgsommen, bedoeld in het tweede lid van de artikelen G 1, G 2, en G 3 van de Kieswet,» vervangen door: De waarborgsommen, bedoeld in het tweede lid van de artikelen G 1, G 2 en G 3, alsmede de waarborgsom, bedoeld in het derde lid van artikel Q 6 juncto het tweede lid van artikel G 1 van de Kieswet,.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede «welke waarborgsommen ingevolge het tweede lid van artikel G 1, G 2 of G 3 van de Kieswet moeten worden terugbetaald.» vervangen door: welke waarborgsommen ingevolge het tweede lid van artikel G 1, G 2 of G 3, dan wel ingevolge het derde lid van artikel Q 6 juncto het tweede lid van artikel G 1 van de Kieswet moeten worden terugbetaald.

C

In artikel H 2, vijfde lid, wordt het woord «Friesland» telkens vervangen door: Fryslân.

D

Artikel J 1, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De kandidatenlijsten worden ter kennis van de kiezers gebracht door deze uiterlijk op de vierde dag voor de stemming in afdruk aan het adres van de kiezers te bezorgen.

E

Artikel J 33, derde lid, komt te luiden:

  • 3. De hervatte stemming duurt tot eenentwintig uur.

F

In artikel J 41 wordt de zinsnede «het maximaal aantal werknemers» vervangen door: het maximum aantal waarnemers.

ARTIKEL II

Het Tijdelijk referendumbesluit2 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 8, derde lid, wordt de zinsnede «het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba» vervangen door: de Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen en de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wet tot wijziging van de Kieswet, houdende verlenging van de duur van de stemming tot negen uur 's avonds alsmede regeling van diverse andere onderwerpen in werking treedt (27 673). Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na het tijdstip waarop die wet in werking treedt, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het is geplaatst en werkt artikel II terug tot het tijdstip van inwerkingtreding van die wet.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 18 februari 2002

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Uitgegeven de zesentwintigste februari 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

ALGEMEEN DEEL

1. Inleiding

Naar aanleiding van de laatste verkiezingen voor de Tweede Kamer en de gemeenteraden in 1998 en de provinciale staten, de Eerste Kamer en het Europees Parlement in 1999 is gebleken dat er behoefte bestaat aan uitbreiding en wijziging van enkele in de Kieswet neergelegde bepalingen. In het wetsvoorstel tot wijziging van de Kieswet, houdende verlenging van de duur van stemming tot negen uur 's avonds alsmede regeling van diverse andere onderwerpen (Kamerstukken I 27 673) wordt hier uitvoering aangegeven. Als gevolg hiervan dienen in het Kiesbesluit en het Tijdelijk referendumbesluit ook enkele kleine technische wijzigingen opgenomen te worden. De belangrijkste inhoudelijke wijziging betreft het Kiesbesluit. Deze houdt in dat de kandidatenlijsten weer verplicht aan het huisadres van de kiezer bezorgd moeten worden. Hieronder wordt ingegaan op dit onderwerp. Voor zover noodzakelijk worden de overige, technische aanpassingen in de artikelsgewijze toelichting nader toegelicht.

De Kiesraad heeft advies uitgebracht bij het wetsvoorstel tot wijziging van de Kieswet, houdende verlenging van de duur van stemming tot negen uur 's avonds alsmede regeling van diverse andere onderwerpen, waar onderhavig besluit grotendeels uit voortvloeit. De Kiesraad is daarom niet afzonderlijk om advies gevraagd over dit besluit.

2. Toezenden van kandidatenlijsten aan het huisadres van de kiezer

Onder de huidige bepaling in het Kiesbesluit hebben gemeentebesturen de mogelijkheid de kandidatenlijst dan wel in afdruk aan het adres van de kiezer te bezorgen dan wel in één of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente worden verspreid, te publiceren. In de praktijk betekent dit dat veel kiezers de kandidatenlijst niet op hun adres ontvangen, maar uit de krant de inhoud van de kandidatenlijst moeten vernemen. In sommige gemeenten vindt de verspreiding plaats door middel van een wekelijks verschijnend gratis nieuwsblad. In veel gevallen wordt een dergelijk nieuwsblad door advertenties bekostigd. In dat geval wordt het blad op dezelfde manier behandeld als commerciële reclame. Kiezers die een sticker op de brievenbus hebben geplakt dat zij geen ongevraagde commerciële reclame in de brievenbus wensen, ontvangen ook het nieuwsblad met daarin de publicatie van de kandidatenlijsten niet. Ook is het voorgekomen dat een provinciebestuur volstaan heeft met publicatie van de kandidatenlijsten in een commercieel dagblad; dientengevolge hebben alleen de dagbladabonnees kennis kunnen nemen van de publicatie. De bekendmaking van de kandidatenlijsten laat derhalve soms zeer te wensen over. In de nota «Ontwikkelingen in het kiesrecht» van mijn ambtsvoorganger aan de voorzitter van de Tweede Kamer van 1 september 19991 is aangegeven dat er op dit punt de nodige verbeteringen kunnen worden aangebracht. Aangegeven is dat de meest vergaande zou zijn om in artikel J 1 van het Kiesbesluit voor te schrijven dat de kandidatenlijst naar het adres van de kiezer wordt gezonden.

In een algemeen overleg dat mijn ambtsvoorganger op 24 november 19992 gevoerd heeft met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het kiesrecht, hebben verschillende leden van de commissie eveneens aangeven dat de kiezer vaak niet bekend is met de kandidatenlijsten. Dit komt naar de mening van die leden onder meer doordat de kandidatenlijsten niet alle kiezers bereiken. Aangegeven werd dat het beter zou zijn de kandidatenlijsten tegelijk met de oproepingskaarten naar het adres van de kiezer te sturen.

Ik acht het van groot belang dat alle kiezers tijdig voor de stemming kennisnemen van de kandidatenlijsten en op grond daarvan hun keuze bepalen. Het kiesproces dient de kiezer in de gelegenheid te stellen om op evenwichtige wijze zijn keuze te bepalen. Tijdige kennisneming van de kandidatenlijst is daarbij van essentieel belang. Mijn ambtsvoorganger heeft tijdens het eerder genoemd Algemeen Overleg ook toegezegd, dat bevorderd zou worden dat de kandidatenlijsten naar de adressen van de kiezers worden gestuurd.

Het staat de gemeentebesturen uiteraard vrij om naast de toezending van de kandidatenlijsten aan het adres van de kiezer de kandidatenlijsten eveneens te publiceren in dag- en nieuwsbladen die in de gemeente worden verspreid.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A

Dit onderdeel betreft een kleine technische aanpassing.

Onderdeel B

In de wijziging van de Kieswet houdende verlenging van de duur van stemming alsmede regeling van verschillende andere onderwerpen, wordt voorgesteld een apart register van aanduidingen in te stellen ten aanzien van politieke groeperingen die hun aanduiding uitsluitend ten aanzien van de Eerste-Kamerverkiezingen willen laten registreren. Voor de registratie van deze aanduiding dient een waarborgsom van f 1000,– (450 euro) te worden voldaan. Artikel G 1 van het Kiesbesluit regelt de betaling en de terugbetaling van de waarborgsommen voor de verschillende registraties van aanduidingen. Dit artikel is aangepast in die zin, dat het ook handelt over betaling en terugbetaling van de waarborgsom ten aanzien van de registratie van een aanduiding van een politieke groepering uitsluitend voor de Eerste-Kamerverkiezingen.

Onderdeel C

Dit onderdeel betreft een technische aanpassing van artikel H 2, vijfde lid van het Kiesbesluit.

De provincienaam Friesland is bij provinciaal besluit van 13 december 1995 veranderd in Fryslân. Deze aanpassing was ten onrechte nog niet doorgevoerd in de Kieswet en het Kiesbesluit.

Wel was reeds bepaald dat indien het een verkiezing van gemeenteraad of provinciale staten in Friesland betreft, aanduidingen op de kandidatenlijst in de Friese taal mogen worden vermeld. Het feit dat in dit artikel nog de oude naam Friesland wordt gebezigd en dat kieskring 2 nog werd aangeduid met de oude naam Friesland, hebben daaraan niet in de weg gestaan.

Onderdeel D

Voor een toelichting op dit onderdeel wordt verwezen naar paragraaf 2 van de nota van toelichting

Onderdeel E

In de wijziging van de Kieswet houdende verlenging van de duur van stemming alsmede regeling van diverse andere onderwerpen (kamerstukken 27 673) wordt voorgesteld de duur van de stemming met een uur te verlengen tot negen uur 's avonds. In artikel J 33 van het Kiesbesluit wordt gesproken over de hervatting van een geschorste stemming. In geval van hervatting van de stemming na een schorsing als bedoeld in artikel J 27 van het Kiesbesluit, dient de hervatte stemming te duren tot het moment dat ingevolge de Kieswet de stemming duurt, te weten eenentwintig uur. Artikel J 33 is overeenkomstig aangepast.

Onderdeel F

Dit onderdeel betreft een kleine technisch aanpassing.

Artikel II

In het voorstel tot wijziging van de Kieswet, houdende verlenging van de duur van stemming alsmede regeling van diverse andere onderwerpen wordt voorzien in een overdracht van taken ten aanzien van kiesgerechtigde Nederlanders die in de Nederlandse Antillen of in Aruba wonen van het Kabinet van de Gouverneur in de Nederlandse Antillen en in Aruba aan de Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen en in Aruba. Deze overdracht van taken geldt ook ten aanzien van werkzaamheden voortvloeiend uit de Tijdelijke referendumwet. Onderhavige wijziging voorziet in de overdracht van deze taken aan de Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen en in Aruba.

Artikel III

In dit artikel wordt voorzien in de inwerkingtreding van dit besluit. Het besluit treedt gelijktijdig in werking met de inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Kieswet, houdende verlenging van de duur van stemming tot negen uur 's avonds alsmede regeling van diverse andere onderwerpen in werking. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, later wordt uitgegeven dan het tijdstip waarop bovengenoemde wet in werking treedt, dan treedt het besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het besluit is geplaatst. Artikel II, waarin geregeld is dat de taken ten aanzien van kiesgerechtigde Nederlanders die in de Nederlandse Antillen of in Aruba wonen, worden overgedragen van het Kabinet van de Gouverneur in de Nederlandse Antillen en in Aruba aan de Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen en in Aruba, werkt terug tot het tijdstip van inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Kieswet, houdende verlenging van de duur van stemming tot negen uur 's avonds alsmede regeling van diverse andere onderwerpen. Hiermee wordt bewerkstelligd dat de overdracht van taken gelijktijdig plaats vindt voor werkzaamheden voortvloeiend uit de Kieswet en voortvloeiend uit de Tijdelijke referendumwet.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries


XNoot
1

Stb. 1989, 471, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 10 september 2001, Stb. 423.

XNoot
2

Stb. 2001, 389.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

XNoot
1

TK 1998–1999, 26 200 VII, nr. 61.

XNoot
2

TK 1999–2000, 26 800 VII en 26 833, nr. 28.

Naar boven