Besluit van 16 december 2002 tot wijziging van het Besluit subsidies niet-fysieke stadseconomie grote steden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 25 oktober 2002, nr. WJZ 02051856;

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

De Raad van State gehoord (advies van 14 november 2002, nr. W.10.02.0470/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 11 december 2002, nr. WJZ 02057521;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De bij het Besluit subsidies niet-fysieke stadseconomie grote steden1 behorende bijlage 1 wordt vervangen door de bij dit besluit behorende bijlage 1.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 16 december 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

J. G. Wijn

Uitgegeven de dertigste december 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Het Rijk en de – vijfentwintig – grote steden hebben in het kader van het grotestedenbeleid op 20 december 1999 convenanten afgesloten (deze gemeenten zijn genoemd in bijlage 1 bij het Besluit subsidies niet-fysieke stadseconomie grote steden). Met deze convenanten werd een meerjarige subsidieverlening in het vooruitzicht gesteld ten behoeve van zowel de fysieke als de niet-fysieke stadseconomie in het kader van de uitvoering van meerjarige ontwikkelingsprogramma's die als bijlage aan de convenanten zijn gehecht. Deze ontwikkelingsprogramma's hebben een looptijd tot en met 2004.

Het EZ-budget voor fysieke stadseconomie is in het kader van de Wet stedelijke vernieuwing ingebracht in het Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV) en gebundeld met de middelen die het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ter beschikking staan. De subsidieverlening ten behoeve van de niet-fysieke stadseconomie geschiedt rechtstreeks ten laste van de EZ-begroting, op grond van het Besluit subsidies niet-fysieke stadseconomie grote steden.

Aanvankelijk is ervoor gekozen om de voorschotten in de periode 2000 tot en met 2005 betaalbaar te stellen. Thans blijkt het mogelijk met voorschotverstrekking over de jaren 2000 tot en met 2004 aan te sluiten bij de looptijd van de ontwikkelingsprogramma's. Het voorliggende besluit houdt in dat de voorschotbedragen van de tabel voor het jaar 2005 zijn toegevoegd aan de voorschotbedragen van de tabel voor het jaar 2002. Met het versnellen van het betalingsritme wordt de samenhang tussen de uitvoering van het ontwikkelingsprogramma en de daarvoor ter beschikking gestelde subsidie beter zichtbaar. De uitvoering van het ontwikkelingsprogramma dient in 2004 te zijn voltooid en de aanvraag tot vaststelling van de subsidie dient, voorzien van een verantwoordingsverslag, uiterlijk 1 juli 2005 te zijn ingediend.

In het voorliggende besluit is van overgangsrecht afgezien omdat daaraan geen behoefte bestaat. De voorschotbedragen veranderen namelijk pas vanaf het jaar 2002 en kunnen dus met onmiddellijke ingang worden toegepast.

De wijziging van het voorschotritme heeft overigens geen betrekking op de vijf gemeenten waarmee in het kader van het Investeringsbudget stedelijke vernieuwing op 21 december 1999 separaat convenanten zijn afgesloten (dit zijn de gemeenten die zijn genoemd in bijlage 2 bij het Besluit niet-fysieke stadseconomie grote steden). Voor deze groep gemeenten gold altijd al dat de voorschotten zouden worden verstrekt in de jaren 2000 tot en met 2003.

De zakelijke inhoud van het voorgenomen besluit is bij brieven van

13 november 2002 meegedeeld aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

J. G. Wijn

BIJLAGE 1

Euro's (bedragen *€1000,-)
 SubsidiebedragVoorschot 2000Voorschot 2001Voorschot 2002Voorschot 2003Voorschot 2004
Amsterdam11610,638363989,6186431057,2762153382,0632783222,5805572959,099216
Den Haag6785,438647578,348558617,8886971976,5304871883,3263001729,343698
Rotterdam8795,937810749,711093800,9668292562,1691502441,3489072241,741830
Utrecht3719,425131317,020691338,6945451083,4315271032,341824947,936545
Almelo402,10001434,27250736,615626117,127733111,604521102,479627
Arnhem1156,03754198,533458105,269926336,742232320,862999294,628926
Breda1256,562544107,101585114,423833366,024165348,764130320,248833
Deventer502,62501842,84063445,769533146,409666139,505652128,099533
Dordrecht753,93752764,26095168,654300219,614499209,258478192,149300
Eindhoven1457,612552124,237838132,731646278,588030404,566390371,488646
Enschede954,98753481,39720486,962113278,178365265,060738243,389113
Groningen1859,712566158,510345169,347273541,715763516,170912473,968273
Haarlem1407,350050119,953775128,154693409,947063390,615825358,678693
Heerlen653,41252355,69282459,500393190,332565181,357347166,529393
Helmond402,10001434,27250736,615626117,127733111,604521102,479627
Hengelo502,62501842,84063445,769533146,409666139,505652128,099533
Hertogenbosch1156,03754198,533458105,269926336,742232320,862999294,628926
Leeuwarden703,67502559,97688864,077346204,973532195,307913179,339346
Leiden904,72503277,11314182,385160263,537399251,110173230,579160
Maastricht1055,51253789,96533196,116019307,460298292,961869269,009020
Nijmegen1256,562544107,101585114,423833366,024165348,764130320,248833
Schiedam603,15002151,40876154,923440175,691599167,406782153,719440
Tilburg1306,825046111,385648119,000786380,665131362,714695333,058786
Venlo452,36251638,55657141,192580131,768690125,555087115,289580
Zwolle603,15002151,40876154,923440175,691599167,406782153,719440

XNoot
1

Stb. 2001, 282.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven