Besluit van 17 december 2002 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele bepalingen van de Arbeidsomstandighedenwet 1998

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte, van 13 december 2002, Directie Arbeidsveiligheid en -gezondheid, nr. A&G/W&O/02 94419;

Gelet op artikel 65 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De artikelen 2 en 16, vierde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 treden in werking met ingang van 1 januari 2003.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 17 december 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

Uitgegeven de dertigste december 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit strekt tot vaststelling van het tijdstip waarop de artikelen 2 en 16, vierde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 in werking treden. Bij wet van 30 oktober 1997, Stb. 536, tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) en de Wet op de gevaarlijke werktuigen in verband met uitbreiding van het toepassingsgebied tot de mijnbouwsector, is de in artikel 2, zevende lid, onderdelen a en b, Arbowet opgenomen uitzondering voor de mijnbouwsector geschrapt en is het bij of krachtens de Arbowet bepaalde mede van toepassing verklaard op arbeid, verricht bij een verkennings- of opsporingsonderzoek of het winnen van delfstoffen als bedoeld in de Mijnwet continentaal plat. Tevens werd voorzien in de mogelijkheid om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen dat de wet en de daarop rustende bepalingen geheel of gedeeltelijk niet van toepassing zijn op de mijnbouwsector of ten aanzien van die sector regels te stellen die afwijken van of strekken ter aanvulling van de wet en daarop rustende bepalingen. Deze wetswijziging is, in afwachting van een daarvoor noodzakelijke wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) en van de op de mijnwetgeving gebaseerde mijnreglementen, nog niet in werking getreden, maar is indertijd al wel in de Arbeidsomstandighedenwet 1998 (Arbowet 1998) verwerkt (artikelen 2, onderdeel a, en 16, vierde lid, onderdelen d en e). Een en ander in samenhang met de regeling van de overige andere sectoren.

Destijds is bij de voorbereiding van het wetsvoorstel van de Arbowet 1998 aangenomen dat de wetswijziging tegen die tijd dat de nieuwe Arbowet 1998 tot stand zou komen, in werking zou zijn getreden. Dit laatste is echter niet het geval. De aanpassing van de mijnreglementen is onderdeel gaan uitmaken van de integrale herziening van de mijnwetgeving en in dat kader gekoppeld aan de totstandkoming van de nieuwe Mijnbouwwet. De nieuwe Mijnbouwwet treedt in werking op 1 januari 2003. Als gevolg van het onderhavige besluit wordt op genoemde datum de uitzonderingspositie van de mijnbouwsector opgeheven. Een en ander brengt met zich mee dat de Arbowet 1998 met ingang van genoemde datum van toepassing is op de mijnbouwsector.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

Naar boven