Besluit van 6 december 2002 ter actualisatie van de lijsten I en II van de Opiumwet bij de inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Opiumwet (Stb. 2002, 520)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 oktober 2002, GMT/BMC 2307074, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Justitie;

Gelet op artikel 3a, eerste lid, van de Opiumwet;

De Raad van State gehoord (advies van 31 oktober 2002, nummer W13.02 0442/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 december 2002, GMT/BMC 2335195, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Lijst I behorende bij de Opiumwet1 wordt gewijzigd als volgt:

1. De regels:

«-alfa-methylfentanylN-[1[(alfa-methylfenethyl)-4-piperidyl]propionanilide
 alfa-methylthiofentanylN-[1-[1-methyl-2-(2-thienyl)ethyl]-4-piperidyl]propiona nilide»

worden verplaatst en worden geplaatst direct na:

«alfamethadol- » . 

2. De regel:

«-2C-B4-bromo-2,5-dimethoxyfenetylamine»

wordt verplaatst en wordt geplaatst direct na:

«cathinon- » . 

3. Na:

«-para-methoxyam- fetamine, PMAp-methoxy-alfa-methylfenethylamine»

wordt toegevoegd:

«–para-methoxymeth- amfetamine, PMMAN-methyl-1-(4-methoxyfenyl)-2-aminopropaan» .

4. De regel:

«-PEPAP1-fenethyl-4-fenyl-4- piperidinolacetaat (ester)»

wordt verplaatst en wordt geplaatst direct na:

«-para-methoxymeth- amfetamine, PMMAN-methyl-1-(4-methoxyfenyl)-2-aminopropaan».

5. «Piminodine» wordt vervangen door: piminodine.

6. «Piritramide» vervangen door: piritramide.

Artikel 2

Lijst II behorende bij de Opiumwet wordt gewijzigd als volgt:

1. Na:

«Hennepelk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden»

wordt toegevoegd:

 4-hydroxyboterzuur. 

2. Na:

«vinylbital- » . 

wordt toegevoegd:

zolpidem- . 

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 13 juli 2002 tot wijziging van de Opiumwet (Stb 2002, 520) in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 6 december 2002

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. J. de Geus

Uitgegeven de drieëntwintigste december 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Bij de Wet van 13 juli 2002 tot wijziging van de Opiumwet (Stb. 2002, 520) zijn de lijsten I en II van de Opiumwet opnieuw vastgesteld. Door middel van deze lijsten zijn de middelen aangewezen waarvoor de verboden van de artikelen 2 en 3 van de wet gelden. Na de aanvaarding van het desbetreffende wetsvoorstel door de Tweede Kamer, doch voor de inwerkingtreding van de wetswijziging, zijn nog enkele middelen, te weten 4-hydroxyboterzuur, zolpidem en para-methoxymethamfetamine, onder de werking van de Opiumwet gebracht. Door de wetswijziging ontvalt aan het besluit van 26 juli 2002, houdende aanwijzing van middelen op grond van artikel 2, tweede lid, van de Opiumwet alsmede wijziging van lijst II, behorend bij de Opiumwet op grond van artikel 3, tweede lid, van die wet (Stb. 2002, 438) de rechtsgrond. Het onderhavige besluit voorziet in een nieuwe rechtsgrond, door de genoemde middelen op de lijsten van de wet te plaatsen.

De wetgever beoogt met de hernieuwde vaststelling van beide lijsten de kenbaarheid te vergroten, onder meer door niet langer een groot aantal onderverdelingen te hanteren, en stelt in de plaats daarvan slechts twee lijsten met een doorlopende alfabetische volgorde. Het is echter gebleken dat niet alle stoffen op de juiste alfabetische plaats staan. Dat gebeurt nu bij dit besluit.

Actal-toets

Het onderhavige besluit leidt tot aanpassing van de lijsten van de Opiumwet overeenkomstig het vorengenoemde en reeds in werking getreden besluit. Er is dan ook geen sprake van toe- of afname van administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Artikel 1 strekt ertoe het middel para-methoxymethamfetamine op lijst I op te nemen. Voorts wordt de alfabetische volgorde van lijst I aangepast.

Artikel 2

Op grond van dit artikel worden de middelen 4-hydroxyboterzuur en zolpidem op lijst II geplaatst.

Artikel 3

Bij het Besluit van 26 juli 2002, houdende aanwijzing van middelen op grond van artikel 2, tweede lid, van de Opiumwet alsmede wijziging van lijst II, behorende bij de Opiumwet op grond van artikel 3, tweede lid van die wet (Stb 2002,438) zijn de stoffen 4-hydroxyboterzuur en zolpidem op lijst II, behorende bij de Opiumwet, geplaatst. Het besluit van 26 juli 2002 bevat een overgangsregeling die inhoudt dat laatstgenoemd besluit niet eerder dan 1 februari 2003 in werking treedt voor die twee stoffen indien deze industrieel worden vervaardigd en uitsluitend als geneesmiddel worden voorgeschreven op recept.

Het tijdstip van inwerkingtreding van het onderhavige besluit is gekoppeld aan dat van de Wet van 13 juli 2002 tot wijziging van de Opiumwet (Stb. 2002, 520). De inwerkingtreding van die wet zal niet eerder 1 februari 2003 plaatsvinden. In verband met een en ander zal er in het onderhavige besluit geen overgangsregeling nodig zijn voor de stoffen 4-hydroxyboterzuur en zolpidem indien industrieel vervaardigd en uitsluitend als geneesmiddel voorgeschreven op recept.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. J. de Geus


XNoot
1

Stb. 1976, 425, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 juli 2002, Stb. 520.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven