Besluit van 25 januari 2002 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikelen en onderdelen van de wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 681)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 22 januari 2002, nr. WJZ/2002/2594 (6106), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel XXX van de wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 681);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel III, onderdelen A en B en onderdeel E, artikel 103b, zevende lid, alsmede de artikelen VI, VII, VIII, IX, XI, XIA, XII, XIV, XXVII en XXIX van de wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 681) treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel IX, onderdeel B, uitsluitend in werking treedt voor scholen als bedoeld in deel I van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 januari 2002

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

Uitgegeven de zevende februari 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven