Besluit van 28 oktober 2002, houdende de herindeling
van de ministeriële taak met betrekking tot het verstrekken van rijksbijdragen
aan gemeenten ten behoeve van de inburgering van nieuwkomers en oudkomers
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken
d.d. 23 oktober 2002, nr. 02M442187;
Gelet op artikel 44 van de Grondwet;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Onze Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie wordt belast met het
aan de gemeenten verstrekken van een rijksbijdrage als bedoeld in artikel
2.3.1., tweede lid, van de Wet educatie beroepsonderwijs voorzover deze taak
voor 1 januari 2003 was opgedragen aan Onze Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschappen.
Artikel 2
Onze Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie wordt belast met het
aan de gemeenten toekennen van een rijksbijdrage als bedoeld in artikel 16
van de Wet Inburgering nieuwkomers voorzover deze taak voor 1 januari 2003
was opgedragen aan Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Artikel 3
Onze Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie wordt met ingang van
1 januari 2005 belast met het aan de gemeenten toekennen van een rijksbijdrage
ten behoeve van de inburgering van oudkomers voorzover deze taak voordien
was opgedragen aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Artikel 4
De taken van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van het Ministerie van
Justitie worden dienovereenkomstig gewijzigd.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.
Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken en Onze Ministers
van Justitie, voor Vreemdelingenzaken en Integratie, van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschappen en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn belast met
de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbijbehorende nota van toelichting
in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden
aan de Hoge Colleges van Staat, de ministerraad, de Gevolmachtigde Ministers
van de Nederlandse Antillen en van Aruba en de ministeries.
's-Gravenhage, 28 oktober 2002
Beatrix
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
J. P. Balkenende
Uitgegeven de veertiende november 2002
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan het besluit van de Ministerraad
van 20 september over de bundeling van de specifieke budgetten voor inburgering.
Voor inwerkingtreding van dit besluit was het budget voor de uitvoering van
de Wet inburgering nieuwkomers ondergebracht bij het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het budget
voor de uitvoering van het gemeentelijke oudkomersbeleid (artikel 9.3 van
de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) was ondergebracht
bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze budgetten
worden op 1 januari 2003 respectievelijk 1 januari 2005 ondergebracht bij
de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.
Artikel 44 van de Grondwet geeft de Kroon de grondwettelijke bevoegdheid
om ministeries in te stellen en taken tussen ministeries te verdelen en, zoals
in dit geval, te herverdelen. Deze grondwettelijke bevoegdheid zou zijn zin
verliezen indien deze niet tevens betrekking zou hebben op het, zonder tussenkomst
van de formele wetgever, overbrengen van wettelijke taken naar een ander ministerie.
In het geval de overdracht van bevoegdheden aan een andere bewindspersoon
nadien bij wet wordt bevestigd, betekent dit niet dat desbetreffende bevoegdheden
eerst na die wetswijziging zijn overgegaan (Afdeling Bestuursrechtspraak Raad
van State, 10 oktober 2001, AB 2001, 352).
De organisatorische aspecten van de overgang van de verantwoordelijkheid
zullen nader worden uitgewerkt in overleg tussen de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
de Minister van Justitie en de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
J. P. Balkenende