Wet van 31 oktober 2002 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met verhoging van het maximale aantal advocaten-generaal bij de Hoge Raad

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het aantal advocaten-generaal bij de Hoge Raad dat volgens de wet ten hoogste kan worden benoemd, te verhogen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de rechterlijke organisatie1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 113, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Het parket bij de Hoge Raad bestaat uit een procureur-generaal, een plaatsvervangend procureur-generaal, ten hoogste tweeëntwintig advocaten-generaal en ten hoogste elf advocaten-generaal in buitengewone dienst.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 31 oktober 2002

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de twaalfde november 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 2002, 1, gewijzigd bij de wet van 30 januari 2002, Stb. 65.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2001/2002, 28 322.

Handelingen II 2002/2003, blz. 309.

Kamerstukken I 2002/2003, 28 322 (23).

Handelingen I 2002/2003, zie vergadering d.d. 29 oktober 2002.

Naar boven