Besluit van 1 november 2002 betreffende de ontbinding
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
en van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 november
2002, CW02/U92850;
Gelet op artikel 64 van de Grondwet en artikel F 2 van de Kieswet;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
De Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt ontbonden op donderdag 30 januari
2003 op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip.
Artikel 2
De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal vindt plaats op dinsdag 10 december 2002.
Artikel 3
De eerste samenkomst van de nieuw gekozen Tweede Kamer vindt plaats op
donderdag 30 januari 2003 op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer
te bepalen tijdstip.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast
met de uitvoering van dit besluit, dat met de nota van toelichting in het
Staatsblad en in de Staatscourant zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 1 november 2002
Beatrix
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
J. P. Balkenende
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes
Uitgegeven de zevende november 2002
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Het sinds 16 oktober 2002 demissionaire kabinet heeft de taak al datgene
te doen wat het in het belang van het Koninkrijk noodzakelijk acht, en heeft
op 21 oktober 2002 van Hare Majesteit de Koningin het aanvullende verzoek
gekregen vervroegde verkiezing van de Tweede Kamer uit te schrijven. De vervroegde
verkiezing zal plaatsvinden op 22 januari 2003. Deze datum doet recht
aan het uitgangspunt dat de verkiezing zo spoedig mogelijk plaatsvindt, maar
tevens aan het uitgangspunt dat nieuwe partijen in de gelegenheid gesteld
moeten worden hun aanduiding voor de komende verkiezing te registreren.
Krachtens artikel F 2 van de Kieswet vindt in geval van ontbinding van
de Tweede Kamer de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de
nieuwe kamer plaats binnen veertig dagen na dagtekening van het koninklijk
besluit tot ontbinding op een bij dat besluit te bepalen dag.
De dag van kandidaatstelling voor de verkiezing van de Tweede Kamer is
in het besluit gesteld op dinsdag 10 december 2002. Uit het bepaalde in artikel
J 1, eerste lid, van de Kieswet volgt dat de dag van stemming dan zal vallen
op woensdag 22 januari 2003. Het tijdstip waarop de ontbinding ingaat,
is overeenkomstig bepalingen van de Kieswet op de achtste dag na de dag van
stemming bepaald, te weten donderdag 30 januari 2003 op een door de voorzitter
van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
J. P. Balkenende
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes