Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2002, 520 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2002, 520 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Opiumwet te wijzigen ten einde: het verlofstelsel te vervangen door een ontheffingenstelsel en de handhaving daarvan te verbeteren, regels te stellen met betrekking tot de productie van hennep voor geneeskundige en wetenschappelijke doelen, de mogelijkheid te scheppen om ontheffingen met betrekking tot bewustzijnsbeïnvloedende middelen te weigeren of in te trekken indien er sprake is van het risico dat daarmee strafbare feiten zullen worden gepleegd alsmede enige andere wijzigingen aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Opiumwet1 wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder schrapping van de punt aan het eind door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. Gemeenschappelijk optreden: het Gemeenschappelijk Optreden nr. 97/396/JBZ van 16 juni 1997 vastgesteld door de Raad van de Europese Unie op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de informatie-uitwisseling, risicoanalyse en controle van nieuwe synthetische drugs (PbEG L 167).
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:
Het is verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid:.
2. Het tweede, derde en vierde lid vervallen onder schrapping van het cijfer 1 vóór het eerste lid.
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:
Het is verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid:.
2. Het tweede lid vervalt onder schrapping van het cijfer 1 voor het eerste lid.
Artikel 3a komt te luiden:
1. Bij algemene maatregel van bestuur worden aan de bij deze wet behorende lijst I of lijst II middelen toegevoegd indien deze onder de werking van het Enkelvoudig Verdrag of het Psychotrope Stoffen Verdrag worden gebracht of uit hoofde van de uit het Gemeenschappelijk optreden voortvloeiende verplichting onder de werking van deze wet dienen te worden gebracht. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen van lijst I of II middelen worden geschrapt indien deze aan de werking van de in de eerste volzin bedoelde verdragen worden onttrokken dan wel indien de in die volzin bedoelde verplichting uit hoofde van het Gemeenschappelijk optreden komt te vervallen.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen aan lijst I of lijst II middelen worden toegevoegd indien is gebleken dat deze het bewustzijn van de mens beïnvloeden en bij gebruik door de mens kunnen leiden tot schade aan zijn gezondheid en schade voor de samenleving.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden middelen die krachtens het tweede lid zijn toegevoegd, van lijst I of lijst II geschrapt indien is gebleken dat zij de in het tweede lid bedoelde eigenschappen niet of niet meer bezitten.
4. Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, wordt niet vastgesteld dan nadat vier weken zijn verstreken nadat het ontwerp van de maatregel is overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal en binnen die termijn niet door of namens een van beide Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het in het ontwerp van de maatregel geregelde onderwerp wordt geregeld bij wet.
5. Indien naar het oordeel van Onze Minister handelingen als bedoeld in artikel 2 of 3 ten aanzien van een middel onverwijld moeten worden verboden en de totstandkoming van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste of tweede lid niet kan worden afgewacht, kan het middel daartoe bij ministeriële regeling worden aangewezen. Onze Minister draagt ervoor zorg dat tegelijk met de vaststelling van deze ministeriële regeling het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur met dezelfde inhoud ter beoordeling aan de ministerraad wordt aangeboden. De ministeriële regeling blijft, behoudens eerdere intrekking, van kracht totdat de algemene maatregel van bestuur waarbij het betreffende middel wordt aangewezen in werking treedt, doch uiterlijk tot een jaar na het inwerkingtreden van de regeling.
Na Artikel 3b wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen middelen en toepassingen worden aangewezen waarvoor een in artikel 2 of 3 omschreven verbod geheel of ten dele niet geldt.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot middelen als bedoeld in lijst I of II regels worden gesteld om naleving van de bepalingen van het Enkelvoudig Verdrag of het Psychotrope Stoffen Verdrag te verzekeren of om misbruik van die middelen te voorkomen.
Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «artikel 2, eerste lid, of 3,» vervangen door «lijst I of II» en wordt «artikel 2, derde lid» vervangen door «artikel 3a, vijfde lid».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het bestellen van een middel als bedoeld in lijst I of II, door:
a. beroepsbeoefenaren als bedoeld in artikel 5, eerste lid,
b. instellingen en personen als bedoeld in artikel 5, tweede lid en derde lid, en
c. houders van een ontheffing als bedoeld in artikel 6,
geschiedt met inachtneming van bij ministeriële regeling vastgestelde voorschriften.
3. In het derde lid wordt «de artikelen 2 en 3» vervangen door: lijst I en II.
4. Het vierde lid vervalt.
De artikelen 5 tot en met 8 worden vervangen door:
1. Bij algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gesteld ter zake van het afleveren van krachtens artikel 4 aangewezen middelen. Onverminderd deze algemene maatregel van bestuur, is het verbod op het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren of aanwezig hebben van een middel bedoeld in lijst I of II, niet van toepassing op:
a. apothekers en apotheekhoudende artsen indien zij krachtens artikel 4, eerste lid, aangewezen middelen voor geneeskundige doeleinden bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren of aanwezig hebben en deze werkzaamheden geschieden binnen de normale beroepsuitoefening;
b. dierenartsen, indien zij de krachtens artikel 4 aangewezen middelen voor diergeneeskundige doeleinden verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren of aanwezig hebben.
2. De verboden inzake het verstrekken, vervoeren of aanwezig hebben van middelen als bedoeld in lijst I of II, zijn voorts niet van toepassing op daartoe bij algemene maatregel van bestuur aangewezen instellingen en op hen die de desbetreffende middelen in de aanwezige hoeveelheid tot uitoefening van de geneeskunst, de tandheelkunde of de diergeneeskunde, dan wel voor eigen geneeskundig gebruik behoeven of krachtens wettelijk voorschrift in voorraad moeten hebben en langs wettige weg hebben verkregen.
3. Voorts kunnen, indien een noodtoestand als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden is afgekondigd, bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister, andere instellingen of personen dan die, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden aangewezen voor wie de verboden inzake het verstrekken, vervoeren of aanwezig hebben van middelen als bedoeld in lijst I of II, niet van toepassing zijn. Deze aanwijzing kan worden beperkt tot bepaalde gebieden en bepaalde middelen. Voorts kunnen aan de aanwijzing nadere voorschriften worden verbonden. De aanwijzing vervalt van rechtswege indien de noodtoestand wordt beëindigd, en kan voorts worden ingetrokken bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister.
4. De verboden inzake het vervoeren of aanwezig hebben zijn bovendien niet van toepassing op hen die de middelen vervoeren of daartoe aanwezig hebben in opdracht van degene die tot zodanig vervoer bevoegd is.
1. Onze Minister kan, met inachtneming van artikel 8i, eerste lid, ontheffing verlenen van een verbod als bedoeld in artikel 2 of 3. Hij kan voorts een ontheffing verlengen, wijzigen, aanvullen of intrekken.
2. Een ontheffing of een verlenging daarvan wordt verleend voor ten hoogste vijf jaren, met dien verstande dat een ontheffing van een verbod als bedoeld in artikel 2, onder A, of artikel 3, onder A, wordt verleend per geval en voor ten hoogste zes maanden.
3. Onze Minister stelt de aanvrager van een ontheffing of van een verlenging daarvan binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag in kennis van zijn beslissing.
1. Voor de behandeling van een aanvraag voor een ontheffing of een wijziging, aanvulling of verlenging daarvan, kan een vergoeding worden geheven. Voor de behandeling van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 8i, tweede lid, is geen vergoeding verschuldigd.
2. Voor een ontheffing kan jaarlijks een vergoeding worden geheven. Het eerste lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de jaarlijkse vergoeding.
3. De hoogte van de vergoedingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt bij ministeriële regeling vastgesteld en kan per categorie van ontheffing verschillend worden vastgesteld. Indien een ontheffing voor een periode korter dan een jaar geldt, wordt de vergoeding, bedoeld in het tweede lid, naar evenredigheid op een lager bedrag vastgesteld.
1. Een ontheffing kan slechts worden verleend of verlengd indien de aanvrager ten genoegen van Onze Minister heeft aangetoond:
a. dat daarmee het belang van de volksgezondheid of dat van de gezondheid van dieren wordt gediend;
b. deze nodig te hebben voor het verrichten van wetenschappelijk of analytisch-chemisch onderzoek dan wel voor instructieve doeleinden, voor zover het belang van de volksgezondheid zich hier niet tegen verzet, of
c. deze nodig te hebben voor het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2 of 3 krachtens een overeenkomst met:
1°. een ander aan wie krachtens artikel 6, eerste lid, een ontheffing is verleend;
2°. een apotheker of apotheekhoudende arts;
3°. een dierenarts;
4°. een instelling of persoon, aangewezen krachtens artikel 5, tweede of derde lid;
5°. een houder van een in een ander land verleende vergunning of ontheffing om de desbetreffende middelen in dat land in te voeren, voor zover het belang van de volksgezondheid zich hier niet tegen verzet.
2. Een ontheffing kan voorts worden verleend of verlengd indien de aanvrager deze nodig heeft voor het telen van cannabis krachtens een overeenkomst met Onze Minister.
1. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden om naleving van de bepalingen van het Enkelvoudig Verdrag en het Psychotrope Stoffen Verdrag en de bij of krachtens deze wet gestelde voorschriften te verzekeren, of om misbruik van een middel als bedoeld in lijst I of II te voorkomen.
2. In de ontheffing wordt ten minste vermeld:
a. voor welke van de verboden, bedoeld in artikel 2 of 3 zij wordt verleend;
b. voor welke doeleinden zij wordt verleend;
c. op welk perceel of in welke lokaliteit de desbetreffende handelingen mogen plaatsvinden;
d. de wijze van opslag;
e. de wijze van beveiliging;
f. de manier waarop de voorraadadministratie is ingericht.
Een ontheffing of een verlenging daarvan wordt geweigerd indien de aanvrager ingevolge een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld dan wel zijn goederen onder bewind zijn gesteld.
1. Een ontheffing of een verlenging daarvan kan worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
2. Met het oog op toepassing van het eerste lid, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de in het eerste lid genoemde wet, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
Een ontheffing wordt ingetrokken:
a. op aanvraag van de houder van de ontheffing;
b. indien het belang van de volksgezondheid dit vordert;
c. indien naar het oordeel van Onze Minister de doeleinden waarvoor de ontheffing is verleend niet meer gerealiseerd kunnen worden;
d. indien een krachtens artikel 7, tweede lid, verschuldigde vergoeding niet binnen 30 dagen na heffing is voldaan en evenmin gevolg is gegeven aan de aanmaning van Onze Minister, gedaan na afloop van die termijn, om alsnog binnen acht dagen te betalen.
1. Een ontheffing kan worden ingetrokken:
a. indien de houder van de ontheffing handelt in strijd met een bij of krachtens deze wet gesteld voorschrift;
b. in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
2. Met het oog op toepassing van het eerste lid, onder b, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen, bedoeld in artikel 8 van de in het eerste lid, onder b, genoemde wet, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
1. Degene wiens ontheffing wordt ingetrokken ontdoet zich van de middelen waarop de ontheffing betrekking heeft, gedurende het tijdvak, gelegen tussen de mededeling van de intrekking en de laatste dag waarop de ontheffing geldt. Hij ontdoet zich van die middelen hetzij door vernietiging, hetzij door overdracht aan personen, rechtspersonen daaronder begrepen, die bevoegd zijn tot het verrichten van handelingen als bedoeld in artikel 2 of 3.
2. In afwijking van het eerste lid, ontdoet de houder van een ontheffing voor de teelt van hennep zich van de middelen waarop de ontheffing betrekking heeft, hetzij door vernietiging van die middelen, hetzij door overdracht daarvan aan Onze Minister.
Een ontheffing vervalt:
a. door het overlijden van de houder;
b. indien ingevolge een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak de houder van de ontheffing onder curatele is gesteld dan wel zijn goederen onder bewind zijn gesteld;
c. indien de rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend, wordt ontbonden, fuseert en niet de verkrijgende rechtspersoon is, of wordt gesplitst.
Onze Minister draagt ervoor zorg dat:
a. in Nederland voldoende hennep wordt geteeld voor wetenschappelijk onderzoek naar de geneeskundige toepassing van hennep, hasjiesj en hennepolie of voor de productie van geneesmiddelen;
b. de geteelde hennep, bedoeld onder a, wordt gebruikt voor een onder a genoemd doel.
1. Onze Minister verleent niet meer ontheffingen van het verbod tot teelt van hennep dan nodig is voor de in artikel 8h bedoelde doeleinden en voor de veredeling van hennep.
2. Een ontheffing van het verbod op het telen van hennep dan wel tot het verwerken, bewerken of vervoeren van hennep, hasjiesj en hennepolie voor de in artikel 8h genoemde doeleinden, wordt slechts verleend aan degene met wie Onze Minister ter zake een overeenkomst tot het verrichten van zodanige handelingen aangaat.
3. Een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid eindigt van rechtswege met ingang van de datum waarop de aan de wederpartij verleende ontheffing wordt ingetrokken of vervalt.
4. In een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid, wordt in elk geval bepaald dat de wederpartij van Onze Minister de geteelde hennep binnen vier maanden na het oogsten uitsluitend aan hem verkoopt en aflevert en de overtollige hennep vernietigt.
5. Onze Minister is met uitsluiting van anderen bevoegd hennep, hasjiesj en hennepolie:
a. binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen;
b. te verkopen en af te leveren;
c. aanwezig te hebben, met uitzondering van de voorraden die worden beheerd door degenen die ontheffing hebben deze middelen te telen, te bewerken of te verwerken.
6. Het vijfde lid is niet van toepassing voor zover toepassingen van hennep, hasjiesj of hennepolie krachtens artikel 3c, eerste lid, zijn aangewezen.
In artikel 9, eerste lid, wordt «middelen, bedoeld in de artikelen 2 of 3, eerste lid,» vervangen door: middelen als bedoeld in lijst I ofII.
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen a, b en c van het eerste lid komen te luiden:
a. een in artikel 2, het in artikel 3b, eerste lid, of een in artikel 4, derde lid, gegeven verbod;
b. een krachtens artikel 3c, tweede lid, of artikel 4, eerste of tweede lid, gegeven voorschrift;
c. een krachtens artikel 8a, eerste lid, aan een ontheffing verbonden voorschrift;.
2. In het tweede, derde en vierde lid wordt «artikel 2, eerste lid,» vervangen door: artikel 2.
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede tot en met zesde lid wordt «artikel 3, eerste lid» telkens vervangen door: artikel 3.
2. In het vijfde lid wordt «de in onderdeel b van de in artikel 3, eerste lid, bedoelde lijst vermelde middelen» vervangen door: hennep of hasjiesj.
De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur2 wordt als volgt gewijzigd:
Ten aanzien van de verloven die zijn afgegeven voor het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, geldt de Opiumwet zoals deze luidde voor dat tijdstip. De verloven vervallen na afloop van het vierde kalenderjaar na het kalenderjaar waarin artikel l, onderdeel G, in werking is getreden.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
histnootDe Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. J. Bomhoff
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes
Uitgegeven de negenentwintigste oktober 2002
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
International Non-proprietary Name (INN)1 | andere benamingen | nadere omschrijving |
---|---|---|
acetorfine | – | |
– | acetyl-alfa-methylfentanyl | N-[1-(alfa-methylfenethyl)-4-piperidyl]-acetanilide |
– | acetyldihydrocodeïne | 4,5-epoxy-3-methoxy-N-methylmorfinan-6-yl-acetaat |
acetylmethadol | – | |
– | alfa-methylfentanyl | N-[1(alfa-methylfenethyl)-4-piperidyl]-propionanilide |
– | alfa-methylthiofentanyl | N-[1-[1-methyl-2-(2-thienyl)ethyl]-4-piperidyl]propionanilide |
alfacetylmethadol | – | |
alfameprodine | – | |
alfamethadol | – | |
alfaprodine | – | |
alfentanil | – | |
allylprodine | – | |
amfetamine | – | |
anileridine | – | |
benzethidine | – | |
– | benzylmorfine | 3-benzoyloxy-4,5-epoxy-N-methyl-7-morfineen-6-ol |
betacetylmethadol | – | |
– | beta-hydroxy-3-methylfentanyl | N-[1-(beta-hydroxyfenethyl)-3-methyl-4-piperidyl]propionanilide |
– | beta-hydroxyfentanyl | N-[1-(beta-hydroxyfenethyl)-4-piperidyl]-propionanilide |
betameprodine | – | |
betamethadol | – | |
betaprodine | – | |
bezitramide | – | |
– | bolkaf | alle delen van de plant Papaver somniferum L. na het oogsten, met uitzondering van het zaad |
brolamfetamine | – | |
– | 2C-B | 4-bromo-2,5-dimethoxyfenetylamine |
cathinon | – | |
clonitazeen | – | |
– | cocablad | bladeren van planten van het geslacht Erythroxylon |
– | cocaïne | (-)-3-beta-benzoyloxytropaan-2-beta-carbonzure methylester |
– | codeïne | 4,5-epoxy-3-methoxy-N-methyl-7-morfineen-6-ol |
codoxim | – | |
– | concentraat van bolkaf | het materiaal dat wordt verkregen door bolkaf te onderwerpen aan een behandeling ter concentratie van zijn alkaloïden |
desomorfine | – | |
dexamfetamine | – | |
dextromoramide | – | |
dextropropoxyfeen | – | |
diampromide | – | |
diëthylthiambuteen | – | |
– | N,N-diëthyltryptamine, DET | 3-[2-(diethylamino)ethyl]indol |
difenoxine | – | |
difenoxylaat | – | |
dihydrocodeïne | – | |
– | dihydroethorfine | 7,8-dihydro-7-alfa-[1-(R)-hydroxy- 1-methylbutyl]-6,14-endo-ethano-tetrahydro-oripavine |
– | dihydromorfine | 4,5-epoxy-N-methylmorfinan-3,6-diol |
dimefeptanol | – | |
dimenoxadol | – | |
– | 2,5-dimethoxyamfetamine, DMA | (±)-2,5-dimethoxy-alfa-methylfenethylamine |
– | 2,5-dimethoxy-4-ethylamfetamine, DOET | (±)-4-ethyl-2,5-dimethoxy-alfa-methylfenethylamine |
– | 2,5-dimethoxy-4-methamfetamine, STP, DOM | 2,5-dimethoxy-alfa,4-dimethylfenethylamine |
dimethylthiambuteen | – | |
– | N,N-dimethyltryptamine, DMT | 3-[2-(dimethylamino)ethyl]indol |
dioxafetylbutiraat | – | |
dipipanon | – | |
– | DMHP | 3-(1,2-dimethylheptyl)-7,8,9,10-tetrahydro-6,6,9-trimethyl-6H-dibenzo[b,d]pyran-1-ol |
drotebanol | – | |
– | ecgonine | 3-hydroxy-2-tropaancarbonzuur |
– | N-ethyl-3,4-methyleendioxy-amfetamine, N-ethyl-MDA | (±)-N-ethyl-alfa-methyl-3,4-(methyleen-dioxy)fenethylamine |
ethylmethylthiambuteen | – | |
– | ethylmorfine | 4,5-epoxy-3-ethoxy-N-methyl-7-morfineen-6-ol |
eticyclidine | – | |
etonitazeen | – | |
etorfine | – | |
etoxeridine | – | |
etryptamine | – | |
fenadoxon | – | |
fenampromide | – | |
fenazocine | – | |
fencyclidine | – | |
– | PEPAP | 1-fenethyl-4-fenyl-4-piperidinolacetaat (ester) |
fenetylline | – | |
fenmetrazine | – | |
fenomorfan | – | |
fenoperidine | – | |
fentanyl | – | |
folcodine | – | |
– | furethidine | 1-(2-tetrahydrofurfuryloxyethyl)-4-fenyl-piperidine-4-carbonzure ethylester |
– | hennepolie | concentraat van planten van het geslacht Cannabis (hennep) verkregen door extractie van hennep of hasjiesj, al dan niet vermengd met olie |
– | heroïne, diamorfine | 4,5-epoxy-17-methylmorfinan-3,6-diyl-diacetaat |
hydrocodon | – | |
hydromorfinol | – | |
hydromorfon | – | |
– | N-hydroxymethyleen-dioxy-amfetamine, N-hydroxyMDA | (±)-N-[alfa-methyl-3,4-(methyleendioxy)-fenethyl]hydroxylamine |
hydroxypethidine | – | |
isomethadon | – | |
ketobemidon | – | |
levamfetamine | – | |
levofenacylmorfan | – | |
– | levomethamfetamine | (-)-N,alfa-dimethylfenethylamine |
levomethorfan | – | |
levomoramide | – | |
levorfanol | – | |
lysergide | ||
mecloqualon | – | |
– | mescaline | 3,4,5-trimethoxyfenethylamine |
metamfetamine | – | |
metamfetamine racemaat | – | |
metazocine | – | |
methadon | – | |
– | methadon-tussenproduct | 4-cyano-2-dimethylamino-4,4-difenylbutaan |
methaqualon | – | |
– | methcathinon | (2-methylamino)-1-fenylpropaan-1-on |
– | 2-methoxy-4,5-methyleendioxyamfetamine, MMDA | 2-methoxy-alfa-methyl-4,5-(methyleendioxy)- fenethylamine |
– | 4-methylaminorex | (±)-cis-2-amino-4-methyl-5-fenyl-2-oxazoline |
methyldesorfine | – | |
methyldihydromorfine | – | |
– | 3,4-methyleendioxymethamfetamine, MDMA | (±)-N,alfa-dimethyl-3,4-(methyleendioxy)-fenethylamine |
methylfenidaat | – | |
– | 3-methylfentanyl | N-(3-methyl-1-fenethyl-4-piperidyl)propion-anilide |
– | MPPP | 1-methyl-4-fenyl-4-piperidinol propionaat (ester) |
– | 4-methylthioamfetamine, 4-MTA | 4-methylthio-alfa-methylfenethylamine |
– | 3-methylthiofentanyl | N-[3-methyl-1-[2-(2-thienyl)ethyl]-4-piperidyl]propionanilide |
metopon | – | |
– | moramide-tussenproduct | 2-methyl-3-morfolino-1,1-difenylpropaan-carbonzuur |
morferidine | – | |
– | morfine | 4,5-epoxy-N-methyl-7-morfineen-3,6-diol |
– | morfine-methobromide | 4,5-epoxy-N-methyl-7-morfineen-3,6-diol methylbromide |
– | morfine-N-oxide | 4,5-epoxy-3,6-dihydroxy-N-methyl-7-morfine |
myrofine | – | |
nicocodine | – | |
nicodicodine | – | |
nicomorfine | – | |
noracymethadol | – | |
norcodeïne | – | |
norlevorfanol | – | |
normethadon | – | |
normorfine | – | |
norpipanon | – | |
– | opium | het gestremde melksap, verkregen van de plant Papaver somniferum L. |
oxycodon | – | |
oxymorfon | – | |
– | para-fluorfentanyl | 4'-fluoro-N-(1-fenethyl-4-piperidyl)propion-anilide |
– | parahexyl | 3-hexyl-7,8,9,10-tetrahydro-6,6,9-trimethyl-6H- dibenzo[b,d]pyran-1-ol |
– | para-methoxyamfetamine, PMA | p-methoxy-alfa-methylfenethylamine |
pethidine | – | |
– | pethidine-tussenproduct A | 4-cyano-1-methyl-4-phenylpiperidine |
– | pethidine-tussenproduct B | 4-fenylpiperidine-4-carbonzure ethylester |
– | pethidine-tussenproduct C | 1-methyl-4-fenylpiperidine-4-carbonzuur |
Piminodine | – | |
Piritramide | – | |
proheptazine | – | |
properidine | – | |
propiram | – | |
– | psilocine | 3-[2-(dimethylamino)ethyl]indol-4-ol |
psilocybine | – | |
racemethorfan | – | |
racemoramide | – | |
racemorfan | – | |
remifentanil | – | |
rolicyclidine | – | |
secobarbital | – | |
sufentanil | – | |
tenamfetamine | – | |
tenocyclidine | – | |
– | tetrahydrocannabinol | (6aR,10aR)-6a,7,8,10a-tetrahydro-6,6,9-trimethyl-3-pentyl-6H-dibenzo[b,d]pyran-1-ol |
thebacon | – | |
– | thebaïne | 4,5-epoxy-3,6-dimethoxy-N-methyl-6,8-morfine |
– | thiofentanyl | N-[1-[2-(2-thienyl)ethyl]-4-piperidyl]propion- anilide |
tilidine | – | |
trimeperidine | – | |
– | 3,4,5-trimethoxyamfetamine, TMA | (±)-3,4,5-trimethoxy-alfa-methylfenethylamine |
zipeprol | – |
1 De door de Wereldgezondheidsorganisatie vastgestelde generieke benaming.
de esters en derivaten van ecgonine, die kunnen worden omgezet in ecgonine en cocaïne;
de mono- en di-alkylamide-, de pyrrolidine- en morfolinederivaten van lyserginezuur, en de daarvan door invoering van methyl-, acetyl- of halogeengroepen verkregen middelen;
vijfwaardige stikstof-gesubstitueerde morfinederivaten, waaronder begrepen morfine-N-oxide-derivaten, zoals codeïne-N-oxide;
de isomeren en stereoisomeren van tetrahydrocannabinol;
de ethers, esters en enantiomeren van de bovengenoemde substanties, met uitzondering van dextromethorfan (INN) als enantiomeer van levomethorfan en racemethorfan, en met uitzondering van dextrorfanol (INN) als enantiomeer van levorfanol en racemorfan;
preparaten die één of meer van de bovengenoemde substanties bevatten.
International Non-proprietary Name (INN) | andere benamingen | nadere omschrijving |
---|---|---|
allobarbital | – | |
alprazolam | – | |
amobarbital | – | |
amfepramon | – | |
aminorex | – | |
barbital | – | |
benzfetamine | – | |
bromazepam | – | |
brotizolam | – | |
buprenorfine | – | |
butalbital | – | |
– | butobarbital | 2-bromo-4-(o-chlorofenyl)-9-methyl-6H-thieno[3,2-f]-s-triazolo[ 4,3-a][1,4]diazepine |
camazepam | – | |
cathine | – | |
chlordiazepoxide | – | |
clobazam | – | |
clonazepam | – | |
clorazepaat | – | |
clotiazepam | – | |
cloxazolam | – | |
cyclobarbital | – | |
delorazepam | – | |
diazepam | – | |
estazolam | – | |
ethchlorvynol | – | |
ethinamaat | – | |
ethylloflazepaat | – | |
ethylamfetamine | – | |
fencamfamine | – | |
fendimetrazine | – | |
fenobarbital | – | |
fenproporex | – | |
fentermine | – | |
fludiazepam | – | |
flunitrazepam | – | |
flurazepam | – | |
gluthethimide | – | |
halazepam | – | |
haloxazolam | – | |
– | hasjiesj | een gebruikelijk vast mengsel van de afgescheiden hars verkregen van planten van het geslacht Cannabis (hennep), met plantaardige elementen van deze planten |
– | hennep | elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden |
ketazolam | – | |
lefetamine | – | |
loprazolam | – | |
lorazepam | – | |
lormetazepam | – | |
mazindol | – | |
medazepam | – | |
mefenorex | – | |
meprobamaat | – | |
mesocarb | – | |
methylfenobarbital | – | |
methyprylon | – | |
midazolam | – | |
nimetazepam | – | |
nitrazepam | – | |
nordazepam | – | |
oxazepam | – | |
oxazolam | – | |
pemoline | – | |
pentazocine | – | |
pentobarbital | – | |
pinazepam | – | |
pipradrol | – | |
prazepam | – | |
pyrovaleron | – | |
secbutabarbital | – | |
temazepam | – | |
tetrazepam | – | |
triazolam | – | |
vinylbital | – |
Preparaten die één of meer van de bovengenoemde substanties bevatten, met uitzondering van hennepolie.
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 2000/2001, 2001/2002, 27 874.
Handelingen II 2001/2002, blz. 4490–4491.
Kamerstukken I 2001/2002, 27 874 (316 2e herdruk, 316a, 316b, 316c, 316d, 316e).
Handelingen I 2001/2002, blz. 1717.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2002-520.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.