Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2002, 508 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2002, 508 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 13 maart 2002, FO2002/U60515, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën;
Gelet op artikel 13 van de Financiële verhoudingswet;
De Raad van State gehoord (advies van 18 april 2002, nr. W04.02.0123/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 augustus 2002, nr. FO2002/84023, mede namens de Staatssecretaris van Financiën;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Gemeenten genoemd in de bijlage bij dit besluit ontvangen in de periode 2002 tot en met 2007 een uitkering uit het gemeentefonds.
De uitkering is gebaseerd op de uitkering, die in het uitkeringsjaar 2001 aan de gemeenten is verstrekt uit hoofde van het Besluit integratie-uitkering afschaffing precariobelasting op omroepkabels en andere telecommunicatiekabels. De uitkeringsbedragen voor de jaren 2002 tot en met 2007 zijn vermeld in de bijlage bij dit besluit.
In aanvulling op de uitkering genoemd in artikel 2 wordt de algemene uitkering van de gemeenten Amsterdam en Den Haag in ieder van de uitkeringsjaren 2005 tot en met 2007 verhoogd door een toevoeging aan het vaste bedrag van deze gemeenten, die overeenkomt met € 10 473 005,27 respectievelijk € 431 301,10 gedeeld door de uitkeringsfactor, bedoeld in het Besluit Financiële Verhouding 2001, artikel 1 onder c, die voor dat uitkeringsjaar geldt.
De uitkering genoemd in artikel 2 wordt herberekend naar rato van de mutatie in het aantal inwoners, indien in de periode 2002 tot en met 2007 bij in de bijlage van dit besluit genoemde gemeenten een wijziging plaatsvindt van de gemeentelijke indeling, als bedoeld in artikel 1 onderdeel b van de Wet algemene regels herindeling.
Het Besluit integratie-uitkering afschaffing precariobelasting op omroepkabels en andere telecommunicatiekabels1 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2002.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes
De Staatssecretaris van Financiën,
S. R. A. van Eijck
Uitgegeven de vierentwintigste oktober 2002
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 |
---|---|---|---|---|---|---|
Gemeenten per 1-1-2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
Amsterdam | 33 418 947,97 | 32 752 303,91 | 32 085 659,86 | 20 946 010,53 | 10 473 005,27 | 0,00 |
Den Haag | 2 498 217,51 | 2 096 779,44 | 1 695 341,37 | 862 602,20 | 431 301,10 | 0,00 |
Apeldoorn | 1 690 174,51 | 1 550 707,19 | 1 411 239,86 | 7 913 251,36 | 7 489 327,18 | 7 065 403,00 |
Eindhoven | 1 017 934,79 | 833 352,02 | 648 769,24 | 2 888 271,31 | 2 733 542,49 | 2 578 813,67 |
Rotterdam | 455 853,66 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Heerlen | 442 306,23 | 355 958,52 | 269 610,80 | 1 140 303,61 | 1 079 215,91 | 1 018 128,22 |
Leiden | 427 448,07 | 321 250,60 | 215 053,14 | 677 324,17 | 641 038,94 | 604 753,72 |
Helmond | 366 721,02 | 293 275,23 | 219 829,44 | 910 831,60 | 862 037,05 | 813 242,50 |
Purmerend | 263 521,80 | 198 052,93 | 132 584,07 | 417 605,69 | 395 233,95 | 372 862,22 |
Roermond | 130 547,13 | 89 565,34 | 48 583,54 | 47 299,77 | 44 765,86 | 42 231,94 |
Katwijk | 113 442,99 | 76 230,96 | 39 018,92 | 11 242,81 | 10 640,51 | 10 038,22 |
Zaanstad | 85 214,54 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Leiderdorp | 85 149,81 | 61 392,36 | 37 634,92 | 86 348,76 | 81 722,94 | 77 097,11 |
Waddinxveen | 77 740,53 | 53 380,51 | 29 020,48 | 28 998,41 | 27 444,93 | 25 891,44 |
Oegstgeest | 76 130,17 | 56 966,50 | 37 802,82 | 115 976,87 | 109 763,83 | 103 550,78 |
Rijnsburg | 55 981,04 | 42 533,70 | 29 086,37 | 97 309,52 | 92 096,51 | 86 883,50 |
Haarlem | 40 053,25 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Voorburg | 21 641,30 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Delft | 12 094,52 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Valkenburg ZH | 8 396,98 | 4 995,67 | 1 594,36 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Heemstede | 4 990,43 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Bennebroek | 2 064,11 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Totaal | 41 294 572,36 | 38 786 744,88 | 36 900 829,19 | 36 143 376,61 | 24 471 136,47 | 12 798 896,32 |
Als gevolg van wijziging van de Telecommunicatiewet is in 1998 de mogelijkheid vervallen dat gemeenten en provincies precariobelasting kunnen heffen op telecommunicatiekabels. Zij zijn daarvoor gecompenseerd door integratie-uitkeringen uit het gemeentefonds en het provinciefonds. De omvang van deze uitkeringen is bepaald op grond van het Besluit integratie-uitkering afschaffing precariobelasting op omroepkabels en andere telecommunicatiekabels. In dat Besluit is de looptijd van de integratie-uitkeringen beperkt tot uiterlijk 2003. Destijds werd het mogelijk geacht om voordien de integratie in de algemene uitkering van de fondsen voltooid te hebben. Wat betreft het provinciefonds is dit ook gelukt. De integratie-uitkering aan de provincies beliep in 1998 een bedrag van f 215 000. Dat bedrag is in 1999 in de algemene uitkering uit het provinciefonds opgenomen. Wat betreft het gemeentefonds heeft de integratie meer voeten in de aarde. Ten eerste heeft de integratie-uitkering een grotere omvang: in 2001 ging het om f 97,5 miljoen (ruim € 44,2 miljoen). Ten tweede is ze zeer scheef verdeeld: 90% had betrekking op vier gemeenten, 10% ging naar 25 andere gemeenten, het merendeel van de gemeenten viel geheel buiten de uitkering.
In 1998 is met de VNG overeengekomen dat de gemeenten gericht en reëel gecompenseerd zouden worden voor de wegvallende precariobelasting. Door de scheve verdeling wordt dit echter zeer bemoeilijkt. Voor de gemeenten is daarom een langer integratietraject noodzakelijk. Om die reden adviseerde de Raad voor de financiële verhoudingen een verlenging van de integratieperiode met vier jaren (zie het advies van de Rfv van 23 februari 2001, kenmerk Rfv2001/U57613). De integratie van de uitkering zou moeten plaats vinden via de uitkeringsfactor. De reductie van de uitkering zou per gemeente beperkt moeten blijven tot een bedrag per inwoner per jaar. Omdat het voorstel van de Raad toch nog aanzienlijke herverdeeleffecten tot gevolg heeft, hebben wij – mede gezien het met de VNG overeengekomen uitgangspunt – gekozen voor een nog iets langer integratietraject en voor een aangepaste methodiek. In de eerste vier jaren wordt het Rfv-voorstel aangehouden. Vervolgens wordt het resterende gedeelte van de uitkering verwerkt op een wijze die de herverdeeleffecten beperkt. Bij enige grote steden wordt dit resterende gedeelte direct in de algemene uitkering geïntegreerd via het vaste bedrag, bij andere gemeenten wordt het afgekocht. Om de effecten op de uitkeringsfactor te mitigeren, wordt deze operatie in drie stappen gerealiseerd.
Uitgangspunt is de verdeling van de integratie-uitkering in het uitkeringsjaar 2001. Om die reden is het integratietraject uitgewerkt voor de gemeentelijke indeling van dat jaar. Bij de berekeningen is het definitieve inwonertal per 1 januari 2001 aangehouden, zoals dat door het CBS is gepubliceerd. Dit inwonertal is voor alle volgende jaren toegepast.
Tabel 1, kolom 2 toont de verdeling van de integratie-uitkering 2001 in euro's. In navolging van het advies van de Rfv wordt de uitkering in de eerste vier jaren stapsgewijs verlaagd met een vast bedrag van € 0,9075 (f 2,00) per inwoner per jaar (reductie a). De vrijvallende middelen slaan neer in de uitkeringsfactor. In de tabel weerspiegelen de kolommen 3 tot en met 6 het resultaat van deze geleidelijke vermindering van de integratie-uitkering. Na deze vier stappen zijn er in 2005 nog 14 gemeenten, waarvoor een bedrag resteert. Met het oog op beperking van de herverdeeleffecten wordt dit bedrag gericht gecompenseerd. Omdat verwerking op één uitkeringsjaar een ongewenst effect zou hebben op de uitkeringsfactor is de gerichte compensatie verdeeld over drie jaren. In 2005 tot en met 2007 wordt het resterende bedrag steeds met een derde verminderd (reductie b). In tabel 1 geeft kolom 6 dus 2/3 gedeelte van het bedrag dat in 2005 resteert na toepassing van reductie a; in kolom 7 is dat 1/3 gedeelte. In 2007 is de reductie voltooid.Tabel 1. Geleidelijke reductie van de integratie-uitkering 2001 op grond van:
(a) vermindering met € 0,9075 per inwoner per jaar in de periode 2002-2005, en
(b) vermindering van het resterende gedeelte in drie gelijke stappen in de jaren 2005-2007
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 |
---|---|---|---|---|---|---|
Uitkeringsjaar: | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 |
Gemeenten per 1-1-2001 | Integratie-uitkering | Na 1 stap volgens (a) | Na 2 stappen volgens (a) | Na 3 stappen volgens (a) | Na 4 stappen volgens (a) na 1 stap volgens (b) | Na 4 stappen volgens (a) na 2 stappen volgens (b) |
Amsterdam | 34 085 592,02 | 33 418 947,97 | 32 752 303,91 | 32 085 659,86 | 20 946 010,53 | 10 473 005,27 |
Den Haag | 2 899 655,58 | 2 498 217,51 | 2 096 779,44 | 1 695 341,37 | 862 602,20 | 431 301,10 |
Apeldoorn | 1 829 641,83 | 1 690 174,51 | 1 550 707,19 | 1 411 239,86 | 847 848,36 | 423 924,18 |
Eindhoven | 1 202 517,57 | 1 017 934,79 | 833 352,02 | 648 769,24 | 309 457,64 | 154 728,82 |
Rotterdam | 996 047,57 | 455 853,66 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Heerlen | 528 653,95 | 442 306,23 | 355 958,52 | 269 610,80 | 122 175,39 | 61 087,69 |
Leiden | 533 645,53 | 427 448,07 | 321 250,60 | 215 053,14 | 72 570,45 | 36 285,22 |
Helmond | 440 166,81 | 366 721,02 | 293 275,23 | 219 829,44 | 97 589,10 | 48 794,55 |
Purmerend | 328 990,66 | 263 521,80 | 198 052,93 | 132 584,07 | 44 743,47 | 22 371,73 |
Roermond | 171 528,92 | 130 547,13 | 89 565,34 | 48 583,54 | 5 067,83 | 2 533,92 |
Katwijk | 150 655,03 | 113 442,99 | 76 230,96 | 39 018,92 | 1 204,59 | 602,29 |
Zaanstad | 208 738,90 | 85 214,54 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Leiderdorp | 108 907,25 | 85 149,81 | 61 392,36 | 37 634,92 | 9 251,65 | 4 625,83 |
Waddinxveen | 102 100,55 | 77 740,53 | 53 380,51 | 29 020,48 | 3 106,97 | 1 553,49 |
Oegstgeest | 95 293,85 | 76 130,17 | 56 966,50 | 37 802,82 | 12 426,09 | 6 213,05 |
Rijnsburg | 69 428,37 | 55 981,04 | 42 533,70 | 29 086,37 | 10 426,02 | 5 213,01 |
Haarlem | 174 705,38 | 40 053,25 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Voorburg | 56 722,53 | 21 641,30 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Delft | 99 377,87 | 12 094,52 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Valkenburg ZH | 11 798,29 | 8 396,98 | 4 995,67 | 1 594,36 | 0,00 | 0,00 |
Heemstede | 28 588,15 | 4 990,43 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Bennebroek | 6 806,70 | 2 064,11 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Oss | 35 848,64 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Brunssum | 22 689,01 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Voorschoten | 20 420,11 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Hillegom | 16 789,87 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Culemborg | 15 882,31 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Landsmeer | 4 537,80 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Warmond | 453,78 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Overige gemeenten | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Totaal | 44 246 184,83 | 41 294 572,36 | 38 786 744,88 | 36 900 829,19 | 23 344 480,29 | 11 672 240,15 |
Tabel 2, kolom 2 geeft voor alle 14 gemeenten de bedragen die in 2005 resteren na de geleidelijke verlaging met viermaal € 0,9075 per inwoner (reductie a). Zij worden in drie tranches verlaagd tot nul (reductie b). Deze drie tranches vormen het aanknopingspunt voor de gerichte compensatie. Tabel 2 geeft in de kolommen 3 en 4 aan hoe dit gebeurt.
Bij Amsterdam en Den Haag kan de compensatie gerealiseerd worden door drie achtereenvolgende structurele verhogingen van het vaste bedrag (kolom 3). Zo'n specifieke maatregel is bij de andere gemeenten niet mogelijk. Daarom wordt bij deze gemeenten het in 2005 resterende bedrag afgekocht. De afkoopsom is voor ieder van de drie tranches bepaald als de contante waarde van een eeuwigdurende rente bij een rentepercentage van 6% (kolom 4).
Tabel 2. De gerichte compensatie van het resterend bedrag 2005 via de vaste bedragen c.q. de afkoopsommen
1 | 2 | 3 | 4 |
---|---|---|---|
Gemeenten per 1-1-2001 | Bedrag resterend na reductie a | Integratie via vaste bedragen (3x) | Afkoopsommen (3x) |
Amsterdam | 31 419 015,80 | 10 473 005,27 | 0,00 |
Den Haag | 1 293 903,30 | 431 301,10 | 0,00 |
Apeldoorn | 1 271 772,54 | 0,00 | 7 065 403,00 |
Eindhoven | 464 186,46 | 0,00 | 2 578 813,67 |
Rotterdam | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Heerlen | 183 263,08 | 0,00 | 1 018 128,22 |
Leiden | 108 855,67 | 0,00 | 604 753,72 |
Helmond | 146 383,65 | 0,00 | 813 242,50 |
Purmerend | 67 115,20 | 0,00 | 372 862,22 |
Roermond | 7 601,75 | 0,00 | 42 231,94 |
Katwijk | 1 806,88 | 0,00 | 10 038,22 |
Zaanstad | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Leiderdorp | 13 877,48 | 0,00 | 77 097,11 |
Waddinxveen | 4 660,46 | 0,00 | 25 891,44 |
Oegstgeest | 18 639,14 | 0,00 | 103 550,78 |
Rijnsburg | 15 639,03 | 0,00 | 86 883,50 |
Overige gemeenten | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Totaal | 35 016 720,44 | 10 904 306,37 | 12 798 896,32 |
Uit hoofde van het Besluit integratie-uitkering afschaffing precariobelasting op omroepkabels en andere telecommunicatiekabels ontvingen 29 gemeenten in 2001 een integratie-uitkering. Uit tabel 1 (kolom 3) blijkt dat deze uitkering voor zeven gemeenten lager was dan € 0,9075 per inwoner. Na de eerste reductie vallen deze gemeenten in 2002 buiten de regeling. Zij zijn daarom niet vermeld in de bijlage en ontvangen geen integratie-uitkering in de jaren 2002-2007.
De totale integratie-uitkering, vermeld in de bijlage, komt voor de jaren 2002 tot en met 2004 overeen met de bedragen die resteren uit de stapsgewijze reductie van de integratie-uitkering 2001 (tabel 1, kolommen 3 tot en met 5). Voor de jaren 2005 tot en met 2007 komt ze overeen met het saldo van de bedragen genoemd in tabel 1 (kolommen 6 en 7) en de afkoopsommen genoemd in tabel 2 (kolom 4).
Het artikel vermeldt de drie toevoegingen aan de vaste bedragen van Amsterdam en Den Haag in de jaren 2005 tot en met 2007 (zie boven tabel 2, kolom 3). De verwerking van deze bedragen zal op de gebruikelijke wijze gebeuren. Bij de meicirculaire van het jaar voorafgaand aan het betreffende uitkeringsjaar worden de toe te voegen bedragen omgezet in bedragen in basis via deling door de dan vigerende uitkeringsfactor van het uitkeringsjaar. Vervolgens worden de uitkomsten verwerkt in de verdeeltabel van dat jaar bij de vaste bedragen van Amsterdam en Den Haag.
De berekening van de integratie-uitkering is gebaseerd op de gemeentelijke indeling 2001. Herberekening vindt alleen plaats bij een wijziging van de gemeentelijke indeling, als bedoeld in artikel 1, onderdeel b van de Wet algemene regels herindeling. Dat wil zeggen als meer dan 10% van de inwoners van een gemeente betrokken is bij een herindeling.
Het genoemde Besluit kan vervallen omdat de integratie-uitkering voor alle jaren tot en met 2001 definitief is vastgesteld. Er zijn geen bezwaren die moeten worden afgehandeld.
Het voornemen om de betreffende middelen via het in dit Besluit geschetste traject in de algemene uitkering te integreren is ruim voor 1 januari 2002 bekend gemaakt (zie de septembercirculaire gemeentefonds van 2001). Tegen deze achtergrond is er geen beletsel om deze regeling met terugwerking tot die datum van kracht te laten zijn.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes
De Staatssecretaris van Financiën,
S. R. A. van Eijck
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2002-508.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.