Wet van 12 september 2002 tot wijziging van de werkingsduur van de gemeentelijke plannen inzake onderwijs in allochtone levende talen (Wet eenmalige verlenging werkingsduur oalt-plannen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de werkingsduur van de gemeentelijke plannen inzake onderwijs in allochtone levende talen met ingang van 1 augustus 2002 eenmalig met een periode van twee schooljaren te verlengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

  • 1. Een voor de periode van 1 augustus 1998 tot en met 31 juli 2002 vastgesteld plan inzake onderwijs in allochtone levende talen als bedoeld in artikel 171, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 157, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 272, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs wordt van rechtswege verlengd tot en met 31 juli 2004, onverminderd de bevoegdheid van de gemeenteraad om het plan te wijzigen.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing, indien het plan inzake onderwijs in allochtone levende talen tezamen met het onderwijsachterstandenplan, bedoeld in artikel 166 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 153 van de Wet op de expertisecentra en artikel 268 van de Wet op het voortgezet onderwijs, voor de periode van 1 augustus 1998 tot en met 31 juli 2002 als één plan is vastgesteld. In dat geval stelt de gemeenteraad binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet voor de periode van 1 augustus 2002 tot en met 31 juli 2004 een nieuw plan inzake onderwijs in allochtone levende talen vast.

  • 3. De vaststelling van een plan inzake onderwijs in allochtone levende talen, bedoeld in het tweede lid, wordt voor de toepassing van artikel 171 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 157 van de Wet op de expertisecentra en artikel 272 van de Wet op het voortgezet onderwijs aangemerkt als de wijziging van een bestaand plan.

Artikel 2

Artikel 1 is van overeenkomstige toepassing op een besluit omtrent de verdeling van middelen als bedoeld in artikel 171, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 157, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 272, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 3

  • 1. Indien de gemeenteraad voor de periode van 1 augustus 1998 tot en met 31 juli 2002 besloten heeft de middelen die de gemeente als specifieke uitkering ter tegemoetkoming in de kosten voor onderwijs in allochtone levende talen uit 's Rijks kas ontvangt, geheel of gedeeltelijk over te dragen aan een andere gemeente ten behoeve van onderwijs in een of meer allochtone levende talen in die gemeente, wordt dit besluit van rechtswege verlengd tot en met 31 juli 2004, tenzij de gemeenteraad anders besluit.

  • 2. Een besluit als bedoeld in artikel 173a van de Wet op het primair onderwijs of artikel 159a van de Wet op de expertisecentra om de middelen die de gemeente als specifieke uitkering ter tegemoetkoming in de kosten voor onderwijs in allochtone levende talen uit 's Rijks kas ontvangt, geheel of gedeeltelijk te bestemmen voor taalondersteuning van allochtone leerlingen, heeft voor de eerste maal betrekking op de periode van 1 augustus 2002 tot en met 31 juli 2004.

Artikel 4

  • 1. Indien deze wet in werking treedt na 31 juli 2002, stelt de gemeenteraad die voor de periode van 1 augustus 1998 tot en met 31 juli 2002 een plan inzake onderwijs in allochtone levende talen als bedoeld in artikel 171, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 157, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 272, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs heeft vastgesteld, binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet een nieuw plan vast voor de periode van 1 augustus 2002 tot en met 31 juli 2004. Indien het nieuwe plan overeenkomt met het oude plan, zijn artikel 171, vijfde lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 157, vijfde lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 272, vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs niet van toepassing. Indien het nieuwe plan afwijkt van het oude plan, wordt de vaststelling van het nieuwe plan aangemerkt als de wijziging van een bestaand plan.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een besluit omtrent de verdeling van middelen als bedoeld in artikel 171, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 157, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 272, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

  • 3. Indien deze wet in werking treedt na 31 juli 2002, neemt de gemeenteraad die voor de periode van 1 augustus 1998 tot en met 31 juli 2002 besloten heeft de middelen die de gemeente als specifieke uitkering ter tegemoetkoming in de kosten voor onderwijs in allochtone levende talen uit 's Rijks kas ontvangt, geheel of gedeeltelijk over te dragen aan een andere gemeente ten behoeve van onderwijs in een of meer allochtone levende talen in die gemeente, binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet een nieuw besluit voor de periode van 1 augustus 2002 tot en met 31 juli 2004. Indien het nieuwe besluit overeenkomt met het oude besluit, behoeven de allochtone ouders niet in staat te worden gesteld hun mening over het voorgenomen besluit kenbaar te maken.

Artikel 5

Artikel III van de wet van 5 maart 1998, houdende wijziging van enkele onderwijswetten in verband met het onderwijs in allochtone levende talen en enkele technische aanpassingen (Stb. 148), wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin van het eerste lid wordt «voor een periode van vier jaar» vervangen door: voor een periode van zes jaar.

2. In het derde lid wordt «per 1 augustus 1999, 1 augustus 2000 en 1 augustus 2001,» vervangen door: jaarlijks per 1 augustus, voor de eerste maal per 1 augustus 1999 en voor de laatste maal per 1 augustus 2003,.

3. In het vierde lid wordt «per 1 augustus 1999, 1 augustus 2000 en 1 augustus 2001,» vervangen door: jaarlijks per 1 augustus, voor de eerste maal per 1 augustus 1999 en voor de laatste maal per 1 augustus 2003,.

Artikel 6

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Daarbij kan worden bepaald dat artikel 5 van deze wet terugwerkt tot en met 31 juli 2002.

Artikel 7

Deze wet wordt aangehaald als: Wet eenmalige verlenging werkingsduur oalt-plannen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 12 september 2002

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de vierentwintigste september 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2001/2002, 28 293.

Handelingen II 2001/2002, blz. 5183.

Kamerstukken I 2001/2002, 28 293 (410).

Handelingen I 2001/2002, zie vergadering d.d. 10 september 2002.

Naar boven