Besluit van 23 augustus 2002, houdende regels met betrekking tot de overdracht van het toezicht op informatieverstrekking aan de consument uit hoofde van de Wet op het consumentenkrediet, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf en de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 aan de Autoriteit Financiële Markten (Overdrachtsbesluit toezicht op informatieverstrekking Wck, Wtk, Wtn en Wtv)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 20 juni 2002, no. FM 2002-815 M, Generale Thesaurie, Directie Financiële Markten, Afdeling Marktgedrag;

Gelet op artikel 26 van de Wet op het consumentenkrediet, de artikelen 14, derde lid, 85a, vierde lid, 85b, vijfde lid, 90b, vierde lid en 90c, vierde lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992, artikel 25, vierde lid, van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekerings-bedrijf en artikel 51, vierde lid, van de Wet toezicht verzekerings-bedrijf ;1993;

De Raad van State gehoord (advies van 11 juli 2002, No. W06.02 0282/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 22 augustus 2002, no. FM2002-1020M;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Onze Minister: Onze Minister van Financiën;

b. Autoriteit Financiële Markten: de Stichting Autoriteit Financiële Markten.

Artikel 2

De taken en bevoegdheden die Onze Minister heeft op grond van de artikelen 14, 85a, 85b, 90b en 90c van de Wet toezicht kredietwezen 1992, artikel 25 van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf en artikel 51 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, worden overgedragen aan de Autoriteit Financiële Markten.

Artikel 3

Over door de Autoriteit Financiële Markten krachtens de ingevolge artikel 2 overgedragen taken en bevoegdheden te stellen regels wordt vooraf overleg gevoerd met Onze Minister.

Artikel 4

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot aan het publiek te verstrekken informatie door verzekeraars.

Artikel 5

Na de inwerkingtreding van dit besluit berusten de Regeling informatieverstrekking WTN en de Regeling informatieverstrekking aan verzekeringnemers 1998 op artikel 4 van dit besluit.

Artikel 6

Het Overdrachtsbesluit toezicht financiële bijsluiter1 wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2002.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Overdrachtsbesluit toezicht op informatieverstrekking Wck, Wtk, Wtn en Wtv.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 23 augustus 2002

Beatrix

De Minister van Financiën,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de negenentwintigste augustus 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In de Nota hervorming van het toezicht op de financiële marktsector is aangekondigd dat ondergetekende voornemens is op korte termijn de taken en bevoegdheden voor de handhaving van de regels ingevolge artikel 85a Wet toezicht kredietwezen 1992 (Wtk), artikel 12 Wet toezicht beleggingsinstellingen (Wtb), artikel 51 Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 (Wtv) en artikel 25 Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf (Wtn), aan de Autoriteit Financiële Markten (Autoriteit-FM), over te dragen1. Achtergrond van dit voornemen is onder meer dat het van groot belang moet worden geacht dat de interpretatie van de wettelijke voorschriften ten aanzien van de informatieverstrekking aan de consument door financiële ondernemingen, alsmede de handhaving daarvan, op uniforme wijze geschiedt en dat voor de consument een duidelijk herkenbaar aanspreekpunt ontstaat.

In het bij dit besluit ingetrokken Overdrachtsbesluit financiële bijsluiter was reeds een eerste stap in deze richting gezet door het toezicht inzake de financiële bijsluiter over te dragen aan de Autoriteit FM. De overige taken en bevoegdheden op grond van artikel 85a Wtk, artikel 25 Wtn en artikel 51 Wtv, werden toen nog overgedragen aan De Nederlandsche Bank (DNB), onderscheidenlijk aan de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK).

Door middel van het onderhavige besluit wordt voor genoemde wetten de eerste fase afgerond van de voorgenomen herschikking van de taken van enerzijds de Autoriteit FM en anderzijds van DNB en de PVK, waardoor de Autoriteit FM belast is met het gedragstoezicht op financiële ondernemingen en DNB en de PVK met het prudentiële toezicht. De herschikking in het kader van de Wtb en de Wet toezicht effectenverkeer 1995 is geregeld in een besluit tot wijziging van het Overdrachtsbesluit Wet toezicht beleggingsinstellingen en het Overdrachtsbesluit Wet toezicht effectenverkeer 1995 in verband met de hervorming van het toezicht op de financiële marktsector, dat tegelijk met dit besluit in werking zal treden.

De overdracht van het toezicht op de huidige regels ingevolge artikel 85a Wtk, 51 Wtv en 25 Wtn aan de Autoriteit FM laat onverlet dat het niet is uitgesloten dat in de toekomst deze artikelen de grondslag kunnen vormen voor het stellen van regels van prudentiële aard, passend binnen de taakopdracht van de prudentiële toezichthouder.

Het besluit creëert geen nieuwe verplichtingen voor het bedrijfsleven en brengt derhalve geen administratieve lasten voor het bedrijfsleven met zich.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Dit artikel draagt de taken en bevoegdheden met betrekking tot het zogenoemde gedragstoezicht uit hoofde van de financiële toezichtswetten over aan de Autoriteit FM, voor zover deze taken en bevoegdheden gebaseerd zijn op de in dit artikel genoemde artikelen van de Wtk, de Wtn en de Wtv.

Naast de in het algemene deel van deze toelichting vermelde artikelen van deze wetten, worden nog enkele andere artikelen van de Wtk genoemd. Voor wat betreft de artikelen 14, 90b en 90c, is dit het gevolg van de wijziging van artikel 85a door de Wet van 20 juni 2002 tot wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 in verband met de invoering van bedrijfseconomisch toezicht op instellingen voor elektronisch geld (Stb. 2002, 330). Inhoudelijk wordt hiermee geen enkele wijziging beoogd.

Met eerdergenoemde wet is in de Wtk artikel 85b ingevoegd, waarin ten aanzien van kredietinstellingen die elektronisch geld uitgeven, op dezelfde wijze als in artikel 85a, de mogelijkheid is opgenomen om de taken en bevoegdheden die de Minister van Financiën op grond van dat artikel heeft, bij algemene maatregel van bestuur over te dragen aan een rechtspersoon. Aangezien artikel 85b, evenals artikel 85a, beoogt de consument te beschermen, worden ook de taken en bevoegdheden van de minister uit hoofde van dit artikel overgedragen aan de Autoriteit FM.

Artikel 3

Dit artikel verplicht de Autoriteit FM te overleggen met de Minister van Financiën over de regels die zij voornemens is vast te stellen.

Artikel 4

Ingevolge het eerste lid van de artikelen 25 Wtn en 51 Wtv, worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld met betrekking tot aan het publiek te verstrekken informatie door verzekeraars. Teneinde nadere regelgeving door de Minister van Financiën, zoals deze reeds plaatsvond in de Regeling informatieverstrekking WTN en in de Regeling informatieverstrekking aan verzekeringnemers 1998, mogelijk te kunnen laten blijven, is de bevoegdheid daartoe in dit artikel vastgelegd.

Artikel 5

In de Wet van 20 december 2001 tot wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Wet op het consumentenkrediet teneinde de reikwijdte van de bepalingen inzake de informatieverstrekking aan het publiek uit te breiden (Stb. 669), is door wijziging van de artikelen 25 Wtn en 51 Wtv de grondslag voor de Regeling informatieverstrekking WTN en de Regeling informatieverstrekking aan verzekeringnemers 1998 gewijzigd. Aanvankelijk bepaalden die artikelen dat regels met betrekking tot informatie aan degenen die als verzekeringnemer betrokken zijn of zullen worden, bij ministeriële regeling werden gesteld. Ingevolge de huidige tekst van deze artikelen worden deze regels gesteld bij of krachtens algemene maatregel van bestuur. Beide regelingen verliezen hierdoor hun werking. Teneinde dit onbedoelde en ongewenste effect te voorkomen – met de regelingen worden immers mede de artikelen 31 en 43 van de derde richtlijn schadeverzekering en artikel 31 en de bijlage II van de derde richtlijn levensverzekering geïmplementeerd – wordt in artikel 5 een nieuwe grondslag voor deze regelingen gecreëerd. De genoemde regelingen zullen dienovereenkomstig worden aangepast.

De Minister van Financiën,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Stb. 2002, 122.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

XNoot
1

Kamerstukken II 2001/2002, 28 122, nr. 2, par. 3.2 Taakafbakening.

Naar boven