Besluit van 2 augustus 2002 tot wijziging van de bijlage, bedoeld in artikel 13c, eerste lid, van de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 1 mei 2002, no. FM 2002/642-M, Generale Thesaurie, Directie Financiële Markten, Afdeling Effectenverkeer;

Gelet op artikel 13b, eerste lid, en 13c, derde lid, van de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996;

De Raad van State gehoord (advies van 18 juli 2002, no. W06.02.0232/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 29 juli 2002, no. FM 2002-1029 M;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 1 van de bijlage behorende bij artikel 13c, eerste lid, van de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 19961 wordt na «2, tweede lid» en het daarbij behorende tariefnummer «4» ingevoegd: «2a, eerste tot en met vijfde lid, voor zover ten onrechte geen melding is gedaan, zesde en zevende lid» met het daarbij behorende tariefnummer «4» en wordt na «6, eerste lid, aanhef en onder c, d en e» en het daarbij behorende tariefnummer «2» ingevoegd: «6a, aanhef en onder a, b en e» met het daarbij behorende tariefnummer «4», «6a, aanhef en onder c en d» met het daarbij behorende tariefnummer «3», «6b, aanhef en onder a, b en g» met het daarbij behorende tariefnummer «4» en «6b, aanhef en onder c, d, e, f, en h» met het daarbij behorende tariefnummer «3».

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende van nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 2 augustus 2002

Beatrix

De Minister van Financiën,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de derde september 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van het nieuwe artikel 2a van de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 dienen bestuurders en commissarissen die beschikken over aandelen in het kapitaal van de eigen vennootschap of in het kapitaal van de met de eigen vennootschap gelieerde vennootschappen hun bezit te melden bij de Autoriteit Financiële Markten. Dit geldt ook voor het bezit van stemmen die de bestuurders en commissarissen op de aandelen van de eigen vennootschap of op de aandelen van de met de eigen vennootschap gelieerde vennootschappen kunnen uitbrengen. Ook wijzigingen in het aandelen- en stemmenbezit dienen te worden gemeld bij de Autoriteit Financiële Markten. Deze bepalingen zijn uitgewerkt in de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 (Wmz 1996).

Artikel 2a Wmz 1996 geeft een opsomming van de personen voor wie de meldingsplicht geldt, wat zij moeten melden en op welk moment. De artikelen 6a en 6b Wmz 1996 bepalen welke gegevens ten aanzien van (de wijzigingen van) het aandelen- en stemmenbezit dienen te worden gemeld. Op grond van het gewijzigde artikel 13b Wmz 1996 kan de Autoriteit Financiële Markten een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van voorschriften gesteld bij of krachtens de nieuw geïntroduceerde artikelen 2a, 6a en 6b Wmz 1996. De onderhavige algemene maatregel van bestuur wijzigt de bijlage, bedoeld in artikel 13c Wmz 1996 en regelt de hoogte van de bestuurlijke boete bij overtreding van één of meer van bovengenoemde voorschriften. Bij de indeling van de overtredingen van de artikelen 2a, 6a en 6b Wmz 1996 in tariefgroepen is aangesloten bij de tariefindeling van de voorschriften uit hoofde van de artikelen 2 en 6 Wmz 1996 die gelden voor de thans meldingsplichtige aandeelhouders en stemgerechtigden in beursgenoteerde vennootschappen, alsmede van de voorschriften uit hoofde van artikel 46b, vijfde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 betreffende de opgave van de gegevens op grond van de Regeling melding en reglementering transacties in effecten 1999 (hierna: Regeling). Aangezien de meldingsvoorschriften van artikel 6a en 6b Wmz 1996 vergelijkbaar zijn met de meldingsvoorschriften van de Regeling, en zij voor bestuurders en commissarissen van Nederlandse vennootschappen die zijn genoteerd aan een effectenbeurs in Nederland in de plaats komen van de Regeling, is voor de overtreding van de meldingsvoorschriften van artikel 6a en 6b Wmz 1996 aangesloten bij het tariefnummer dat momenteel geldt voor de overtreding van de meldingsvoorschriften van de Regeling. Vermeld zij dat, zoals al was aangekondigd, binnenkort een evaluatie wordt gestart naar het opnemen van dwangsommen en bestuurlijke boeten in de financiële wetgeving (Kamerstukken II 1997/98, 25 821, nr. 3). Het is niet uitgesloten dat naar aanleiding van deze evaluatie voor een andere indeling van overtredingen zal worden gekozen en de hoogte van de dwangsommen en bestuurlijke boeten wijzigingen zal ondergaan.

De Minister van Financiën,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Stb. 1996, 629, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 april 2002, Stb. 225.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven