Besluit van 25 juli 2002, houdende wijziging van het Besluit financiële verhouding 2001 in verband met de invoering van enkele nieuwe maatstaven inzake onderwijshuisvesting, wijziging van de maatstaf minderheden in verband met de inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet 2000, wijziging van de regels inzake de toepassing van artikel 12 alsmede enkele andere wijzigingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mede namens de Staatssecretaris van Financiën van 8 februari 2002, nr. FO2002/U55316;

Gelet op artikel 8, derde lid, en artikel 22 van de Financiële-verhoudingswet;

De Raad van State gehoord (advies van 11 april 2002, nr. W04.02.0104/1);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 11 juli 2002, nr. FO2002/U78193, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Financiën;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit financiële verhouding 20011 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 23, tweede lid wordt de zinsnede «in miljoenen guldens» vervangen door: neerwaarts afgerond op een veelvoud van 453 780 euro.

B

In artikel 24, eerste lid, wordt «f 5000,–» vervangen door: 2268 euro.

C

In bijlage 2 wordt de maatstaf minderheden (tabelnummer 12) vervangen door de gelijknamige maatstaf die is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

D

In bijlage 2 wordt de leerlingmaatstaf (tabelnummer 15) vervangen door de gelijknamige maatstaf die is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

E

In bijlage 2 worden na de leerlingmaatstaf (tabelnummer 15) de maatstaven toegevoegd, opgenomen in de bijlage bij dit besluit onder de tabelnummers 15a (maatstaf extra leerlingen streekscholen), 15b (maatstaf extra groei leerlingen voortgezet onderwijs) en 15c (maatstaf extra groei jongeren).

F

In de herindelingsmaatstaf (tabelnummer 45) wordt in de tweede kolom in de eerste volzin de zinsnede «Wet algemene regels herindeling, artikel 1 onder a» vervangen door: Wet algemene regels herindeling, artikel 1 onder b.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, en werkt terug tot en met 1 januari 2002.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 25 juli 2002

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

De Staatssecretaris van Financiën,

S. R. A. van Eijck

Uitgegeven de tweeëntwintigste augustus 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Met deze amvb worden enkele wijzigingen aangebracht in het Besluit financiële verhouding 2001. Het betreft de toevoeging van enkele verdeelmaatstaven in verband met knelpunten in de onderwijshuisvesting, een wijziging in de maatstaf minderheden, noodzakelijk geworden in verband met de nieuwe Vreemdelingenwet 2000, en enkele technische aanpassingen.

Maatstaf minderheden (tabelnummer 12)

De maatstaf minderheden wordt aangepast in verband met de inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet 2000. Deze heeft gevolgen voor de definitie van de categorie vluchtelingen in deze maatstaf. Het stelsel van verblijfstitels voor asielzoekers is veranderd: er is alleen nog de verblijfsvergunning asiel bepaalde duur, die na drie jaar kan worden omgezet in de verblijfsvergunning asiel onbepaalde duur. Deze verblijfsvergunningen zijn omschreven in artikel 8, onder c, respectievelijk 8, onder d van de Vreemdelingenwet 2000.

Bij deze gelegenheid is ook de definitie van de overige groepen in de maatstaf minderheden iets gewijzigd. Om tot de bedoelde groepen te worden gerekend, dient tenminste één der ouders geboren te zijn in een der genoemde landen van herkomst. Het oude criterium telde ook een inwoner als lid van een minderheid indien alleen de betrokken inwoner zélf, maar niet zijn ouders, in een van deze landen geboren is. Dit is dus vervallen. Dit criterium leidde er namelijk toe dat ook inwoners van Nederlandse afkomst, die door toevallige omstandigheden (bijvoorbeeld werkzaamheden van de ouders) in een van de genoemde landen zijn geboren, als minderheden werden geteld.

Leerlingmaatstaf (tabelnummer 15)

Met ingang van het uitkeringsjaar 2002 worden de gewichten voor de diverse categorieën leerlingen, die deel uitmaken van de verdeelmaatstaf leerlingen SO en VO, herzien in verband met de verdeling van extra middelen voor de onderwijshuisvesting.

Vanaf 2002 wordt de algemene uitkering structureel verhoogd met 45 miljoen euro ten behoeve van de onderwijshuisvesting. Tevens wordt een deel van de accressen benoemd als dekking voor de benodigde aanpassingen in de onderwijshuisvesting. Dit laatste bedrag loopt op van 13,6 miljoen euro in 2002 tot (structureel) 68 miljoen euro in 2006. Als gevolg van recente onderwijskundige vernieuwingen loopt de behoefte aan investeringen in de huisvesting uiteen voor de verschillende schoolsoorten. Bij de verdeling van de extra middelen wordt daarmee rekening gehouden. Herschikking van de wegingscoëfficiënten van de leerlingenmaatstaf is onderdeel van de methode om deze gerichte verdeling over de jaren te bereiken.

Onderzoek naar en uitwerking van de consequenties van de onderwijskundige vernieuwingen voor de onderwijshuisvesting hebben plaats gevonden op verzoek van de Tweede Kamer en in overleg met de VNG. De Kamer is over de bevindingen geïnformeerd bij brieven van staatssecretaris K. Y. I. J. Adelmund van OCW van 14 september 2001 en 15 mei 2002. De gemeenten zijn geïnformeerd in de septembercirculaire 2001 (FO2001/U86300). De gemeenten zijn nader geïnformeerd in de meicirculaire gemeentefonds 2002 (FO2002/U71038).

Maatstaf extra leerlingen streekscholen (tabelnummer 15a), maatstaf extra groei leerlingen VO (tabelnummer 15b) en maatstaf extra groei jongeren (tabelnummer 15c)

Met ingang van het uitkeringsjaar 2002 worden drie nieuwe maatstaven ingevoerd ter oplossing van knelpunten in de bekostiging van de onderwijshuisvesting. Met de herziening is ongeveer 14 miljoen euro gemoeid. Er verschuift er zo 'n 11,8 miljoen euro van de gemeenten die er op achteruitgaan naar de gemeenten die er op vooruitgaan. Het bedrag dat met deze nieuwe maatstaven is gemoeid, wordt gedekt uit de toename van het accres 2002, het komt dus niet ten laste van andere maatstaven, maar ten laste van de groei van de uitkeringsfactor. De verdeling wordt specifiek gericht op de gemeenten, waar de knelpunten zijn geconstateerd.

Achtergrond

Met ingang van 1997 is de financiële verantwoordelijkheid voor de huisvesting van scholen in de sectoren basisonderwijs, voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs overgebracht naar de gemeenten. Daartoe werd een bedrag van ongeveer f 1,7 miljard (0,8 miljard euro) overgeheveld naar het gemeentefonds en verdeeld via diverse maatstaven. Bij de monitoring van deze decentralisatie zijn enige knelpunten naar voren gekomen bij gemeenten die in bijzondere omstandigheden verkeren. Een werkgroep heeft deze knelpunten geanalyseerd in het rapport Lokaal verdeeld, dat eerder openbaar werd gemaakt. De werkgroep heeft met betrekking tot twee knelpunten een voorstel gedaan voor een oplossing.

Het betreft:

• (kleinere) gemeenten, die scholen voor voortgezet onderwijs of speciaal onderwijs moeten onderhouden met een streekfunctie, waardoor zij een zekere centrumfunctie hebben;

• groeigemeenten, die door hun demografische opbouw meer nieuwe scholen moeten realiseren dan een gemiddelde gemeente en daardoor over een reeks van jaren hogere lasten moeten dragen.

De werkgroep heeft voorgesteld deze gemeenten tegemoet te komen door de introductie van drie nieuwe maatstaven. Over dit voorstel heeft de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) een positief advies uitgebracht. De voorstellen zijn positief ontvangen door de VNG en hebben de instemming van de Tweede Kamer.

Het voorstel van de werkgroep is daarom grotendeels overgenomen, hetgeen leidt tot drie nieuwe maatstaven, die worden opgenomen in de verdeeltabel voor het gemeentefonds, bijlage 2 bij het Besluit financiële verhouding 2001. Hieronder volgt een korte toelichting per maatstaf.

Maatstaf extra leerlingen streekscholen (tabelnummer 15a)

Deze maatstaf wordt gedefinieerd als het aantal leerlingen van (voortgezet) speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs, bedoeld in het tweede en derde lid van de leerlingmaatstaf, gewogen conform die maatstaf, voor zover dit gewogen aantal uitgaat boven een percentage van het van het inwonertal van de gemeente, oplopend van 8,4 in 2002 tot 8,8 in 2006 (met jaarlijks 0,1 procent). Met deze maatstaf wordt tegemoet gekomen aan de gemeenten die een centrumfunctie vervullen.

Maatstaf extra groei leerlingen VO (tabelnummer 15b)

Deze maatstaf wordt berekend op het ongewogen aantal leerlingen voortgezet onderwijs, bedoeld in het derde lid van de leerlingmaatstaf. Het gaat om het verschil tussen het aantal leerlingen in het uitkeringsjaar en een daarvoor liggend jaar, voor zover dit verschil boven de gestelde drempel uitkomt. De huidige formulering betreft een invoertraject. In de structurele situatie zal voor de berekening het aantal leerlingen van een uitkeringsjaar worden verminderd met 110% van het aantal leerlingen voortgezet onderwijs 10 jaar tevoren. Aangezien tot de decentralisatie onderwijshuisvesting in 1997 het bekostigingssysteem voor het voortgezet onderwijs in hoofdzaak was gebaseerd op à fonds perdu vergoedingen door het Rijk, en er derhalve in beginsel geen sprake is van afschrijvings- en rentelasten voortvloeiend uit bouwactiviteit vóór 1997, is groei die voor dat jaar heeft plaatsgevonden niet relevant. Daarom heeft de maatstaf een ingroeitraject vanaf 1997. De drempel groeit in de reeks van jaren 2002–2007 van 5% naar 10%. Deze maatstaf komt tegemoet aan extra lasten vanwege de bouw van scholen voor voortgezet onderwijs.

Maatstaf extra groei jongeren

Deze maatstaf wordt berekend door het aantal jongeren (maatstaf 4) dat in het uitkeringsjaar in de gemeente is ingeschreven te verminderen met 110% van het aantal jongeren tien jaren tevoren. Dit is dus analoog aan de berekening van de maatstaf extra groei leerlingen voortgezet onderwijs in de structurele situatie. Voor deze maatstaf geldt geen invoertraject. Vóór de decentralisatie gold voor het basisonderwijs een bekostigingssysteem dat voorzag in een vergoeding van rentelasten en afschrijvingen. Daarom is een ingroeitraject niet nodig. Met deze maatstaf wordt tegemoet gekomen aan extra lasten in verband met de bouw van basisscholen.

Herindelingsmaatstaf (tabelnummer 45)

De wijziging in de herindelingsmaatstaf betreft slechts een aanpassing aan een wijziging in de Wet algemene regels herindeling.

Inwerkingtreding

Aan dit besluit is een voorhangprocedure verbonden. Ingevolge artikel 8, vierde lid, van de Fvw treedt het besluit niet eerder in werking dan acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. In een dergelijk geval van gecontroleerde delegatie is het wenselijk het tijdstip van inwerkingtreding bij koninklijk besluit te bepalen. Het onderhavig besluit zal worden toegepast met ingang van de uitkering voor het uitkeringsjaar 2002. Hiermee heeft het terugwerkende kracht; daarbij moet evenwel in aanmerking worden genomen dat de vaststelling van de definitieve uitkeringen pas enkele jaren na het uitkeringsjaar plaatsvindt. Tot die tijd worden de voorlopig berekende bedragen uitgekeerd in de vorm van voorschotten. De gemeenten zijn, zoals altijd, geruime tijd tevoren geïnformeerd over belangrijke wijzigingen, zoals de onderhavige, door middel van de gemeentefondscirculaires.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

BIJLAGE

nummer en korte omschrijvingDefinitie verdeelmaatstafBronPeildatum of tijdsaanduiding(indien deze anders luidt dan 1 januari van het uitkeringsjaar)
12. Maatstaf minderhedenHet totaal van het aantal inwoners van de gemeente waarvan tenminste een ouder geboren is in Suriname, de Nederlandse Antillen, Aruba, Turkije of Marokko, vermeerderd met het aantal vreemdelingen dat rechtmatig verblijf in Nederland heeft op grond van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 8, onder c dan wel d, van de Vreemdelingenwet, dat afkomstig is uit bij ministeriële regeling aan te wijzen landen van herkomst. Een totaal kleiner dan 25 wordt op 0 vastgesteld.CBS 
    
1. LeerlingmaatstafHet gecorrigeerd aantal leerlingen dat in de gemeente een van de volgende vormen van onderwijs volgt: 1. a. onderwijs aan een «speciale school voor basisonderwijs» als gedefinieerd in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs; b. voortgezet speciaal onderwijs, voor zover het onderwijs betreft als bedoeld in artikel 125 van de Wet op het voortgezet onderwijs, en praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 10f van de Wet op het voortgezet onderwijs; 2. speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra; 3. voortgezet onderwijs voor zover het onderwijs betreft als bedoeld in artikel 5, onder a tot en met c, van de Wet op het voortgezet onderwijs. Correctie vindt plaats door het aantal leerlingen dat het onderwijs, bedoeld onder 1, 2 of 3 volgt, te vermenigvuldigen met: voor de leerlingen bedoeld onder 1: 2002–2003: 1,98; 2004–2006: 1,99 voor de leerlingen bedoeld onder 2: 2002–2003: 3,46; 2004–2005: 3,47; 2006: 3,48, met dien verstande dat indien is bepaald dat het onderwijs wordt gegeven aan groepen van 2, 3 of 6 leerlingen het aantal leerlingen daarenboven wordt vermenigvuldigd met respectievelijk 4,30, 2,86, of 1,43; voor de leerlingen bedoeld onder 3: 2002: 0,80; 2003: 0,82; 2004: 0,84; 2005: 0,85; 2006: 0,87Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en WetenschappenHet meest recente, in het jaar vóór het uitkeringsjaar vastgestelde aantal leerlingen
    
15a. Maatstaf extra leerlingen streekscholenHet gecorrigeerd aantal leerlingen bedoeld in maatstaf 15 onder 2 en 3, verminderd met de volgende percentages van het totaal aantal inwoners bedoeld in maatstaf 2: 2002: 8,4%; 2003: 8,5%; 2004: 8,6%; 2005: 8,7%; 2006: 8,8% Een negatieve uitkomst wordt op 0 gesteld.Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 
    
15b. Maatstaf extra groei leerlingen voortgezet onderwijsHet ongecorrigeerd aantal leerlingen voortgezet onderwijs als bedoeld in maatstaf 15 onder 3, verminderd met de volgende percentages van het ongecorrigeerd aantal leerlingen voortgezet onderwijs in 1997: 2002: 105%; 2003: 106%; 2004: 107%; 2005: 108%; 2006: 109%; 2007: 110%. Een negatieve uitkomst wordt op 0 gesteld. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 
    
15c. Maatstaf extra groei jongerenHet aantal jongeren, bedoeld in maatstaf 4 verminderd met 110% van het aantal jongeren dat in het jaar t-10 in de gemeente was ingeschreven, waarin t = het uitkeringsjaar. Een negatieve uitkomst wordt op nul gesteld. CBS 

XNoot
1

Stb. 2001, 88, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 juli 2002, Stb. 415.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven