Besluit van 25 januari 2002, houdende verlening van wapen en onderscheidingsvlag aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, gedaan mede namens Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie, van 22 januari 2002, nr. 02M423598;

Gelezen het advies van de Hoge Raad van Adel van 17 januari 2002;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Met ingang van het tijdstip van de voltrekking van haar huwelijk met Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Willem-Alexander Claus George Ferdinand, Prins van Oranje, Prins der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Jonkheer van Amsberg, wordt aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, mevrouw van Amsberg

1. het volgende wapen verleend:

Gevierendeeld:

I en IV in azuur, bezaaid met blokjes van goud, een leeuw van goud, gekroond met een kroon van drie bladeren en twee parelpunten van hetzelfde, getongd en genageld van keel, in de rechtervoorklauw opgeheven houdende in schuinlinkse stand een zwaard van zilver met gevest van goud en in de linker- een bundel van zeven pijlen van zilver met punten van goud, de pijlen tezamen gebonden met een lint mede van goud;

II en III in goud een jachthoorn van azuur, gesnoerd en geopend van keel, beslagen van zilver;

In een hartschild van goud, komende uit een golvende schildvoet van azuur, een gekanteelde burcht, waarop drie gekanteelde torens, de middelste hoger dan de andere, het geheel van keel, en vergezeld van twee toegewende wolven van sabel, elk gaande over een uitgerukte cipres van natuurlijke kleur.

Aan dit wapen kunnen de navolgende uitwendige versierselen worden toegevoegd:

de Koninklijke kroon.

schildhouders: twee leeuwen van goud, getongd en genageld van keel.

Dit wapen voorzien van zijn uitwendige versierselen kan worden geplaatst op een mantel van purper, geboord van goud, gevoerd met hermelijn, opgebonden met koorden, eindigende in kwasten, beide van goud, gedekt door de Koninklijke kroon.

2. de volgende onderscheidingsvlag verleend:

Een ingehoekte blauwe vlag met een oranje kruis, waarop het gekroonde Rijkswapen, met in het veld linksboven (het broektopkanton) de hoorn van Oranje en in het veld linksbeneden (het broekhoekkanton) een burcht met deur en drie kantelen.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister van Defensie zijn belast met de uitvoering van dit besluit waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Hoge Raad van Adel en hetwelk in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 januari 2002

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

De Minister van Defensie,

F. H. G. de Grave

Uitgegeven de eenendertigste januari 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven