Besluit van 13 juli 2002, houdende de aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur aan de Comptabiliteitswet 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 25 maart 2002, nr. BZ2002-310M, na overleg met Onze Ministers van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Defensie, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

De Raad van State gehoord (advies van 18 april 2002, nr. W06.02.0152/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 9 juli 2002, kenmerk BZ2002-534U, na overleg met Onze Ministers van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Defensie, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

In artikel 1, onder b en onder c, van het Besluit inbeslaggenomen voorwerpen1 wordt «degene die ingevolge artikel 19, tweede lid, van de Comptabiliteitswet door Onze Minister van Justitie is aangewezen» vervangen door: degene die als kasbeheerder ingevolge artikel 1, tweede lid, onder i, van het Besluit kasbeheer 1998 is aangewezen.

Artikel II

Artikel 109 van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal2 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «De ambtenaar, die ingevolge artikel 19, tweede lid, Comptabiliteitswet is belast met de in dat lid vermelde taken,» vervangen door: De ambtenaar die namens de Eerste of de Tweede Kamer der Staten-Generaal is belast met de in artikel 24, tweede en derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 vermelde taken,.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede «De ambtenaar, die ingevolge artikel 19, vierde lid, Comptabiliteitswet is aangewezen om beheer te voeren, als bedoeld in het derde lid van dat artikel» vervangen door: De ambtenaar die namens de Eerste of de Tweede Kamer der Staten-Generaal is belast met het in artikel 25, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 bedoelde beheer, .

Artikel III

In artikel 14, derde lid, van het Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen3 wordt «bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Comptabiliteitswet» vervangen door: bedoeld in artikel 65, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

Artikel IV

In artikel 27, derde lid, van het Besluit financiële verhouding 20014 wordt «bedoeld in artikel 22 van de Comptabiliteitswet» vervangen door: bedoeld in artikel 65, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

Artikel V

In artikel 8 van het Besluit Kapittel voor de civiele orden5 wordt «Comptabiliteitswet» vervangen door: Comptabiliteitswet 2001.

Artikel VI

Artikel 73 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement6 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «De ambtenaar, die ingevolge artikel 19, tweede lid, Comptabiliteitswet is belast met de in dat lid vermelde taken,» vervangen door: De ambtenaar die namens een minister is belast met de in artikel 24, tweede en derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 vermelde taken, .

2. In het tweede lid wordt de zinsnede «De ambtenaar, die ingevolge artikel 19, vierde lid, Comptabiliteitswet is aangewezen om beheer te voeren, als bedoeld in het derde lid van dat artikel,» vervangen door: De ambtenaar die namens een minister is belast met het in artikel 25, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 bedoelde beheer, .

Artikel VII

Artikel 1 van het Besluit beheer overtollige rijksgoederen7 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel c wordt «artikel 87, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 1976» vervangen door: artikel 9, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

2. Onder verlettering van onderdeel e in d komt het onderdeel d te vervallen.

Artikel VIII

In artikel 1, eerste lid, onder e, van het Besluit kasbeheer 19988 wordt «Comptabiliteitswet» vervangen door: Comptabiliteitswet 2001.

Artikel IX

Het Besluit materieelbeheer 19969 wordt gewijzigd als volgt:

A. In het eerste lid van artikel 1, onder c, wordt «een aangewezen persoon als bedoeld in artikel 19, vierde lid, van de Comptabiliteitswet.» vervangen door: een aangewezen persoon, belast met het beheer van een centrale voorraad.

B. In het eerste lid van artikel 1, onder d, wordt de definitie van centrale voorraad vervangen door: een voorraad niet-geldelijke zaken.

C. In het zesde lid van artikel 4 wordt «door de op grond van artikel 19, vijfde lid, van de Comptabiliteitswet» vervangen door: door een van de colleges, wie het aangaat, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Comptabiliteitswet 2001.

Artikel X

Het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 199610 wordt gewijzigd als volgt:

A. In het eerste en tweede lid van artikel 1 wordt «artikel 27, vierde lid, van de Comptabiliteitswet» vervangen door: artikel 32, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 .

B. In de eerste volzin van artikel 4 wordt «een roerende zaak» vervangen door: een geldelijke roerende zaak .

C. Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «artikel 29, derde en vierde lid, van de Comptabiliteitswet» vervangen door: artikel 34, vijfde en zesde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 .

2. In het tweede lid wordt «artikel 29, derde, vierde en vijfde lid, van de Comptabiliteitswet» vervangen door: artikel 34, vijfde, zesde en zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

Artikel XI

Het Besluit taak DAD11 wordt gewijzigd als volgt:

A. In artikel 1, onder a, artikel 3, aanhef, en artikel 10 wordt «artikel 22, eerste lid, van de Comptabiliteitswet» vervangen door: artikel 66, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

B. In artikel 3 vervalt onderdeel a, onder vernummering van de onderdelen b tot en met e tot a tot en met d.

C. Artikel 4 komt te luiden:

  • 1. Het onderzoek, bedoeld in artikel 66, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 is gericht op het geven van oordelen over het financieel beheer, het materieel beheer en de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties.

  • 2. Naast de accountantsverklaring, bedoeld in artikel 66, vijfde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 geeft de DAD een acccountantsverklaring af omtrent de verantwoordingen van de baten-lastendiensten, bedoeld in artikel 52, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001, en omtrent de door Onze Minister aangewezen verantwoordingen van andere delen van het ministerie.

D. In het tweede lid van artikel 6 wordt «artikel 22, vijfde lid, van de Comptabiliteitswet» vervangen door: artikel 66, vijfde lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

E. In artikel 10 vervalt de zinsnede «en met betrekking tot de controle van het beheer van niet-geldelijke zaken».

Artikel XII

Het Besluit taak FEZ12 wordt gewijzigd als volgt:

A. In artikel 1, onder a, wordt «artikel 21, eerste lid, van de Comptabiliteitswet;» vervangen door: artikel 27, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001;.

B. In artikel 4 wordt «artikel 15 van de Comptabiliteitswet» vervangen door: artikel 18 van de Comptabiliteitswet 2001.

C. In het tweede lid van artikel 5 wordt «artikel 14 van de Comptabiliteitswet.» vervangen door: artikel 17 van de Comptabiliteitswet 2001. .

D. In artikel 6, onder f, wordt «artikel 20, eerste lid, van de Comptabiliteitswet» vervangen door: artikel 26, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

E. In artikel 8 wordt het tekstdeel «de administraties, bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de Comptabiliteitswet, alsmede voor het opmaken van de financiële verantwoording, bedoeld in artikel 65, tweede lid, van de Comptabiliteitswet.» vervangen door: de administraties, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001, alsmede voor het opmaken van het jaarverslag, bedoeld in artikel 51, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001. .

F. Het eerste lid van artikel 9 vervalt.

G. Onder het schrappen van het cijfer 2 voor het tweede lid van artikel 9 wordt de zinsnede «de artikelen 32, aanhef en onder c tot en met e, 33 en 69 van de Comptabiliteitswet» vervangen door: de artikelen 37, aanhef en onder b, 38 en 65 van de Comptabiliteitswet 2001.

H. In het eerste en derde lid van artikel 13 wordt «van de personen, bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Comptabiliteitswet» vervangen door: van de kasbeheerders, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder i, van het Besluit kasbeheer 1998.

Artikel XIII

Artikel 93 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie13 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «De ambtenaar, die ingevolge artikel 19, tweede lid, van de Comptabiliteitswet is belast met de in dat lid vermelde taken,» vervangen door: De ambtenaar die namens een minister is belast met de in artikel 24, tweede en derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 vermelde taken, .

2. In het tweede lid wordt «De ambtenaar, die ingevolge artikel 19, vierde lid, van de Comptabiliteitswet is aangewezen om beheer te voeren, als bedoeld in het derde lid van dat artikel,» vervangen door: De ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van het Besluit materieelbeheer 1996 .

Artikel XIV

Het Besluit Fonds Luchtverontreiniging 199014 wordt als volgt gewijzigd:

A. In het eerste lid van artikel 11 wordt «Comptabiliteitswet 1976 (Stb. 671)» vervangen door «Comptabiliteitswet 2001» en wordt «Besluit taak Centrale afdeling financiële-economische zaken (Stb. 1977, 426)» vervangen door «Besluit taak FEZ».

B. In artikel 12 wordt «Comptabiliteitswet 1976» vervangen door: Comptabiliteitswet 2001.

Artikel XV

Onder vernummering van het tweede en derde lid tot eerste en tweede lid komt in artikel 9 van het Besluit Financieel Beheer Centrale Raad voor de Volksgezondheid15 het eerste lid te vervallen.

Artikel XVI

In artikel 9, vijfde lid, van het Besluit Raad voor gezondheidsonderzoek16 wordt «Comptabiliteitswet» vervangen door: Comptabiliteitswet 2001 .

Artikel XVII

Het koninklijk besluit van 10 april 199917, houdende wijziging van de titel van de begroting voor het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken wordt ingetrokken.

Artikel XVIII

Artikel 3 van het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996 treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop dit besluit in werking treedt en werkt terug tot en met 1 juli 2000.

Artikel XIX

Indien het bij koninklijke boodschap van 5 juli 2001 ingediende voorstel tot vaststelling van de wet inzake het beheer van de financiën van het Rijk (Comptabiliteitswet 2001; Kamerstukken II, 2000/2001, 27 849), nadat het tot wet is verheven in werking treedt, treedt dit besluit in werking op het tijdstip, bedoeld in artikel 111, eerste lid, van die wet.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 13 juli 2002

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de twintigste augustus 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel I

In het Besluit inbeslaggenomen voorwerpen wordt in artikel 1, onder b en c, verwezen naar degene die ingevolge artikel 19, tweede lid van de Comptabiliteitswet belast is met o.a. de bewaring van gelden en geldswaardige papieren. Dit betreft de zogenaamde kasbeheerder. Deze kasbeheerder wordt ingevolge het onderhavige besluit als bewaarder aangewezen van bepaalde waardepapieren en bepaalde gelden. Sinds de Zevende wijziging van de Comptabiliteitswet (Stb. 2001, 240) wordt de juridische basis voor de aanwijzing van de kasbeheerder niet meer in de CW geregeld. De bevoegdheden die thans aan een kasbeheerder toekomen worden aan deze bij een besluit tot volmachtgeving verleend (zie de toelichting bij het Besluit Kasbeheer 1998, artikel 5, derde lid). In het onderhavige besluit kan derhalve thans worden volstaan met een aanwijzing als bewaarder, bedoeld in artikel 118, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, van «degene die als kasbeheerder is aangewezen» in het betrokken arrondissement.

Artikel VII

Tweede onderdeel

Het vervallen van het onderdeel d in artikel 1 van het Besluit beheer overtollige rijksgoederen heeft betrekking op het laten vervallen van de definitie van bedrijf. Met bedrijf wordt in het onderhavige besluit gedoeld op een staatsbedrijf. Het staatsbedrijf als organisatieonderdeel van het Rijk komt in de Comptabiliteitswet niet meer voor. Om die reden kan de verwijzing daarnaar in het onderhavige besluit, vervallen. Daarvoor in de plaats is het begrip agentschap gekomen. Inmiddels is ook dit begrip in de Comptabiliteitswet losgelaten en vervangen door: een baten-lastendienst. De bepalingen in het Besluit beheer overtollige rijksgoederen hebben betrekking op diensten in het algemeen en daarmee ook op baten-lastendiensten. Om die reden zijn aparte bepalingen voor baten-lastendiensten in het onderhavige besluit niet nodig. Hetgeen in het besluit afzonderlijk geregeld was voor de staatsbedrijven hoeft derhalve niet afzonderlijk geregeld te worden voor baten-lastendiensten.

Artikel IX

A. Omdat sinds de Zevende wijziging van de Comptabiliteitswet (Stb. 2001, 240) in de Comptabiliteitswet een centralevoorraadbeheerder niet meer wordt gedefinieerd, wordt deze definiering thans in artikel 1, eerste lid, onder c, van het Besluit materieelbeheer 1996 zelf opgenomen.

B. Om dezelfde reden moet de definitie van het begrip centrale voorraad in het Besluit materieelbeheer 1996 worden aangepast.

C. Om dezelfde reden wordt thans in artikel 4, zesde lid, van genoemd besluit directer verwezen naar een van de hoge colleges van staat en wel het college wie het in concreto aangaat.

Artikel XI

B. De in artikel 3, onder a, van het Besluit taak DAD, opgenomen controle van de niet-geldelijke zaken (het materieelbeheer) kan in het besluit vervallen, omdat de controletaak van de DAD met betrekking tot het materieelbeheer sinds de Zevende wijziging van de Comptabiliteitswet (Stb. 2001, 240.) in de CW zelf is geregeld.

C. Artikel 4 van het Besluit taak DAD is beperkter van omvang dan in het oude besluit, omdat de bepalingen uit het oude besluit thans voor het belangrijkste deel in de CW 2001 zijn opgenomen.

Artikel XII

F. Het eerste lid van artikel 9 van het Besluit Taak FEZ kan vervallen, omdat de werkingsduur van de daarin opgenomen bepaling gebonden was aan een periode die inmiddels is verstreken.

H. In artikel 13, eerste en derde lid, van het Besluit Taak FEZ (Stb. 1992, 1) wordt verwezen naar de personen, bedoeld in artikel 19, tweede lid van de Comptabiliteitswet. Dit betreft de zogenaamde kasbeheerder. Sinds de Zevende wijziging van de Comptabiliteitswet (Stb. 2001, 240) wordt de juridische basis voor de aanwijzing van de kasbeheerder niet meer in de CW geregeld, maar in het Besluit kasbeheer 1998. Daarnaar wordt thans verwezen.

Artikel XV

Met het vervallen van artikel 9, eerste lid, van het Besluit Financieel Beheer Centrale Raad voor de Volksgzondheid vervalt de zogenoemde voorafgaande kredietopening in het kader van artikel 36 van de Comptabiliteitswet van 1927. De voorafgaande kredietopening in het kader van artikel 36 bestaat niet meer. De kredietopening hield in dat een in de begroting beschikbaar gestelde budget (op artikelniveau) pas daadwerkelijk mocht worden besteed nadat daartoe door de Minister van Financiën een expliciet besluit was genomen. Nu deze vorm van kredietopening tussen het ministerie van Financiën en de andere ministeries niet meer wordt toegepast, ligt het ook niet meer in de rede de voorafgaande kredietopening door de Minister van VWS ten opzichte van de Centrale Raad voor de Volksgezondheid te handhaven. VWS dient de begroting van de Centrale Raad vooraf goed te keuren en heeft derhalve daarmee voldoende mogelijkheden om invloed uit te oefenen op een doelmatig begrotingsbeheer door die raad. In de praktijk werd die kredietopening ook niet meer toegepast.

Artikel XVII

Bij het koninklijk besluit van 10 april 1999, houdende wijziging van de titel van de begroting voor het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, is de begroting voor Koninkrijksrelaties aan de Rijksbegroting toegevoegd. In de Comptabiliteitswet 2001 is de begroting van koninkrijksrelaties in artikel 1, eerste lid, opgenomen. Toevoeging bij koninklijk besluit is derhalve niet zinvol meer. De Comptabiliteitswet 2001 biedt overigens ook niet meer de mogelijkheid om bij koninklijk besluit begrotingen aan de Rijksbegroting toe te voegen

Artikel XVIII

Artikel 3 van het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996 was nog niet in werking getreden. Het tijdstip van inwerkingtreding is afhankelijk gesteld van het vervallen van het tweede lid van artikel 28 van de Comptabiliteitswet. Dat artikellid is bij de Zevende wijziging van de Comptabiliteitswet vervallen met ingang van 1 juli 2000. Artikel 3 van het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996 kan derhalve met ingang van die datum in werking treden.

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XNoot
1

Stb. 1995, 699, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 24 mei 2002, Stb. 259.

XNoot
2

Stb. 1979, 123, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 april 2002, Stb. 216.

XNoot
3

Stb. 1993, 717, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 4 januari 2000, Stb. 36.

XNoot
4

Stb. 2001, 88, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 415.

XNoot
5

Stb. 1994, 831, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 17 december 1996, Stb. 636.

XNoot
6

Stb. 1931, 248, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 april 2002, Stb. 216.

XNoot
7

Stb. 1997, 473.

XNoot
8

Stb. 1998, 53, gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 415.

XNoot
9

Stb. 1996, 23, gewijzigd bij besluit van 23 januari 1998, Stb. 53.

XNoot
10

Stb. 1996, 24, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 415.

XNoot
11

Stb. 1995, 426.

XNoot
12

Stb. 1992, 1, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 januari 1998, Stb. 53.

XNoot
13

Stb. 1993, 350, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 22 oktober 2001, Stb. 511.

XNoot
14

Stb. 1990, 569, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 september 1994, Stb. 700.

XNoot
15

Stb. 1959, 151.

XNoot
16

Stb, 1996, 558, gewijzigd bij besluit van 23 april 2001, Stb. 249.

XNoot
17

Stb. 1999, 174.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven