Besluit van 13 juli 2002, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele artikelen van de wet van 18 oktober 2001 tot wijziging van de Woningwet naar aanleiding van enerzijds de evaluatie van die wet en anderzijds het project Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (Stb. 2001, 518), en van enkele artikelen van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 12 juli 2002, nr. MJZ2002056920, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op de artikelen VII, eerste lid, van de wet van 18 oktober 2001 tot wijziging van de Woningwet naar aanleiding van enerzijds de evaluatie van die wet en anderzijds het project Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (Stb. 2001, 518), en 13, eerste lid, van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De artikelen I, onderdelen B, N, artikel 43, eerste lid, van de Woningwet, III en VII, eerste, derde, vierde en vijfde lid van de wet van 18 oktober 2001 tot wijziging van de Woningwet naar aanleiding van enerzijds de evaluatie van die wet en anderzijds het project Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (Stb. 2001, 518) treden met ingang van 15 augustus 2002 in werking.

Artikel 2

De artikelen 1, 3, eerste lid, aanhef en onder e, en derde lid, aanhef en onder c, 8, 9, 13 en 14 van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken treden met ingang van 15 augustus 2002 in werking.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 13 juli 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

Uitgegeven de achtste augustus 2002

De Minister van Justitie a.i.,

J. P. Balkenende

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit strekt tot vaststelling van het tijdstip waarop een aantal artikelen van de wet van 18 oktober 2001 tot wijziging van de Woningwet naar aanleiding van enerzijds de evaluatie van die wet en anderzijds het project Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (Stb. 2001, 518), en enkele artikelen van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken in werking treden. Hiermee treden de voorschriften met betrekking tot enkele typen antenne-installaties in werking vooruitlopend op de inwerkingtreding van de gehele genoemde wijzigingswet en het gehele genoemde besluit.

Van het nieuwe artikel 43 van de Woningwet (artikel I, onderdeel N, van de wijzigingswet) treedt nu alleen het eerste lid in werking. Dit betekent dat het tweede, derde en vierde lid van het huidige artikel 43 in stand blijven tot de inwerkingtreding van het tweede en derde lid van het nieuwe artikel 43.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

Naar boven