Wet van 20 juni 2002 tot samenvoeging van de gemeenten Echt en Susteren

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeenten Echt en Susteren samen te voegen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Paragraaf 1. Opheffing en instelling van gemeenten

Artikel 1

Met ingang van de datum van herindeling worden de gemeenten Echt en Susteren opgeheven.

Artikel 2

a. Met ingang van de datum van herindeling wordt de nieuwe gemeente Echt-Susteren ingesteld zoals aangegeven op de bij de wet behorende kaart.

b. De nieuwe gemeente Echt-Susteren bestaat uit het grondgebied van de op te heffen gemeenten Echt en Susteren.

Paragraaf 2. Overige bepalingen

Artikel 3

Voor de nieuwe gemeente Echt-Susteren wordt de op te heffen gemeente Echt aangewezen voor de toepassing van artikel 36 van de Wet algemene regels herindeling, in verband met de toepassing van de instructies en reglementen, bedoeld in dat artikel.

Artikel 4

Voor de op te heffen gemeenten Echt en Susteren wordt de nieuwe gemeente Echt-Susteren aangewezen voor de toepassing van de volgende bepalingen van de Wet algemene regels herindeling:

a. artikel 39, tweede lid, in verband met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen;

b. artikel 41, derde lid, in verband met de deelneming aan gemeenschappelijke regelingen;

c. de artikelen 44, eerste lid, en 45, tweede lid, in verband met de overgang van rechten en verplichtingen;

d. artikel 48, tweede lid, in verband met de uitkeringen, bedoeld in dat artikel;

e. artikel 70, eerste lid, in verband met de overgang van archiefbescheiden;

f. artikel 71, derde lid, in verband met de overgang van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Artikel 5

  • 1. Voor de nieuwe gemeente Echt-Susteren die bij deze wet wordt ingesteld, wordt een tussentijdse raadsverkiezing gehouden als bedoeld in artikel 52, tweede lid, onderdeel a, van de Wet algemene regels herindeling.

  • 2. Met de voorbereiding van de tussentijdse raadsverkiezing wordt de op te heffen gemeente Echt belast.

  • 3. Indien de datum van herindeling valt binnen twee jaar voor de datum waarop de reguliere verkiezingen voor de leden van de gemeenteraden ingevolge de Kieswet moeten worden gehouden, vinden deze verkiezingen niet plaats in de gemeente die bij deze wet is ingesteld.

  • 4. De zittingsperiode van de leden van de raad van de nieuwe gemeente eindigt in de in het derde lid bedoelde situatie gelijk met de zittingsperiode van de leden van de raden van de overige gemeenten die volgt op de eerste verkiezingen voor de gemeenteraden na de datum van herindeling.

Artikel 6

Artikel 9 van de Wet op de rechterlijke indeling1 wordt met ingang van de datum van herindeling als volgt gewijzigd:

1. In het gestelde onder «Arrondissement Maastricht» vervalt «Susteren»;

2. In het gestelde onder «Arrondissement Roermond» wordt «Echt» vervangen door: Echt-Susteren.

Artikel 7

De bijlage, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Politiewet 19932, wordt met ingang van de datum van herindeling als volgt gewijzigd:

1. In het gestelde onder «Limburg-Zuid» vervalt: «Susteren».

2. In het gestelde onder «Limburg-Noord» wordt «Echt» vervangen door: Echt-Susteren.

Artikel 8

Advocaten en procureurs die kantoor houden in dat deel van de op te heffen gemeente Susteren dat ingevolge deze wet is overgegaan naar het arrondissement Roermond, worden door de zorg van de betrokken griffiers ingeschreven bij de rechtbank van het arrondissement Roermond. De procureurs blijven tot vijf jaren na de datum van herindeling tevens ingeschreven bij de rechtbank van het arrondissement Maastricht. Artikel 61, tweede lid, tweede volzin, van de Advocatenwet blijft buiten toepassing.

Artikel 9

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 20 juni 2002

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Uitgegeven de drieëntwintigste juli 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1994, 404, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 mei 2002, Stb. 289.

XNoot
2

Stb. 1994, 145, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 mei 2002, Stb. 289.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2001/2002, 28 012.

Handelingen II 2001/2002, blz. 4403–4425; 4491.

Kamerstukken I 2001/2002, 28 012 (307, 307a, 307b).

Handelingen I 2001/2002, blz. 1523.

Naar boven