Besluit van 5 juli 2002, houdende wijziging van het Besluit kadastrale tarieven 1998 (aanpassing tarieven)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 22 maart 2002, nr. MJZ2002026715, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving;

Gelet op de artikelen 104, derde lid, en 108, eerste lid, van de Kadasterwet;

De Raad van State gehoord (advies van 24 april 2002, nr. W08.02.0140/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 2 juli 2002, nr. MJZ 2002055702, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit kadastrale tarieven 19981 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, eerste lid, wordt «€ 319,90» vervangen door: € 432,–.

B

Artikel 3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «€ 40,85» vervangen door: € 44,95.

2. In onderdeel b wordt «€ 81,70» vervangen door: € 89,90.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Voor de inschrijving van een ander stuk dan bedoeld in de artikelen 2 en 3, dat aanleiding is om in de door de Dienst gehouden registraties een rechthebbende te wijzigen, behoudens ten aanzien van hypotheken, is per nieuwe rechthebbende, waarbij gezamenlijke nieuwe rechthebbenden als één nieuwe rechthebbende worden gerekend, verschuldigd € 62,65, vermeerderd met € 9,80 per tiental in het stuk vermelde percelen dan wel appartementsrechten, schepen of luchtvaartuigen, bij welke vermeerdering een gedeelte van een tiental als een tiental wordt aangemerkt. Indien op de wijziging tevens artikel 2 van toepassing is, is het eerstgenoemde bedrag niet verschuldigd. Indien de gegevens tevens worden aangeleverd op een wijze die geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie mogelijk maakt, is een bedrag verschuldigd dat gelijk is aan 20% van genoemde tarieven.

2. In het tweede lid wordt «€ 40,85» vervangen door: € 55,15.

3. Het derde lid vervalt.

D

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een stuk anders dan is bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4,» vervangen door «een ander stuk dan bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4,» en wordt «€ 15,90» vervangen door: € 19,10.

2. In het tweede lid wordt «€ 6,35» vervangen door: € 7,60.

3. In het derde lid wordt «€ 4,55» vervangen door: € 5,45.

E

In artikel 6, eerste lid, wordt «€ 15,90» vervangen door: € 19,10.

F

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

  • 1. Voor het digitaal raadplegen van gegevens uit de kadastrale registratie is verschuldigd:

    a. indien het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft: per object € 2,70;

    b. indien het andere gegevens betreft dan bedoeld onder a: per object € 2,70, en

    c. per abonnementsperiode van een maand, als vergoeding voor de vaste kosten € 5,45.

  • 2. Voor het verstrekken van gegevens uit de kadastrale registratie op een andere wijze dan bedoeld in het eerste lid, is verschuldigd:

    a. indien het een negatieve mededeling betreft: € 5,45;

    b. indien het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft: per object € 5,45, en

    c. indien het andere gegevens betreft dan bedoeld onder a en b: per object € 5,45.

G

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Voor het tegelijkertijd verstrekken van gegevens uit de kadastrale registratie, uitgezonderd gegevens inzake hypotheken en beslagen, is per object verschuldigd € 1,15.

2. In het tweede lid wordt «per 1000 objecten waaruit het in het eerste lid bedoelde gebied bestaat € 208,75» vervangen door: per 1000 objecten € 251,–.

H

In artikel 9 wordt «€ 0,03» vervangen door: € 0,04.

I

Artikel 10 vervalt.

J

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «€ 4,55» vervangen door: € 5,45.

2. In het tweede lid wordt «gegevens uit andere registers» vervangen door «andere gegevens dan bedoeld in het eerste lid» en wordt «€ 3,20» vervangen door: € 3,85.

K

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12

  • 1. Voor het digitaal raadplegen van gegevens uit de registratie voor schepen is per schip verschuldigd:

    a. indien het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft: € 2,70, en

    b. indien het andere gegevens betreft dan bedoeld onder a: € 2,70.

  • 2. Voor het verstrekken van gegevens uit de registratie voor schepen op een andere wijze dan bedoeld in het eerste lid, of uit de registratie voor luchtvaartuigen, is per schip, onderscheidenlijk luchtvaartuig, verschuldigd:

    a. indien het een negatieve mededeling betreft: € 5,45;

    b. indien het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft: € 5,45, en

    c. indien het andere gegevens betreft dan bedoeld onder a of b: € 5,45.

L

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «€ 8,15» vervangen door: € 9,80.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Voor het verrichten van standaardonderzoeken naar erfdienstbaarheden teruggaand tot maximaal het jaar 1929 is per onderzoek verschuldigd € 65,35.

M

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14

  • 1. Voor het verstrekken van gegevens uit de kadastrale kaart is verschuldigd:

    a. in geval van digitale raadpleging of verstrekking op formaat A3 of A4: per raadpleging of afschrift € 5,45, en

    b. in geval van verstrekking op maximaal formaat A0: per afschrift € 27,25.

  • 2. Voor het verstrekken van gegevens uit een hulpkaart is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

N

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «€ 0,45» vervangen door «€ 0,54» en vervalt «met dien verstande dat tenminste is verschuldigd € 68,05».

2. In het tweede lid wordt «€ 113,45» vervangen door: € 136,–.

3. Het derde en vierde lid vervallen.

O

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Voor het te velde verstrekken van inlichtingen over de ligging van de kadastrale grenzen is per onroerende zaak verschuldigd € 360,–. Artikel 2, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

2. In het tweede lid wordt «€ 12,70» vervangen door: € 15,25.

3. In het derde lid wordt «€ 1,60» vervangen door: € 1,90.

P

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «€ 319,90» vervangen door: € 384,–.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «€ 90,75» vervangen door: € 109,–.

3. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «€ 124,80» vervangen door: € 150,–.

4. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «€ 258,65» vervangen door: € 310,–.

Q

In artikel 18 wordt «€ 136,15» vervangen door: € 163,–.

R

In artikel 19 wordt «kartografische» vervangen door: cartografische.

S

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Voor het verstrekken van gegevens over punten van de Rijksdriehoeksmeting is verschuldigd:

    a. in geval van eenmalige verstrekking:

    1°. per digitale overzichtskaart van punten € 54,50;

    2°. per lijst van coördinaten van een punt € 27,25, vermeerderd met € 54,50 per verzoek als vergoeding voor de kosten van administratie;

    b. door abonnees op de digitale overzichtskaart en lijsten van coördinaten van punten, per jaar:

    1°. per kernnetpunt € 5,45, en

    2°. per ander punt € 1,75.

2. In het tweede lid wordt «€ 22,70» vervangen door: € 27,25.

T

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «vernieuwd» vervangen door «opnieuw» en wordt «€ 120,25» vervangen door: € 144,–.

2. In het tweede lid wordt «€ 11,35» vervangen door: € 13,60.

U

Artikel 21a komt te luiden:

Artikel 21a

  • 1. Voor het verstrekken van gegevens, samengesteld uit de gegevens welke door de Dienst bij het vervullen van de hem opgedragen taken zijn verkregen, is verschuldigd:

    a. Indien het gegevens inzake hypotheken betreft:

    1°. samengestelde gegevens: per hypotheekakte die in de samengestelde gegevens is betrokken:

    – indien het de gegevens per gemeente betreft: € 0,04;

    – indien het de gegevens per 6-positie postcodegebied betreft: € 0,06;

    2°. per jaar voor een abonnement op de onder 1° bedoelde gegevens inzake het gehele bestand:

    – indien het de gegevens per gemeente betreft: € 15 000;

    – indien het de gegevens per 6-positie postcodegebied betreft: € 22 500;

    3°. overige gegevens: per hypotheekakte: € 1,35;

    b. Indien het gegevens over vastgoedtransacties betreft:

    1°. samengestelde gegevens: per akte die in de samengestelde gegevens is betrokken:

    – indien het de gegevens per gemeente betreft: € 0,04;

    – indien het de gegevens per 6-positie postcodegebied betreft: € 0,07;

    2°. per jaar voor een abonnement op de onder 1° bedoelde gegevens inzake het gehele bestand:

    – indien het de gegevens per gemeente betreft: € 16 000;

    – indien het de gegevens per 6-positie postcodegebied betreft: € 26 000;

    3°. overige gegevens: per akte: € 1,35;

    c. Indien het gegevens over gemiddelde koopsommen betreft:

    1°. indien het een standaard koopsomrapport betreft:

    – per stuk: € 12,05;

    – per jaar voor een abonnement: € 48,10;

    2°. indien het individuele koopsommen betreft, per stuk: € 0,90;

    3°. indien het een bestand met koopsommen betreft:

    het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van onderdeel b;

    4°. indien het een bestand met koopsommen betreft, ouder dan twee, drie of vier jaren, een bedrag gelijk aan 75%, onderscheidenlijk 50% en 25%, van het onder 3° genoemde tarief;

    d. indien het aantallen akten of aantallen rechtsfeiten betreft:

    1°. indien het aantallen akten betreft, per verstrekt aantal: € 12,05;

    2°. indien het aantallen openstaande hypotheken betreft, per verstrekt aantal per postcodegebied: € 0,05;

    3°. indien het overige aantallen betreft, per verstrekt aantal: € 12,05;

    e. indien het de relatie tussen rechthebbenden en percelen of andere relaties betreft:

    1°. indien het de relatie tussen perceel en akte betreft: € 0,95;

    2°. indien het andere relaties betreft:

    f. indien het gegevens betreft inzake de koppeling tussen adres en adrescoördinaten:

    1°. bij ten hoogste 100 000 relaties, per relatie: € 0,10;

    2°. bij meer dan 100 000 doch ten hoogste 500 000 relaties, per relatie: € 0,07;

    3°. bij meer dan 500 000 doch ten hoogste 1 500 000 relaties, per relatie: € 0,06;

    4°. bij meer dan 1 500 000 doch ten hoogste 3 000 000 relaties, per relatie: € 0,05;

    5°. bij meer dan 3 000 000 relaties, per relatie: € 0,04;

    6°. per jaar voor een abonnement op de onder 1° tot en met 5° bedoelde gegevens, een bedrag gelijk aan 20% van de aldaar genoemde tarieven;

    g. indien het gegevens betreft inzake de koppeling tussen perceel, adres en plaatscoördinaten: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van onderdeel f;

    h. indien het de centroïden of de vlakken van de postcodegebieden betreft:

    1°. indien het betreft het gehele 6-positie postcode bestand: € 22 500;

    2°. indien het betreft het gehele 5-positie postcode bestand: € 1 800;

    3°. indien het betreft het gehele 4-positie postcode bestand: € 350,–;

    4°. per jaar voor een abonnement op de onder 1° en 2° bedoelde gegevens, een bedrag gelijk aan 20% van de aldaar genoemde tarieven;

    i. indien het cartografische gegevens zonder de kadastrale grenzen betreft:

    1°. indien het een kaart met gebouwen betreft, per bebouwd perceel: € 0,14;

    2°. indien het een bestand met gebiedsgrenzen betreft: € 1 203;

    j. indien het de postcodes per bedrijfsterrein betreft:

    1°. indien het betreft het gehele bestand: € 3 319,–;

    2°. per jaar voor een abonnement op het gehele bestand: € 664,–;

    k. indien het digitale raadpleging betreft:

    1°. van de gemiddelde koopsom per 6-positie postcodegebied, per raadpleging: € 0,48;

    2°. van vastgoedtransacties per 6-positie postcodegebied, per raadpleging: € 1,90;

    3°. van vastgoedtransacties agrarische gronden, per transactie: € 0,48;

    4°. per abonnementsperiode van een maand als vergoeding voor de vaste kosten: € 4,80;

    l. indien het de postcodes per bestaande wijk betreft:

    1°. indien het betreft het gehele bestand: € 3 367,–;

    2°. per jaar voor een abonnement op het gehele bestand: € 673,– en

    m. indien het andere gegevens dan de onder a tot en met l bedoelde gegevens betreft: per minuut die aan het samenstellen van die gegevens is besteed door middel van een computer: € 24,05.

  • 2. Indien de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met l, in een andere vorm of met een uitgebreidere inhoud dan de standaardleveringen, bedoeld in die onderdelen, worden verstrekt, is bovendien, met overeenkomstige toepassing van artikel 12, eerste lid, verschuldigd per minuut die daaraan is besteed door middel van een computer € 24,05.

  • 3. Indien de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met l, met een beperktere inhoud dan de standaardleveringen, bedoeld in die onderdelen, worden verstrekt, is verschuldigd een bedrag gelijk aan de tarieven, genoemd in die onderdelen, waarbij per minuut minder bestede tijd een vermindering met € 24,05 wordt toegepast.

V

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervallen «10, tweede lid,» en «16, eerste lid, onder b,».

2. In het tweede lid vervalt «10, tweede lid,».

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Voor de verstrekkingen, bedoeld in de artikelen 8, eerste lid, 15, eerste lid, en 21a, eerste lid, onderdelen a, b, c, onder 2° en 3°, d, onder 3°, f en i, en tweede lid, is ten minste een bedrag verschuldigd van € 50,–.

W

De artikelen 24 en 25 vervallen.

X

In artikel 27 wordt «1998» vervangen door: 2002.

ARTIKEL II

Ten aanzien van verrichtingen die voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit zijn aangevraagd, blijven de bepalingen van het Besluit kadastrale tarieven 1998, zoals deze luidden voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit, van toepassing.

ARTIKEL III

De tekst van het Besluit kadastrale tarieven 2002 wordt in het Staatsblad geplaatst.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2002.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 5 juli 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

Uitgegeven de zestiende juli 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

1. Dit besluit strekt tot wijziging van het Besluit kadastrale tarieven 1998. Die wijziging betreft hoofdzakelijk verhoging van de kadastrale tarieven ten aanzien waarvan het volgende wordt opgemerkt.

Na de inwerkingtreding van de Organisatiewet Kadaster op 1 mei 1994 als gevolg waarvan de Rijksdienst van het Kadaster en de Openbare Registers is verzelfstandigd tot de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, hierna te noemen: het Kadaster, is een viertal tariefsverlagingen doorgevoerd te weten:

a. 15% per 1 januari 1995 (verwerkt in het Besluit kadastrale tarieven);

b. 30% per 1 augustus 1995 (verwerkt in het Besluit kadastrale tarieven 1995);

c. 10% per 1 september 1996 (verwerkt in het Besluit kadastrale tarieven 1997), en

d. 25% per 1 oktober 1998 (verwerkt in het besluit van 24 augustus 1998 tot wijziging van het Besluit kadastrale tarieven 1997).

Die tariefsverlagingen zijn voor een groot deel mogelijk geworden door de hausse op de vastgoedmarkt en de doorgevoerde verbeteringen bij het Kadaster die hebben geleid tot een doelmatiger bedrijfsvoering: zie hiertoe de brief van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 10 juli 1998 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake het eindrapport «evaluatie verzelfstandiging Kadaster» (Kamerstukken II 1997/98, 25 600 XI, nr. 59). Uit de resultaten van de afgelopen jaren en de meerjarenprognoses blijkt eveneens een effectieve beheersing van het kostenniveau. Meerdere jaren steeg namelijk het werkaanbod, terwijl het kostenniveau nagenoeg gelijk bleef en er geen doorrekening van inflatie-effecten plaatsvond. Daarmee werd voldaan aan een wezenlijk element in de missie van het Kadaster, te weten het dienen van de rechtszekerheid tegen zo laag mogelijke kosten.

Zoals aangegeven in de nota van toelichting bij het besluit van 24 augustus 1998 tot wijziging van het Besluit kadastrale tarieven 1997 had de forse tariefsverlaging van 1 oktober 1998 het doel het vermogensoverschot af te bouwen, bestaande uit het verschil tussen het aanwezige eigen vermogen en het normvermogen, zoals aangegeven in de memorie van toelichting bij de Organisatiewet Kadaster (Kamerstukken II 1992/93, 23 007, nr. 3). Door de dalende trend in het werkaanbod die zich voordoet vanaf begin 2000 wordt de situatie waarin dat overschot niet meer aanwezig is sneller bereikt dan voorzien. Rekening houdend met de verwachte ontwikkeling van de vermogenspositie van het Kadaster en de uitgangspunten met betrekking tot het eigen vermogen zoals aangegeven in de memorie van toelichting bij de Organisatiewet Kadaster, is een verhoging van de kadastrale tarieven met gemiddeld 20% noodzakelijk. In dit percentage is de inflatie verwerkt die vanaf 1 oktober 1998 tot en met september 2001 reeds 9% bedroeg. Bij die verhoging van de kadastrale tarieven is sprake van een geringe differentiatie in de verhoging, zoals in de artikelsgewijze toelichting is aangegeven.

De tariefsverhoging moet worden gezien als een correctie op de laatste tariefsverlaging van 25%, waarbij toen bewust is gekozen voor het boeken van een jaarlijks negatief resultaat. Het evenwicht tussen opbrengsten en kosten wordt door middel van de onderhavige tariefsverhoging weer hersteld.

Ten slotte zijn, overeenkomstig artikel 108, tweede lid, van de Kadasterwet, de onderhavige tarieven tot geen hoger bedrag vastgesteld dan wordt vereist voor de dekking van de ten laste van het Kadaster komende kosten van het verrichten van de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid van genoemd artikel 108.

2. Dit besluit heeft op enkele onderdelen kleine wijzigingen in de structuur van de tarieven aangebracht. In de artikelsgewijze toelichting worden die wijzigingen toegelicht, behoudens de voornoemde tariefsverhogingen en behoudens redactionele verbeteringen in de artikelen 4, eerste lid, 5, eerste lid, 7, 11, tweede lid, 12, 14, 19, 20, eerste lid, 21, eerste lid, en 21a, eerste lid, onderdeel i.

3. Omtrent dit besluit is de gebruikersraad, bedoeld in artikel 16 van de Organisatiewet Kadaster, gehoord. De gebruikersraad heeft positief over het voorstel tot tariefsverhoging geadviseerd.

II. Notificatieverplichting

Dit besluit bevat regels betreffende een dienst van de informatiemaatschappij, voorzover de verstrekking van producten geschiedt op afstand, langs elektronische weg en op individueel verzoek van een afnemer.

Het ontwerp ervan is op 26 maart 2002 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen [notificatienummer 2002/0131/NL] ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217).

Naar aanleiding van deze notificatie zijn geen reacties van de zijde van de Europese Commissie en van de lidstaten kenbaar gemaakt.

III. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Het tarief, opgenomen in artikel 2, eerste lid, is verhoogd met 35% en daarmee meer in overeenstemming gebracht met de kostprijs.

Onderdeel B

De tarieven in artikel 3 zijn niet met 20%, doch met 10% verhoogd, teneinde deze in overeenstemming te houden met de kostprijs.

Onderdeel C

Aan het eerste lid van artikel 4 is als derde zin een bepaling toegevoegd die overeenkomt met die welke ook reeds voorkomt in artikel 5, tweede lid. Die toevoeging houdt verband met zeer omvangrijke bijhoudingen in de kadastrale registratie, zoals bij overgang van gemeente-eigendommen in het kader van gemeentelijke herindelingen ten behoeve waarvan de gegevens in de praktijk ook in elektronische vorm worden aangeleverd zodat automatische bijhouding mogelijk is. Dat werkt sterk kostenbesparend.

Het tarief, vermeld in artikel 4, tweede lid, is verhoogd met 35% en daarmee meer in overeenstemming gebracht met de kostprijs.

Het derde lid van artikel 4 is geschrapt. Dit lid betrof een verminderdtarief voor de inschrijving van verklaringen van erfrecht teneinde de inschrijving daarvan te bevorderen. Aangezien hier sprake was van een tijdelijke maatregel die was ingevoerd op 1 januari 1995, is die maatregel vervallen aangezien het doel daarvan is bereikt.

Onderdelen F en K

De artikelen 7 en 12 zijn aangepast aan de toepassing van internettechnologie bij het elektronisch raadplegen van gegevens.

Onderdelen G en I

Verdergaande toepassing van de voortschrijdende techniek heeft ertoe geleid dat er in de praktijk geen verschil meer bestaat tussen verstrekking van gegevens omtrent een gehele gemeente en informatieverstrekking inzake andere gebieden als bedoeld in het vervallen artikel 10. In dat artikel was een hoger kadastraal tarief opgenomen dan het kadastraal tarief in artikel 8. Nu het niet langer noodzakelijk is verschillende kadastrale tarieven te hanteren, kan de onderhavige tarifering in een artikel worden geregeld, namelijk in artikel 8. Artikel 10 is daarom vervallen.

Onderdeel L

Het tweede lid van artikel 13 is aangepast aan het feit dat het uitvoeren van beperkte standaardonderzoeken naar erfdienstbaarheden niet meer plaatsvindt.

Onderdeel M

Artikel 14 is aangepast in verband met de verdergaande toepassing van de voortschrijdende techniek en het feit dat het netteplan als gevolg daarvan is vervallen.

Onderdeel N

Het derde lid van artikel 15 is, wat de gebouwen betreft, vervallen vanwege de integratie van de kadastrale kaart en de grootschalige basiskaart van Nederland.

Het vierde lid van voornoemd artikel is geschrapt omdat thans standaardformaten worden gehanteerd, die geen extra werkzaamheden meebrengen.

Onderdeel O

In het eerste lid van artikel 16 is een vast tarief opgenomen voor de zogenoemde grensreconstructie in het terrein. Het kwartiertarief dat was opgenomen in het eerste lid van artikel 16, was voor de afnemers van dit product te weinig transparant.

Onderdeel S

Het eerste lid van artikel 20 is aangepast in verband met de verdergaande toepassing van automatisering bij de informatieverstrekking.

Onderdeel U

Ten aanzien van de wijzigingen van de tarieven in artikel 21a, eerste lid, wordt het volgende opgemerkt.

De tarieven, opgenomen in onderdelen a, b, c, onder 2°, f, h en i, onder 1°, zijn verlaagd. De verlaging betreft voor elk desbetreffend product een ander percentage, doch in het algemeen is sprake van een verlaging van circa 20 tot 50%. De desbetreffende tarieven zijn daarmee meer in overeenstemming gebracht met de kostprijs van de in die onderdelen genoemde producten.

De tarieven die waren opgenomen in de onderdelen h en k zijn vervallen omdat de desbetreffende producten geen standaardproducten meer zijn. Die onderdelen betroffen gegevens inzake de koppeling tussen de 100/100-grids en de postcodecoördinaten, alsmede de topografische postcodekaart. Daarnaast is onderdeel k gewijzigd, waarin de tarifering van nieuwe standaardproducten is opgenomen.

De overige tarieven zijn niet met 20%, doch met 6% verhoogd, aangezien die tarieven eerst op 29 september 2000 zijn vastgesteld. Die genoemde 6% houdt verband met de loon- en prijsontwikkelingen in 2000 en 2001.

Onderdeel V

Aan artikel 22 is een derde lid toegevoegd, waarin een minimumtarief is opgenomen, dat voorheen was opgenomen in de artikelen 8, eerste lid (impliciet was in dat lid sprake van een minimumtarief, aangezien het ging om alle gegevens van een gemeente of waterschap), 15, eerste lid, en 21a, eerste lid, onderdelen a, b, c, onder 2° en 3°, d, onder 3°, en f. Het bedoelde minimumtarief is verlaagd tot € 50,–.

Daarnaast is een minimumtarief opgenomen voor de producten, bedoeld in artikel 21a, eerste lid, onderdeel i, en tweede lid. Ter toelichting van het opnemen van een minimumtarief met betrekking tot artikel 21a, eerste lid, onderdeel i, wordt opgemerkt dat met betrekking tot de verstrekking van de in dat onderdeel bedoelde gegevens abusievelijk geen minimumtarief was opgenomen en die omissie hierbij is hersteld. Voor dit product bestaat, evenals voor de andere producten, bedoeld in het derde lid, namelijk de mogelijkheid om zeer kleine bestanden op te vragen, waaraan veel werk is verbonden (het selecteren van de gegevens, de plaatsing op diskette, enz.). Om dezelfde reden is ook voor artikel 21a, tweede lid, een minimumtarief opgenomen.

Onderdeel X

Artikel 27 is gewijzigd om in de citeertitel tot uitdrukking te brengen dat de kadastrale tarieven in 2002 integraal gewijzigd zijn.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes


XNoot
1

Stb. 1998, 575, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 415.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven