Besluit van 2 juli 2002 tot inwerkingtreding van
de filminvesteringsaftrek
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 1 juli 2002,
WDB2002/121M;
Gelet op artikel VIII, derde lid, van de Wet van 14 december 2001
tot wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan 2002 II – Economische
infrastructuur) (Stb. 641);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
Artikel I, onderdelen A tot en met I, onderdelen L en M, artikel IV, onderdeel
B, tweede lid, en artikel VI (overgangsrecht in verband met artikel I, onderdeel
F) van de Wet van 14 december 2001 tot wijziging van belastingwetten c.a.
(Belastingplan 2002 II – Economische infrastructuur) (Stb. 641) treden
in werking met ingang van 16 juli 2002.
Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van
dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad
zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 2 juli 2002
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën,
W. J. Bos
Uitgegeven de elfde juli 2002
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
In het inmiddels tot wet verheven voorstel van wet tot wijziging van belastingwetten
c.a. (Belastingplan 2002 II – Economische infrastructuur) (Stb. 641)
is in artikel I, onderdelen A tot en met I, onderdelen L en M, artikel IV,
onderdeel B, tweede lid, en artikel VI (overgangsrecht in verband met artikel
I, onderdeel F) voorzien in de wijziging van de willekeurige afschrijving
op films alsmede de invoering van de filminvesteringsaftrek met aangepaste
desinvesteringsbijtelling.
Zoals in de memorie van toelichting bij het genoemde wetsvoorstel (Kamerstukken
II 2001/02, 28 034, nr. 3, blz. 40) is vermeld, kunnen de voorgestelde
regelingen pas effectief worden zodra de goedkeuring van de Europese Commissie
is verkregen. Dit is de reden dat voor invoering van deze regelingen is voorzien
in inwerkingtreding bij koninklijk besluit.
Zoals in de brief van 28 december 2001 aan de Tweede Kamer is gemeld,
heb ik bij besluit van 28 december 2001, nr. CPP2001/3658M, de overgangsregeling
film voor 2001 met ten hoogste drie maanden verlengd, vooruitlopend op wetgeving.
Dit besluit is getroffen in het licht van de motie-Molenaar (Kamerstukken
II 2001/02, 25 434, nr. 8). Vervolgens is dit besluit enkele malen vervangen.
Bij besluit van 23 april 2002, nr. CPP2002/1255M, is bepaald dat de verlenging,
vooruitlopend op wetgeving, zal gelden tot en met 15 juli 2002. De desbetreffende
wetswijziging is aanhangig bij de Raad van State.
Onlangs heeft de Europese Commissie haar goedkeuring aan de voorgestelde
regelingen verleend.
Het voorgaande leidt ertoe dat de regelingen in werking treden met ingang
van 16 juli 2002.
De Staatssecretaris van Financiën,
W. J. Bos