Besluit van 28 juni 2002 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 18 april 2002, tot wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten teneinde onduidelijkheid omtrent het rechtsgevolg van door indicatieorganen te stellen indicaties op te heffen, alsmede wijziging van de Ziekenfondswet teneinde enkele technische verbeteringen aan te brengen (Stb. 2002, 241)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Staatssecretris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 juni 2002, kenmerk DWJZ/SWW-2291907;

Gelet op artikel III van de Wet van 18 april 2002, tot wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten teneinde onduidelijkheid omtrent het rechtsgevolg van door indicatieorganen te stellen indicaties op te heffen, alsmede wijziging van de Ziekenfondswet teneinde enkele technische verbeteringen aan te brengen (Stb. 2002, 241);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 18 april 2002, tot wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten teneinde onduidelijkheid omtrent het rechtsgevolg van door indicatieorganen te stellen indicaties op te heffen, alsmede wijziging van de Ziekenfondswet teneinde enkele technische verbeteringen aan te brengen (Stb. 2002, 241) treedt in werking met ingang van 1 oktober 2002.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 28 juni 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. M. Vliegenthart

Uitgegeven de elfde juli 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven