Besluit van 1 juli 2002, houdende wijziging van het Besluit Staatstoezicht op de volksgezondheid en enkele andere besluiten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 april 2002, kenmerk DWJZ/SWW-2269779, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 36, eerste lid, van de Gezondheidswet, 5, eerste lid, van de Warenwet, 9 van de Wet op de gevaarlijke werktuigen, 18, 19, 27, 30a van de Vleeskeuringswet, 25 van de Gezondheidsen welzijnswet voor dieren, 24 van de Wet mileugevaarlijke stoffen, 73 van de Kernenergiewet, 71, tweede lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelastingen 1994 en 23 van de Wet op de strandvonderij;

De Raad van State gehoord (advies van 21 juni 2002, no. W13.02.0153/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 juni 2002, kenmerk DWJZ/SWW-2294548, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 1, onder c, van het Besluit Staatstoezicht op de volksgezondheid¹ wordt «de Keuringsdienst van Waren» vervangen door: de Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL II

In artikel 5, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen² wordt «Keuringsdienst van Waren» vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL III

In artikel 4, zesde lid, van het Warenwetbesluit drukverpakkingen³ wordt «Algemeen Directeur van de Keuringsdienst van Waren» vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL IV

Het Warenwetbesluit Eiproducten⁴ wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 6, tweede lid, wordt «Keuringsdienst van Waren» vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

B

In artikel 6, vierde lid, wordt «genoemde keuringsdienst» vervangen door: genoemde autoriteit.

C

In punt 4 van Bijlage I wordt «Keuringsdienst van Waren» vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL V

In de artikelen 2, tweede lid, en 4, eerste, tweede en derde lid, van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding⁵ wordt «Keuringsdienst van Waren» telkens vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL VI

In artikel 4, derde lid, van het Warenwetbesluit Verpakte waters⁶ wordt «Algemene Directie van de Keuringsdienst van Waren» vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL VII

In artikel 20, eerste en tweede lid, van het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen⁷ wordt «Keuringsdienst van Waren» telkens vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL VIII

In artikel 1, onder c, van het Eisenbesluit (Vleeskeuringswet)⁸ wordt «Keuringsdienst van Waren» vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL IX

Artikel 1 van het Vleeskeuringsbesluit⁹ wordt gewijzigd als volgt:

A

In onderdeel c wordt «veterinaire hoofdinspecteur van de Keuringsdienst van Waren» vervangen door: veterinair hoofdinspecteur van de Voedsel en Waren Autoriteit.

B

In onderdeel d wordt «veterinaire inspecteur van de Keuringsdienst van Waren» vervangen door: veterinair inspecteur van de Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL X

In artikel 1, onder k, van het Besluit bescherming tegen bepaalde zoönosen en bestrijding besmettelijke dierziekten¹⁰ wordt «Veterinaire Hoofdinspecteur van de Keuringsdienst van Waren» vervangen door: de veterinair hoofdinspecteur van de Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL XI

In artikel 1, eerste lid, onder c, van het Besluit produktie en handel vers vlees¹¹ wordt «veterinaire hoofdinspecteur van de Keuringsdienst van Waren» vervangen door: veterinair hoofdinspecteur van de Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL XII

In artikel 1, eerste lid, onder c, van het Besluit produktie en handel vlees van vrij wild¹² wordt «veterinaire hoofdinspecteur van de Keuringsdienst van Waren» vervangen door: veterinair hoofdinspecteur van de Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL XIII

Het Besluit invoer producten van dierlijke oorsprong uit derde landen¹³ wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, wordt vervangen door:

• 1. Als bevoegde autoriteit als bedoeld in richtlijn nr. 97/78/EG wordt aangewezen de Voedsel en Waren Autoriteit.

2. In het tweede lid wordt «eerste lid, onder b, bedoelde rijksdienst» vervangen door: eerste lid bedoelde autoriteit.

B

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt vervangen door:

• 1. Van de in artikel 17, tweede lid, van richtlijn nr. 97/78/EG bedoelde besluiten kan de belanghebbende, bedoeld in richtlijn nr. 97/78/EG, een nader oordeel vragen aan de Voedsel en Waren Autoriteit.

2. Het derde lid wordt vervangen door:

• 3. De Voedsel en Waren Autoriteit neemt een nader besluit, dat in de plaats treedt van het oorspronkelijke.

3. Een lid wordt toegevoegd, luidende:

• 4. Artikel 10:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL XIV

Het Besluit produktie en handel vers vlees wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, eerste lid, onder a, wordt «Keuringsdienst van Waren» vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

B

In artikel 3 wordt «directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees» telkens vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

C

In artikel 8, vijfde lid, wordt «Directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees» vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL XV

In de artikelen 6, eerste lid, en 7, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit Wet milieugevaarlijke stoffen¹⁴ wordt telkens «Keuringsdienst van Waren Zuid-West» vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL XVI

In artikel 1 van het Besluit aanwijzing van ambtenaren als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Vleeskeuringswet¹⁵ wordt «Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees, bedoeld in artikel 1, onder d, van de Regeling keuringsdienst 1984» vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL XVII

In artikel 4 van het Besluit taakvervulling ambtenaren keuringsdiensten Kernenergiewet¹⁶ wordt «keuringsdienst van waren» vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL XVIII

In artikel 16 van het Uitvoeringsbesluit motorrijtuigenbelasting 1994¹⁷ wordt «keuringsdienst van waren» vervangen door: Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL XIX

In artikel 12 van het Uitvoeringsbesluit wet strandvonderij¹⁸ wordt «den directeur van den keuringsdienst van waren, binnen welks gebied de gemeente, waar hij strandvonder is, gelegen is» vervangen door: de Voedsel en Waren Autoriteit.

ARTIKEL XX

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

^histnoot

's-Gravenhage, 1 juli 2002

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de negende juli 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

De regelmatig terugkerende incidenten in de voedselveiligheid – te denken valt aan BSE, dioxine en salmonella – en het daardoor geschokte vertrouwen van consumenten in de voedselveiligheid onderstrepen nog eens de noodzaak om te komen tot een aantal organisatorische ingrepen in de wijze waarop in Nederland het openbaar bestuur rondom voedsel georganiseerd is. Daarbij valt in het algemeen te denken aan:

– wet- en regelgeving;

– beleidsvorming, zowel in Europees als in nationaal verband;

– de spreiding van verantwoordelijkheden over de onderscheiden ministeries, Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), met name waar het gaat over het toezicht op de naleving van voorschriften rondom voedsel.

Op al deze terreinen zet het kabinet onverkort in op het bieden van een hoog beschermingsniveau van consumenten. Wat specifiek in dit besluit voorligt is een organisatorische maatregel om te komen tot een bundeling van het toezicht op de naleving van voorschriften rondom voedsel binnen de ministeries van LNV en VWS. Uitgangspunt daarbij was om met gebruikmaking van het bestaande wettelijke instrumentarium zo snel mogelijk te komen tot een organisatievorm, waar onder éénhoofdig gezag kan worden gewerkt aan herstel van het vertrouwen van consumenten in de voedselveiligheid. Daartoe is besloten tot instelling van een Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) dat als onderdeel van het Staatstoezicht voor de volksgezondheid – en als afzonderlijke dienst onder leiding van een directeur-generaal – overeenkomstig artikel 36 van de Gezondheidswet zal ressorteren onder de Minister van VWS¹.

De VWA bestaat naast een centrale overkoepelende eenheid uit ten minste twee dienstonderdelen, de Keuringsdienst van Waren (KvW) en de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV), die momenteel al belast is met het uitoefenen van toezicht op de naleving van voorschriften inzake waren in de zin van (o.a.) de Warenwet, waaronder vlees en vis. Laatstbedoeld dienstonderdeel zal daartoe worden ondergebracht in de organisatie van het Staatstoezicht op de volksgezondheid.

De organisatie is gericht op het primaire werkproces van keuren, controleren en handhaven. De onderdelen KvW en RVV zullen, aangestuurd door het éénhoofdig gezag van een hoofdinspecteur, tevens directeur-generaal, hun feitelijke werkzaamheden continueren en intensiveren. Voorts zal aan bepaalde functionarissen binnen de KvW en RVV mandaat verleend worden om namens de (directeur-generaal van de) VWA besluiten te nemen. Taken die voorheen aan de RVV waren opgedragen zullen daarom formeel aan de VWA worden opgedragen. Een en ander zal nader worden uitgewerkt in een interne mandaatregeling, alsmede in een aantal ministeriële organisatiebesluiten van de ministers van VWS en van LNV.

De artikelen II tot en met XIX bevatten wijzigingen van andere besluiten om de wijziging in de aanduiding van het hier bedoelde deel van het Staatstoezicht voor de volksgezondheid te bewerkstelligen. Een vergelijkbare operatie zal zonodig plaatsvinden ten aanzien van de RVV in de wetgeving die ressorteert onder het ministerie van LNV, alsook voor wat betreft de ministeriële regelingen van beide ministeries.

De aanvankelijk beoogde datum van inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit – 1 juli 2002 – is helaas niet haalbaar gebleken, reden waarom nu gekozen is voor inwerkingtreding op de dag na die van publicatie in het Staatsblad.

Administratieve lasten

Het onderhavige besluit bevat geen informatieverplichtingen voor het bedrijfsleven en is derhalve niet relevant in het kader van het terugdringen van de op het bedrijfsleven rustende administratieve lasten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

---

1 Stb. 1998, 646, gewijzigd bij besluit van 27 oktober 2000, Stb. 476.

2 Stb. 1992, 678, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 21 juni 2002, Stb. 335.

3 Stb. 1996, 251, gewijzigd bij besluit van 27 oktober 2000, Stb. 476.

4 Stb. 1992, 660, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 oktober 2000, Stb. 476.

5 Stb. 1992, 222, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 oktober 2001, Stb. 529.

6 Stb. 1998, 527, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 oktober 2000, Stb. 476.

7 Stb. 1996, 474, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 oktober 2000, Stb. 476.

8 Stb. 1960, 71, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 oktober 2000, Stb. 476.

9 Stb. 1957, 29, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 januari 2001, Stb. 55.

10 Stb. 1996, 156, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 oktober 2000, Stb. 537.

11 Stb. 1994, 12, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 januari 2001, Stb. 55.

12 Stb. 1994, 563, gewijzigd bij besluit van 27 oktober 2000, Stb. 476.

13 Stb. 2000, 93, gewijzigd bij besluit van 27 oktober 2000, Stb. 476.

14 Stb. 1993, 215, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 oktober 2000, Stb. 476.

15 Stb. 1995, 551.

16 Stb. 1969, 474, gewijzigd bij besluit van 14 januari 1993, Stb. 42.

17 Stb. 1995, 153, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 april 2002, Stb. 198.

18 Stb. 1933, 704, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 415.

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 13 augustus 2002, nr. 153.

1 Kamerstukken II, 2001/02, 26 991, nr. 59.