Besluit van 12 juni 2002, houdende vaststelling van het tijdstip waarop enige artikelen van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 vervallen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 5 juni 2002, Directie Algemeen Arbeidsmarktbeleid, nr. AAM/BR/2002/42265;

Gelet op de artikelen 27, tweede lid, en 132, eerste lid, van de Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De artikelen 17, 19, 22, 24, 25, 27 en 87 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 vervallen met ingang van 15 juni 2002.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 12 juni 2002

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de twintigste juni 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

In het kader van de verzelfstandiging van onderdelen van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie is indertijd besloten de Arbeidsvoorzieningsorganisatie nog enige tijd na de inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI) in stand te laten en daartoe enkele artikelen van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 tijdelijk van kracht te laten blijven. Dit is geregeld in artikel 2, onderdeel a, van het inwerkingtredingsbesluit van de Wet SUWI c.a. (Stb. 2001, 682).

Inmiddels is de afwikkeling van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie zo ver gevorderd dat de fase van vereffening is ingetreden. Daarom heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op zijn verzoek ontslag verleend aan de huidige bestuurder CBA en nu (op grond van het besluit van 27 maart 2001, Stb.162, houdende tijdelijke bestuurlijke voorziening Arbeidsvoorzieningsorganisatie) een vereffenaar benoemd. De bepalingen over het Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening (CBA), waarvoor het besluit bevattende de tijdelijke voorziening een regeling bevat, kunnen nu vervallen (artikelen 17, 19, 22).

De vereffenaar zal de taken die op grond van de Regeling afwikkeling Arbeidsvoorzieningsorganisatie na SUWI (Stcrt. 2002, 2) aan de bestuurder CBA zijn opgedragen uitvoeren. In deze fase van vereffening bestaat niet langer behoefte aan een organisatie met een algemene directie. In verband hiermee kunnen de artikelen van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 die op deze functie betrekking hebben (artikelen 25 en 27) alsmede het nog gehandhaafde artikel 24 over vertegenwoordiging van het CBA, thans ook vervallen. Artikel 87 over het goedkeuren van besluiten door de minister kan nu ook vervallen, omdat met het vervallen van artikel 19 nu alle in het artikel genoemde bepalingen zijn vervallen. Dit besluit voorziet in het intrekken van deze nog tijdelijk van kracht gebleven bepalingen.

Bij de definitieve opheffing van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie zullen ook de nog resterende artikelen en daarmee de Arbeidsvoorzieningswet 1996 in haar geheel komen te vervallen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. A. F. G. Vermeend

Naar boven