Besluit van 5 juni 2002 tot wijziging van het Besluit bevordering innovatieve ontwikkelingen stedelijke vernieuwing (subsidieplafonds voor 2003 en 2004 en enige kleine aanpassingen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 10 april 2002, nr. MJZ2002030991, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 19 van de Wet stedelijke vernieuwing;

De Raad van State gehoord (advies van 8 mei 2002, nr. W08.02.0170/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 30 mei 2002, nr. MJZ2002044709, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit bevordering innovatieve ontwikkelingen stedelijke vernieuwing1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt «de jaren 2001 en 2002» vervangen door: de jaren 2001 tot en met 2004.

2. In het derde lid wordt «en» vervangen door een komma, en wordt na «€ 40 miljoen» ingevoegd: , voor het jaar 2003 € 27 miljoen en voor het jaar 2004 € 25 miljoen.

B

Artikel 33, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De ingevolge artikel 32, derde lid, nader uitgewerkte projecten worden, waar het aanvragen betreft als bedoeld in artikel 31, tweede lid, voor de jaren 2003 en 2004 vóór 1 augustus van elk van die jaren ingediend bij Onze Minister.

C

In artikel 47, eerste lid, wordt «vier weken» vervangen door: acht weken.

D

De artikelen 50 en 51 vervallen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 5 juni 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

Uitgegeven de vijfentwintigste juni 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In het Besluit bevordering innovatieve ontwikkelingen stedelijke vernieuwing waren voor de jaren 2003 en 2004 nog geen subsidieplafonds opgenomen.

Inmiddels is het budget voor de jaren 2003 en 2004 bepaald en kunnen de subsidieplafonds worden vastgesteld.

Daarnaast is het wenselijk gebleken enkele termijnen te verruimen.

Artikel I

Onderdeel A, onder 1

Het in artikel 5, eerste lid, opgenomen plafond voor subsidie die bijdraagt in de noodzakelijke kosten van idee- en planvorming blijft voor de jaren 2003 en 2004 gelijk aan het plafond voor de jaren 2001 en 2002, te weten € 3,4 mln.

Het in artikel 5, tweede lid, opgenomen plafond voor subsidie die bijdraagt in de noodzakelijke kosten van projecten als bedoeld in artikel 3, onder b, blijft voor de jaren 2003 en 2004 gelijk aan het plafond voor de jaren 2001 en 2002, te weten € 12,1 mln.

Onderdeel A, onder 2

Het in artikel 5, derde lid, opgenomen plafond voor subsidie die bijdraagt in de noodzakelijke kosten van projecten als bedoeld in artikel 3, onder c, is voor 2003 vastgesteld op € 27 miljoen, en voor 2004 vastgesteld op € 25 miljoen.

Onderdeel B

Artikel 33, tweede lid, verplichtte gemeenten die een subsidie als bedoeld in artikel 3, onder c, aanvroegen om voor 15 juli een nadere uitwerking van het project, waarvoor de subsidie werd gevraagd, in te dienen bij de minister.

De minister stelt half mei vast welke projecten nader uitgewerkt mogen worden. Hierdoor hadden de gemeenten zes weken de tijd voor de uitwerking van hun projecten. In de praktijk is deze termijn te krap gebleken.

Teneinde de gemeenten meer tijd te gunnen voor de uitwerking van hun projecten is de indieningstermijn verschoven van 15 juli naar 1 augustus.

Onderdeel C

Artikel 47, eerste lid, bepaalde dat de minister binnen vier weken nadat de aanvraag daartoe is ontvangen de subsidie vaststelt. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van een verantwoordingsverslag en in bepaalde gevallen van een bestedingsverklaring en een accountantsverklaring. De beoordeling van deze stukken blijkt in de praktijk meer tijd te vergen. Daarom is de beoordelingstermijn met vier weken verlengd. De minister stelt in het vervolg binnen acht weken nadat de aanvraag daartoe is ingediend de subsidie vast.

Onderdeel D

In 2001 golden in plaats van de in artikel 5 opgenomen bedragen (in euro's) de in artikel 50 neergelegde bedragen in guldens. Bovendien zijn de bedragen waar dit artikel op ziet, zoals opgenomen in artikel 5, inmiddels gewijzigd. Artikel 50 heeft nu geen functie meer en is daarom geschrapt.

Artikel 51 bepaalde dat, met ingang van 1 januari 2002, artikel 7, onderdeel a, en artikel 8 vervallen. Artikel 51 is daarmee uitgewerkt en daarom nu geschrapt.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes


XNoot
1

Stb. 2001, 471.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven