Besluit van 30 mei 2002, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 28 maart 2002 tot opneming in de Advocatenwet van enkele bepalingen over het onderzoek naar de toestand van de praktijk van een advocaat en wijziging van een aantal artikelen van deze wet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 16 mei 2002, nr. 5164215/02/6;

Gelet op artikel III van de Wet van 28 maart 2002 tot opneming in de Advocatenwet van enkele bepalingen over het onderzoek naar de toestand van de praktijk van een advocaat en wijziging van een aantal artikelen van deze wet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 28 maart 2002 tot opneming in de Advocatenwet van enkele bepalingen over het onderzoek naar de toestand van de praktijk van een advocaat en wijziging van een aantal artikelen van deze wet treedt in werking met ingang van 15 juni 2002.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 30 mei 2002

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de elfde juni 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven