Besluit van 26 april 2002, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 30 januari 2002 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met onder meer de formalisering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst 1999–2000 sector Rechterlijke Macht (Stb. 65)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 19 april 2002, Directie Wetgeving, nr. 5161413/02/6;

Gelet op artikel VI van de Wet van 30 januari 2002 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met onder meer de formalisering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst 1999–2000 sector Rechterlijke Macht (Stb. 65);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van 15 mei 2002 treedt de Wet van 30 januari 2002 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met onder meer de formalisering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst 1999–2000 sector Rechterlijke Macht (Stb. 65) in werking.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 26 april 2002

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de veertiende mei 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven