Besluit van 9 april 2002 tot het vaststellen van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 april 2002, 1820078/01;

Gelet op artikel 105, eerste lid, van de Wet op de inlichtingenen veiligheidsdiensten 2002;

Hebben goedgevonden en verstaan:

De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 treedt in werking met ingang van 29 mei 2002, met dien verstande dat paragraaf 6.1 in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 9 april 2002

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Uitgegeven de vijfentwintigste april 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven