Besluit van 18 februari 2002 tot wijziging van het Besluit rivierdijkversterking/hoofdwaterkeringen Provinciefonds in verband met de wijziging van de verdeelsleutel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën van 23 november 2001, FO2001/96968;

Gelet op artikel 13, derde lid, van de Wet van 6 november 1997 tot wijziging van de Financiële-verhoudingswet en enkele andere wetten en regels inzake de invoering van deze wijziging in verband met een herziening van het verdeelstelsel voor het Provinciefonds en artikel 13, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet;

De Raad van State gehoord (advies van 10 januari 2002, nr. W04.01.0639/1);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Staatssecretaris van Financiën van 31 januari 2002, nr. FO2002/51989;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De bijlage bij het Besluit rivierdijkversterking/hoofdwaterkeringen Provinciefonds¹ wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 1999.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

^histnoot

's-Gravenhage, 18 februari 2002

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

Uitgegeven de negende april 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt de verdeelsleutel voor de middelen in het Provinciefonds inzake de rivierdijkversterkingen en het onderhoud van hoofdwaterkeringen gewijzigd. Het Besluit rivierdijkversterking/hoofdwaterkeringen Provinciefonds berust, sinds de regelgeving voor het provinciefonds is opgenomen in de Financiële-verhoudingswet (Fvw), op artikel 13 van de Fvw. Het strekt ertoe een deel van de uitkeringen uit het provinciefonds te verdelen zonder gebruik te maken van de algemene verdeelmaatstaven voor het provinciefonds, die inmiddels zijn opgenomen in bijlage 1 bij het Besluit financiële verhouding 2001¹.

Om de onderhavige wijziging is verzocht door het Interprovinciaal Overleg (IPO), bij brief van 31 maart 1999. De reden voor het wijzigingsvoorstel was tweeledig. De oude verdeelsleutel was niet gebaseerd op kostenverschillen tussen de provincies, en er was een toename van de lengte van primaire waterkeringen met 1000 kilometer. Derhalve schoot de kostengeorienteerdheid van het onderdeel hoofdwaterkeringen in de integratie-uitkering te kort. Het IPO heeft een onderzoek doen uitvoeren naar de kosten van onderhoud van de verschillende typen waterkeringen. De uitkomsten van dit onderzoek² liggen ten grondslag aan de nieuwe verdeelsleutel.

Advies Raad voor de financiële verhoudingen

Over het voorstel is advies gevraagd aan de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv). Deze constateerde dat de nieuwe verdeelsleutel weliswaar kostengeoriënteerd is, maar niet globaal en objectief. De Rfv adviseert de gelden voor de hoofdwaterkeringen zo spoedig mogelijk te integreren in het provinciefonds, en te verdelen via een nieuwe verdeelmaatstaf «lengte waterkering».

Wij onderschrijven de wenselijkheid van een zo spoedig mogelijke integratie. Er is evenwel overleg gaande tussen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, het IPO en de Unie van Waterschappen over een nieuw financieringsmodel voor de zorg voor waterkeringen in brede zin. Mocht dit ertoe leiden dat de fl. 19,5 miljoen voor primaire waterkeringen uit het provinciefonds zou worden genomen, dan is de vraag hoe dit bedrag te integreren niet meer relevant. We wachten daarom de uitkomst van dit overleg af.

De nieuwe verdeelsleutel achten wij beter dan de oude. Weliswaar is de verdeelsleutel niet globaal en objectief, maar de oude verdeelsleutel was dat evenmin. De nieuwe verdeelsleutel is, anders dan de oude, wel kostengeoriënteerd. Daarom wordt de nieuwe verdeelsleutel met terugwerkende kracht tot 1 januari 1999 ingevoerd.

Terugwerkende kracht

De onderhavige wijziging werkt meer dan een jaar terug. Aangezien de beschikkingen tot vaststelling van de integratieuitkering pas enkele jaren na het desbetreffende uitkeringsjaar worden afgegeven, is dit geen bezwaar. De integratieuitkering voor 1999 moet nog worden vastgesteld. Zoals gezegd is de wijziging doorgevoerd op verzoek van het overlegorgaan van de provincies zelf. De provincies zijn van de wijziging op de hoogte gehouden in de mei- en septembercirculaires provinciefonds van 1999 en 2000.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

BIJLAGE

	1999	2000 en 2001 in fls	2002–2004 in €	2005 ev in €
Groningen	1 093 453	1 093 453	496 188	496 185
Friesland	1 644 677	1 659 727	753 152	753 147
Drenthe	0	0	0	0
Overijssel	31 693 117	33 268 747	15 096 714	10 766 641
Gelderland	40 625 209	43 840 099	19 893 789	19 353 600
Utrecht	1 918 750	2 061 900	935 650	935 645
Noord-Holland	3 250 611	3 255 721	1 477 383	1 472 518
Zuid-Holland	32 981 247	34 268 407	15 550 341	9 745 751
Zeeland	4 050 943	4 050 943	1 838 240	1 838 228
Noord-Brabant	12 585 379	13 344 389	6 055 426	4 891 173
Limburg	0	0	0	0
Flevoland	1 756 614	1 756 614	797 117	797 112
Totaal	131 600 000	138 600 000	62 894 000	51 050 000

---

1 Stb. 1996, 393.

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

1 Op het tijdstip van publicatie van het Besluit rivierdijkversterking/hoofdwaterkeringen Provinciefonds waren deze algemene verdeelmaatstaven nog opgenomen in artikel 240 van de Provinciewet.

2 De uitkomsten zijn opgenomen in het rapport Interprovinciale verdeelsleutel onderhoudskosten primaire waterkeringen. Interprovinciaal overleg 25 november 1998, 633/WA98/6313/29032. (Het onderzoek is uitgevoerd door Arcadis Heidemij advies).