Besluit van 11 maart 2002, houdende regels betreffende een communautair energie- efficiëntie-etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur (Besluit Energy Star- etiketteringsprogramma)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 25 januari 2002, nr. WJZ 02003829;

Gelet op verordening (EG) nr. 2422/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende een communautair energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur (PbEG L 332), en de artikelen 6 en 21 van de Wet energiebesparing toestellen;

De Raad van State gehoord (advies van 21 februari 2002, nr. W.10.02.0050/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 4 maart 2002, nr. WJZ 02010860;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Het is verboden het gemeenschappelijk logo, bedoeld in artikel 3, onder a, van verordening (EG) nr. 2422/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende een communautair energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur (PbEG L 332) te gebruiken anders dan in overeenstemming met deze verordening.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Energy Star-etiketteringsprogramma.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 11 maart 2002

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven de achtentwintigste maart 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

1.1 Inleiding

Het Besluit Energy Star-etiketteringsprogramma strekt ter uitvoering van verordening (EG) nr. 2422/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende een communautair energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur (PbEG L 332) (verder: de verordening).

Op 7 juni 2001 is een overeenkomst van kracht geworden tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap over de coördinatie van programma's voor energie-efficiëntie-etikettering (PbEG L 172).

Dit programma, Energy Star-programma genaamd, is al in 1993 in de Verenigde Staten ingevoerd. De overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten heeft tot doel de internationale handel in informatie- en communicatietechnologie te bevorderen door een vereenvoudiging van de procedures voor bedrijven die aan het Energy Star-programma willen deelnemen. Door vaststelling van de verordening wordt de overeenkomst in de Gemeenschap uitgevoerd.

De belangrijkste onderwerpen van de verordening zijn de invoering van het Energy Star-logo als gemeenschappelijk logo in de Gemeenschap, de beschrijving van de regels voor het gebruik van het logo, de vaststelling van algemene regels en procedures voor het communautaire Energy Star-etiketteringsprogramma en een bepaling omtrent de handhaving van de regels van de verordening (artikel 12). Hierin is een verbod vervat voor het gebruik van het logo anders dan in overeenstemming met de verordening en een verbod op misleidende reclame met het logo. Voor het eerste verbod is een wettelijke regeling nodig. Daartoe strekt dit besluit. Het verbod op misleidende reclame in het Burgerlijk Wetboek biedt reeds de mogelijkheid tot handhaving van het verbod op misleidende reclame met het Energy Star logo.

1.2 Het Energy Star-programma

Het Energy Star-programma is een etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur. De deelnemers aan het programma mogen apparatuur die aan de eisen voldoet, voorzien van het Energy Star-logo. Apparatuur die is voorzien van dat logo voldoet aan de normen van Energy Star-programma voor een laag energieverbruikniveau in de wachtstand.

Het Energy Star-etiketteringsprogramma is een vrijwillig programma. Deelname aan het programma staat open voor fabrikanten, assembleurs, exporteurs, importeurs, verkopers en andere instanties die toegezegd hebben om energie-efficiënte kantoorapparatuur die voldoet aan de sprecificaties van het Energy Star-programma te promoten.

De potentiële deelnemer dient zich daartoe te melden bij de Commissie. De Commissie neemt een beslissing op het verzoek om deelname aan het programma. Hierbij wordt nagegaan of de aanvrager zich verbonden heeft tot naleving van de richtsnoeren voor gebruikers van het logo die zijn vermeld in bijlage B bij de overeenkomst.

De door de lidstaat op grond van artikel 9 van de verordening aan te wijzen instantie heeft als voornaamste taak het geven van technisch advies aan de Commissie ter voorbereiding van het EU-standpunt bij de wijziging van de specificaties en de betrokken producten. Andere functies van de aangewezen instantie zijn: optreden als lokaal informatiepunt dat de bevolking algemene informatie geeft over het Energy Star-programma en het promoten van dat programma. Het is de bedoeling dat de NOVEM deze taken gaat uitvoeren.

2. Toelichting artikelen

Artikel 1

Dit artikel geeft uitvoering aan de in artikel 12, eerste lid, van de verordening vervatte verplichting voor de lidstaten om ervoor zorg te dragen dat het Energy Star-logo niet anders dan in overeenstemming met de verordening wordt gebruikt. Dat betekent dat alleen deelnemers aan het programma het logo mogen gebruiken, dat het logo alleen mag worden toegepast in verband met apparatuur waarop de verordening van toepassing is en dat ook de voorschriften omtrent het precieze gebruik van het logo, zoals voorschriften omtrent gebruik van naam en logo in advertenties en de exacte weergave van het logo en de naam Energy Star (zie bijlage B bij de overeenkomst tussen de VS en de EG over de coördinatie van programma's voor energie-efficiëntie-etikettering; PbEG L 172), moeten worden nageleefd.

Overtreding van dit verbod is een economisch delict (artikel 1, onder 4°, van de Wet economische delicten). De Economische Controledienst zal deze bepaling handhaven.

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven