Besluit van 18 maart 2002 tot inwerkingtreding van de verruiming van de doorschuiffaciliteit naar werknemers

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de staatssecretaris van Financiën van 11 maart 2002, WDB 2002/138 M;

Gelet op artikel VIII, derde lid, van de Wet van 14 december 2001 tot wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan 2002 II – Economische infrastructuur) (Stb. 641);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Artikel I, onderdeel IA, van de Wet van 14 december 2001 tot wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan 2002 II – Economische infrastructuur) (Stb. 641), treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2002.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 maart 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

Uitgegeven de achtentwintigste maart 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

In de Wet van 14 december 2001 tot wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan 2002 II – Economische infrastructuur) (Stb. 641) is een uitbreiding opgenomen van de wettelijke mogelijkheid tot geruisloze doorschuiving van (een gedeelte van) een onderneming naar bepaalde werknemers. Het gaat daarbij om werknemers die, gedurende de 36 maanden die voorafgaan aan het tijdstip van de overdracht, in die onderneming werkzaam zijn geweest. Deze uitbreiding is een gevolg van het door de Tweede Kamer aangenomen amendement Giskes c.s. (Kamerstukken II, 2001/2002, 28 034, nr. 8). De inwerkingtreding van dit onderdeel is voorzien bij koninklijk besluit, zo nodig met terugwerkende kracht tot 1 januari 2002.

De reden voor inwerkingtreding bij koninklijk besluit is gelegen in het feit dat aan de Tweede Kamer is toegezegd dat in een notitie de mogelijkheden tot een verdere flexibilisering van de regeling voor geruisloze doorschuiving nader zouden worden onderzocht. Ten tijde van de behandeling van het Belastingplan 2002 – II was dit onderzoek nog niet voltooid. Bij brief van 15 januari 2002 (Kamerstukken II, 2001/2002, 28 188, nr. 1) heb ik de genoemde notitie aan de Tweede Kamer gezonden. In die notitie komt doorschuiving naar werknemers als de meest reële mogelijkheid naar voren. In de genoemde brief van 15 januari 2002 heb ik naar aanleiding hiervan aangegeven voornemens te zijn om de inwerkingtreding van het amendement Giskes c.s. op korte termijn te bevorderen. Nu de notitie door de Tweede Kamer voor kennisgeving is aangenomen kan inwerkingtreding plaatsvinden, en wel met terugwerkende kracht tot 1 januari 2002.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven