Besluit van 25 februari 2002, houdende de toekenning van een vaandel aan het eskader der Koninklijke marine

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 20 februari 2002, nr. C2002/218 directie juridische zaken, afdeling wet- en regelgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Het eskader van de Koninklijke marine voert een vaandel, bestaande uit een vaandeldoek en een vaandelstang.

Artikel 2

  • 1. Het vaandeldoek is een vierkant doek van oranje zijde, omzoomd met gouden franje. De lengte en de breedte van het vaandeldoek zijn zevenentachtig centimeter.

  • 2. Op de voorzijde is in goud geborduurd een gestileerde gekroonde B, de kroon in de kleuren van het Koninklijk wapen. Onder de B is in goud geborduurd:

    1488

    ESKADER

    In het eerste kwartier is in goud geborduurd:

    KRIJGSVERRICHTINGEN

    's LANDS VLOOT 1597–1795

    In het tweede kwartier is in goud geborduurd:

    KRIJGSVERRICHTINGEN

    's LANDS VLOOT 1816–1870

    In het derde kwartier is in goud geborduurd:

    NEDERLANDS-INDIË

    1817–1927

    In het vierde kwartier is in goud geborduurd:

    TWEEDE WERELDOORLOG

    1940–1945

    Het geheel van de gekroonde B, naam en jaartal van instelling van 's lands vloot en de vermelding van de wapenfeiten, is omgeven door een doorlopende oranjetak.

  • 3. Op de achterzijde is in kleuren geborduurd het Koninklijk wapen zonder de daarbij behorende mantel. Het Koninklijk wapen is omgeven door twee met een lint samengebonden takken van sinopel, ter linkerzijde een eikentak, ter rechterzijde een lauwertak. Het lint is uitgevoerd in de kleuren behorende bij het lint van de Militaire Willemsorde. Het geheel is omgeven door een doorlopende oranjetak.

Artikel 3

  • 1. De vaandelstang is een zwarte stok, lang tweehonderdenvijftig centimeter, waarvan het gedeelte dat boven in de broeking van het vaandel komt, bestaat uit een bus met inwendige schroefdraad waarop de vaandeltop wordt geschroefd.

  • 2. De vaandeltop bestaat uit een doosvormig voetstuk, met een daarop rustende leeuw en daaronder een eikenkrans.

  • 3. De rustende leeuw, liggende op het doosvormige voetstuk, draagt in de rechterklauw een opgeheven zwaard en rust met de linkerklauw op een bundel van zeven pijlen.

  • 4. Op de lange zijden van het voetstuk zijn in een verzonken middenstuk de woorden KONINGIN EN VADERLAND in hoog reliëf aangebracht, omgeven door een gesloten slang.

  • 5. Op de korte zijkanten is in een verzonken middenstuk een gekroonde gestileerde B in hoog reliëf aangebracht.

  • 6. Onder het voetstuk is een eikenkrans aangebracht die van het voetstuk is gescheiden door een ring. Midden door de krans is, in het verlengde van de vaandelstang, een zwart gemaakte metalen bus aangebracht.

  • 7. Onder de eikenkrans bevindt zich een verlengstuk met schroefdraad, passende in de bus met inwendige schroefdraad van de vaandelstang.

  • 8. Leeuw, voetstuk en krans zijn uitgevoerd in goudkleurig metaal.

Artikel 4

Om de zwarte bus in de eikenkrans is een gouden koord geknoopt, de knoop in het midden; de beide einden worden bijeengehouden door een horizontale schuifpassant. Aan de uiteinden is het koord voorzien van een vaandelkwast, gevlochten van gouddraad, met losse bouillons.

Artikel 5

Het vaandeldoek is met een broeking van oranje zijde om de vaandelstang geschoven.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 19 april 2002.

Onze Minister van Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst, en waarvan afschrift zal worden gezonden aan Onze Adjudant-Generaal, tevens Chef van Ons militair Huis.

's-Gravenhage, 25 februari 2002

Beatrix

De Minister van Defensie,

F. H. G. de Grave

Uitgegeven de vierde april 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Ingevolge het onderhavige koninklijk besluit wordt een vaandel verleend aan het eskader van de Koninklijke Marine. Op het vaandel wordt een aantal opschriften verleend voor het verrichten van krijgsverrichtingen. De opschriften zijn voorgelegd aan de Traditiecommissie Krijgsmacht, die adviseert in vaandels en standaarden, alsmede opschriften, en de Commissie Dapperheidsonderscheidingen, welke commissie adviseert inzake dapperheidsonderscheidingen, waartoe ook vaandel- en standaardopschriften worden gerekend. Beide commissies hebben positief geadviseerd.

Het eskader van de Koninklijke Marine komt voor de verlening in aanmerking wegens krijgsverrichtingen in de periodes 1597–1795 en 1816–1870, Nederlands-Indië in de periode 1817–1927 en de Tweede Wereldoorlog 1940–1945, van eenheden waarvan het eskader de voortzetting vormt. Het aantal krijgsverrichtingen van 's lands vloot betreft een dusdanig groot aantal zeeslagen, al dan niet in combinatie met gevechtshandelingen te land, dat het niet doenlijk is deze alle voor te dragen voor een vaandelopschrift. Derhalve is gekozen voor voornoemde groepen, waarbinnen zich de belangrijkste krijgsverrichtingen hebben afgespeeld.

De Minister van Defensie,

F. H. G. de Grave

Naar boven