Besluit van 26 februari 2002, houdende vaststelling van de vergoeding van de voorzitter van de Taskforce Woningbouwproductie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 20 februari 2002, nr. MJZ2002014982, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De vergoeding van de voorzitter van de Taskforce Woningbouwproductie, bedoeld in artikel I van de Beschikking van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 16 november 2001, houdende instelling van een Taskforce Woningbouwproductie (Stcrt. 231), wordt vastgesteld volgens het maximum salarisnummer behorend bij schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, uitgaande van een arbeidsduur van 115 uren gedurende de maanden oktober 2001 tot en met januari 2002.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 26 februari 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

Uitgegeven de vierde april 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

De Taskforce Woningbouwproductie is ingesteld bij beschikking van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 16 november 2001 (Stcrt. 231). De Taskforce had de opdracht voor eind december 2001 te adviseren over mogelijke oplossingen voor geselecteerde knelpunten in de bouwproductie voor zowel de korte als de lange termijn. De Taskforce heeft eind januari 2002 gerapporteerd en is inmiddels opgeheven.

Besloten is tot een vaste beloning voor de voorzitter. Het vacatiegeld op basis van het Vacatiegeldenbesluit 1988 wordt als onvoldoende beloning ervaren, omdat de voorzitter is benoemd op grond van zijn specifieke deskundigheid en het tijdsbeslag dat het voorzitterschap met zich bracht aanzienlijk was. Daarom is gekozen voor een vaste beloning als bedoeld in artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988. Een dergelijke vaste beloning wordt bij koninklijk besluit vastgesteld. Dit besluit strekt daartoe.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

Naar boven