Besluit van 18 februari 2002, houdende actualisering alsmede technische aanpassing van het Inrichtingsbesluit W.V.O.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, K. Y. I. J. Adelmund, van 12 november 2001, nr. WJZ/2001/44202 (3750), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op de artikelen 10b, tiende lid, 10d, tiende lid, 22, eerste lid, en 27, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 17 januari 2002, No. W05.01.0593/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, K. Y. I. J. Adelmund, van 1 februari 2002, nr. WJZ/2002/3242 (3750), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. WIJZIGING INRICHTINGSBESLUIT W.V.O.

Het Inrichtingsbesluit W.V.O.1 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 3, eerste lid, onder c, wordt voor «en bij wie» ingevoegd: als bedoeld in de Wet op de expertisecentra.

B

In artikel 8, opschrift en tekst, wordt «artikel 24, zesde lid» vervangen door: artikel 24, vijfde lid.

C

Artikel 20 vervalt.

D

In artikel 26m wordt «Een ingevolge artikel 26k verleende toestemming» vervangen door: Een ingevolge artikel 10b, negende lid, dan wel artikel 10d, negende lid, van de wet verleende toestemming.

E

Aan artikel 26n wordt een nieuw lid toegevoegd, luidend:

  • 3. Indien toepassing van artikel 11g, vierde lid, van de wet ertoe heeft geleid dat een leerling in de periode van basisvorming niet de tweede moderne vreemde taal, zijnde Franse taal of Duitse taal, heeft gevolgd, is ten aanzien van die leerling het tweede lid, eerste volzin, van overeenkomstige toepassing.

F

In artikel 27, tweede lid, wordt «kosten van uitkeringen krachtens het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel» vervangen door: kosten van werkloosheidsuitkeringen.

G

Paragraaf 5 vervalt.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Laatstgenoemd besluit wordt niet genomen dan nadat vier weken zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is overgelegd aan beide Kamers der Staten-Generaal en gedurende die termijn niet door of namens een van beide Kamers de wens wordt te kennen gegeven dat het in dit besluit geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 18 februari 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

K. Y. I. J. Adelmund

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L. J. Brinkhorst

Uitgegeven de zevende maart 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Het Inrichtingsbesluit W.V.O. dient te worden geactualiseerd op grond van onder meer de wijzigingen van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) in verband met de basisvorming (Stb. 2001, 340) en in verband met de stichtings- en opheffingsnormen (Stb. 2000, 637). Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt om een aantal technische aanpassingen aan te brengen.

1. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Onderdeel A bevat een technische wijziging van artikel 3, waardoor in het eerste lid, onderdeel c, [naar analogie van de formulering in het eerste lid, onderdeel b] wordt verwezen naar de wet waarin de desbetreffende scholen zijn geregeld.

Artikel I, onderdeel B

Als gevolg van de wijziging van artikel 24 van de WVO zoals opgenomen in Stb. 1999, 474 (artikel I, onderdeel I) dient in artikel 8 thans te worden verwezen naar artikel 24, vijfde lid.

Artikel I, onderdeel C

Sinds de inwerkingtreding met ingang van 1 augustus 2001 van de wijziging van de WVO in verband met wijzigingen in de basisvorming zijn de bepalingen omtrent de toetsen basisvorming uit de wet geschrapt. Onderdeel C schrapt het artikel ter zake dat in het Inrichtingsbesluit W.V.O. was opgenomen.

Artikel I, onderdeel D

Onderdeel D voorziet artikel 26m van een wat zuiverder formulering. De toestemming tot het verzorgen van intrasectorale programma's wordt niet verleend op grond van artikel 26k van het Inrichtingsbesluit W.V.O., maar op grond van een aantal bepalingen in de WVO. Genoemd artikel 26k bevat slechts bepalingen omtrent de aanvraagprocedure.

Artikel I, onderdeel E

Artikel 26n van het Inrichtingsbesluit W.V.O. bevat nadere bepalingen inzake vrijstellingen in het vmbo. Op grond van het tweede lid kan het bevoegd gezag van een school goedkeuren dat een vrijstelling die is verleend op grond van artikel 11e van de WVO voor de periode van de basisvorming onder bepaalde voorwaarden ook voor de periode daarna geldt als vrijstelling. Eén van die voorwaarden is dat het moet gaan om leerlingen die onderwijs gaan volgen in de basisberoepsgerichte leerweg én die in het schooljaar voorafgaand aan het betrokken schooljaar leerwegondersteunend onderwijs volgden.

Sinds de inwerkingtreding van de wijziging van de WVO in verband met wijzigingen in de basisvorming met ingang van 1 augustus 2001 is bepaald dat het bevoegd gezag in de periode van basisvorming op grond van artikel 11g, vierde lid, van de WVO in de eerste twee leerjaren in totaal minimaal 1920 lesuren onderwijs in de basisvorming verzorgt voor:

a. alle leerlingen die leerwegondersteunend onderwijs volgen, en

b. leerlingen die na de periode van basisvorming naar verwachting de basisberoepsgerichte leerweg zullen gaan volgen (maar niet per definitie in de periode van basisvorming leerwegondersteunend onderwijs volgen).

Voor deze categorieën leerlingen geldt niet (zoals voor de rest van de VO-leerlingen in de periode van basisvorming wel is geregeld) de verplichting een minimaal aantal lesuren per vak van de basisvorming te besteden. Dat betekent dat voor een leerling of voor een groep van leerlingen een vak zelfs in zijn geheel zou kunnen komen te vervallen, hetgeen vergelijkbaar is met een vrijstelling voor dat vak.

Aan artikel 26n wordt thans een derde lid toegevoegd dat de verlenging van voor de periode van basisvorming verleende vrijstellingen naar de periode na de basisvorming zoals opgenomen in het tweede lid van artikel 26n van overeenkomstige toepassing verklaart ten aanzien van leerlingen die op grond van artikel 11g, vierde lid, van de WVO in de periode van basisvorming niet de tweede moderne vreemde taal hebben gevolgd.

Artikel I, onderdeel F

Artikel 27 wordt technisch aangepast in verband met het feit dat het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel met ingang van 1 januari 2001 is vervangen.

Artikel I, onderdeel G

Met ingang van 1 augustus 2001 is de materie die in par. 5 (artikel 30) was geregeld, in de WVO zelf geregeld (Stb. 2000, 637). Zie artikel 69, eerste lid, onderdeel h, van de WVO.

2. Uitvoeringsgevolgen

De Centrale Financiën Instellingen (Cfi; de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen) heeft aangegeven dat er voor het departement geen uitvoeringsconsequenties aan het besluit zijn verbonden.

3. Financiële gevolgen

In verband met het technisch karakter van de wijzigingen zijn aan het besluit voor het Rijk geen financiële gevolgen verbonden.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

K. Y. I. J. Adelmund

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L. J. Brinkhorst


XNoot
1

Stb. 1993, 207, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 28 juli 2000, Stb. 358.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven