Besluit van 19 februari 2002, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 15, zesde lid, en 18, eerste lid, van de Ziekenfondswet (Besluit premieheffing ziekenfondsverzekering bij samenloop van ziekenfondsverzekering bij of krachtens artikel 3 Zfw en verzekering als militair in werkelijke dienst

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 december 2001, kenmerk Z/F-2244097, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst;

Gelet op artikel 15, zesde lid, en 18, eerste lid, van de Ziekenfondswet;

De Raad van State gehoord (advies van 25 januari 2002, No.W.13.010691/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 februari 2002, kenmerk Z/F-2255483, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. Ten aanzien van degene die zowel bij of krachtens artikel 3 van de Ziekenfondswet is verzekerd als ingevolge artikel 90a, eerste lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement, wordt op verzoek het werknemersdeel van de uit hoofde van artikel 15, eerste en tweede lid, en bij of krachtens artikel 18, eerste lid, van de Ziekenfondswet betaalde premie vergoed.

  • 2. De verzekerde, bedoeld in het eerste lid, dient binnen vier maanden na afloop van het kalenderjaar waarop de verzekering betrekking heeft, zijn verzoek in bij het door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan te wijzen ziekenfonds, onder overlegging van een kopie van het polisblad van de verzekering ingevolge artikel 90a, eerste lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement, een jaaropgave van zijn bezoldiging als militair in werkelijke dienst en een jaaropgave van het loon, verdiend in een of meer dienstbetrekkingen van het betreffende kalenderjaar.

  • 3. Het ziekenfonds, bedoeld in het tweede lid, verrekent met de Algemene Kas op declaratiebasis de aan de in het eerste lid bedoelde verzekerde vergoede premie.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 2002.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit premieheffing ziekenfondsverzekering bij samenloop van ziekenfondsverzekering bij of krachtens artikel 3 Zfw en verzekering als militair in werkelijke dienst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 19 februari 2002

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de zevende maart 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

De militair in werkelijke dienst (hierna: de militair) is op grond van artikel 90a van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR) verzekerd voor geneeskundige verzorging door of vanwege de voor hem aangewezen militair geneeskundige dienst. De militair betaalt hiervoor premie. Is de militair naast zijn dienstverband als militair ook werkzaam in loondienst dan is hij, indien hij voldoet aan de voorwaarden van de Ziekenfondswet (Zfw), tevens ziekenfondsverzekerd. Hij is ook dan premie verschuldigd. In deze situatie doet zich echter het volgende voor. In artikel 12 van de Zfw is bepaald dat een verzekerde aan de in die wet geregelde verzekering geen aanspraak kan ontlenen, indien en voor zover hij ingevolge een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen regeling recht heeft op geneeskundige behandeling of vergoeding van de kosten. In het Besluit voorrang hebbende regelingen ziekenfondsverzekering is geregeld dat een ziekenfondsverzekerde geen aanspraak heeft op de in de Zfw geregelde verzekering indien en voor zover hij recht heeft op geneeskundige behandeling ingevolge het AMAR.

De militair die tevens ziekenfondsverzekerd is, betaalt dus wel (procentuele) ziekenfondspremie maar heeft geen recht op aanspraak op ziekenfondsverstrekkingen. Op de situatie van «dubbele» verzekering en «dubbele» premiebetaling voor militairen is door het College voor zorgverzekeringen (CVZ) gewezen in zijn rapport «Tussentijdse evaluatie zelfstandigen in ziekenfondsverzekering» van 28 september 2000. Daar gaat het om de militair die naast zijn baan als militair tevens als zelfstandige werkzaam is. De regering heeft besloten dat knelpunt op te lossen door in die situatie «dubbele» premiebetaling te beëindigen. Dit zal met een ministeriële regeling gebeuren. In navolging daarvan is besloten deze situatie van «dubbele» premiebetaling te eindigen voor militairen die tevens in loondienst werkzaam zijn of een uitkering genieten.

In het onderhavige besluit is geregeld dat de militair die tevens ziekenfondsverzekerd is, op verzoek een deel van zijn uit hoofde van de ziekenfondsverzekering betaalde procentuele premie vergoed kan krijgen. Het gaat daarbij om het werknemersdeel van de procentuele ziekenfondspremie. Het werkgeversdeel blijft verschuldigd. Daarmee wordt voorkomen dat een werkgever voordeel heeft bij het in dienst nemen van een militair. Dit zou leiden tot een verstoring van de arbeidsmarkt.

De militair wendt zich met zijn verzoek tot vergoeding tot het ziekenfonds dat hiervoor wordt aangewezen. Er is om uitvoeringstechnische redenen en in overleg met Zorgverzekeraars Nederland gekozen voor de aanwijzing van één ziekenfonds, te weten het ziekenfonds dat gelieerd is aan de ziektekostenverzekeraar die de ziektekostenverzekering krijgsmacht uitvoert. De verwachting bestaat dat het niet om grote aantallen militairen zal gaan. Derhalve is het onnodig alle ziekenfondsen met de uitvoering van deze regeling te belasten. Door middel van overlegging van een kopie van zijn polisblad van de verzekering ingevolge artikel 90a, eerste lid, van het AMAR en een jaaropgave van zijn werkgever, dient de militair aan te tonen daadwerkelijk in werkelijke dienst te zijn. Tevens dient hij de jaaropgave te overleggen waaruit zijn inkomen uit hoofde van de dienstbetrekking blijkt op grond waarvan betrokkene ziekenfondsverzekerd is. Na controle door het ziekenfonds wordt overgegaan tot vergoeding van de betaalde premie. Dit zal in beginsel achteraf, dus na ommekomst van het kalenderjaar, gebeuren. Dit is uitvoeringstechnisch het eenvoudigst. Uiteraard zal dit in de verantwoording tussen het ziekenfonds en het Cvz aan de orde komen.

Het ziekenfonds declareert aan de Algemene Kas de betaalde premies. Dat dit een beslag «achteraf» op de Algemene Kas betekent, is geen onoverkomelijk probleem. Het gebeurt vaker dat zaken uit het «verleden» beslag leggen op de Algemene Kas.

Financiële paragraaf

De maatregel heeft geen gevolgen voor de uitgaven van de Zfw en daarmee voor het Budgettair Kader Zorg. Door de maatregel wordt echter wel het EMU-saldo belast. Hierbij past als kanttekening dat het gaat om personen die «dubbel» premie betalen terwijl er geen «dubbele» aanspraken tegenover staan en derhalve zit er een «fout» in de huidige raming. Bovendien gaat het hier om een gering aantal personen.

De inwerkingtreding is voorzien op 1 januari 2002. Er is voorzien in terugwerkende kracht ingeval deze datum niet gehaald kan worden. Het is voor de uitvoering van belang dat het besluit niet in de loop van het jaar wordt ingevoerd. Dit zou de uitvoering onnodig ingewikkeld maken.

Daar het hier gaat om een zeer specifieke groep zal er specifiek op hen gerichte voorlichting gegeven worden, onder andere via het Ministerie van Defensie en de Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven