Besluit van 21 februari 2002 tot vaststelling van het tijdstip van de inwerkingtreding van artikelen van het Besluit SUWI

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, gedaan mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 februari 2002, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/R&S/02/10103;

Gelet op artikel 6.1 van het Besluit SUWI;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De artikelen 4.7 tot en met 4.20 van het Besluit SUWI treden in werking met ingang van 1 maart 2002.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 21 februari 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de achtentwintigste februari 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van artikel 33a, vijfde lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet REA), kunnen de artikelen 4.7 tot en met 4.20 van het Besluit SUWI (Stb. 2001, 688) niet eerder in werking treden dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin ze zijn geplaatst. Van die plaatsing dient ingevolge genoemd artikel van de Wet REA mededeling te worden gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal. Bij brief van 17 januari 2002 van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, heeft die mededeling plaatsgevonden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Naar boven