Besluit van 20 december 2001 tot vaststelling van het tijdstip van de inwerkingtreding van artikelen van de Verzamelwet SZW-wetten 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. E. Verstand-Bogaert, van 13 december 2001, WBJA/W1/01/86239;

Gelet op artikel XXII, eerste lid, van de Verzamelwet SZW-wetten 2001;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De artikelen van de Verzamelwet SZW-wetten 2001 treden, met uitzondering van de artikelen I en II, in werking met ingang van 1 januari 2002.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst

's-Gravenhage, 20 december 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de achtentwintigste december 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

De artikelen van de Verzamelwet SZW-wetten 2001 dienen, met uitzondering van de artikelen I en II, in werking te treden met ingang van 1 januari 2002. De artikelen I en II treden in werking op het moment waarop de in die artikelen benoemde algemene maatregelen van bestuur (een nieuw te ontwerpen Inkomensbesluit AOW en een wijzigingbesluit op het Inkomens- en samenloopbesluit Anw) in werking treden. Dit zal niet eerder het geval kunnen zijn dan nadat het ontwerp van beide besluiten is overgelegd aan de Staten-Generaal en advisering door de Raad van State heeft plaatsgevonden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Naar boven