Besluit van 13 december 2001 tot vaststelling van
het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet verbetering poortwachter
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst, van 10 december 2001, Directie Sociale Verzekeringen,
nr. SV/WV/01/85800, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie;
Gelet op artikel XVII van de Wet verbetering poortwachter;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
De artikelen van de Wet verbetering poortwachter treden in werking met
ingang van 1 april 2002 met uitzondering van:
a. artikel I, onderdeel A, onder 1, onderdeel D, onderdeel E, onderdeel
F, artikel II, onderdeel B, onderdeel D, onderdeel E, onder 1, onderdeel E,
onder 3, onderdeel g, artikel VI, onderdeel A, onderdeel B, onderdeel G, onder
2, onderdeel H, onderdeel J, artikel VII, onderdeel A, onderdeel B, onderdeel
D, onderdeel E, onderdeel F, artikel X, artikel XII, artikel XIII, artikel
XV en artikel XVI die in werking treden met ingang van 1 januari 2002;
b. artikel III, onderdeel C, artikel 658a, eerste lid, laatste volzin,
van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek dat in werking treedt met ingang van
1 januari 2003;
c. artikel IV, artikel V, onderdeel B, onder 3, onderdeel C, onderdeel
D, onder 3, onderdeel E, artikel VI, onderdeel C, onderdeel D, onderdeel E,
onderdeel F.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met
de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting
in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 13 december 2001
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
Uitgegeven de zevenentwintigste december 2001
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
De artikelen van de Wet verbetering poortwachter met betrekking tot de
nieuwe procesgang in het eerste ziektejaar treden in werking met ingang van
1 april 2002. Met betrekking tot een aantal artikelen en artikelonderdelen
van de Wet verbetering poortwachter is een uitzondering gemaakt. De artikelonderdelen
genoemd onder a zijn artikelen die geen betrekking hebben op verbeteringen
in de procesgang van het eerste ziektejaar, het betreft kleine reparaties
en verheldering van onduidelijkheden in de oorspronkelijke wetteksten. Het
artikelonderdeel genoemd onder b treedt met ingang van 1 januari 2003
in werking in verband met de afstemming op de Wet structuur uitvoeringsorganistatie
werk en inkomen. De artikelonderdelen genoemd onder c zullen niet in werking
treden, vanwege de aansluiting op andere wetsvoorstellen. Hieronder wordt
per genoemd artikelonderdeel dieper op de reden van uitzondering ingegaan.
Artikel I, onderdeel A, onder 1, onderdeel D, onderdeel E, onderdeel F
en artikel X betreffen reparaties in verband met het feit dat het overheidspersoneel
sinds 1 januari 2001 onder het bereik van de Ziektewet valt. Deze artikelonderdelen
kunnen derhalve al met ingang van 1 januari 2002 in werking treden.
Artikel II, onderdeel D, onderdeel E, onder 1, artikel VI, onderdeel A,
onderdeel B, onderdeel D, onderdeel G, onder 2, onderdeel H, onderdeel J,
artikel XII, onderdeel B, onderdeel C, onder 1, en artikel XIII, onderdeel
B, onderdeel C, onder 1, betreffen wijzigingen die beogen te verduidelijken
dat het Landelijk instituut sociale verzekeringen voorschriften kan geven
die de inschakeling in de arbeid bevorderen. Artikel I, onderdeel B, onderdeel
E, onder 3, onderdeel g, artikel XII, onderdeel A, onderdeel C, onder 2, en
artikel XIII, onderdeel A, onderdeel C, onder 2, hangen hiermee samen: in
plaats van de bijzondere bepaling omtrent herschatting bij het weigeren mee
te werken aan scholing wordt aangesloten bij de algemene sanctie. Met betrekking
tot deze onderdelen is het ook wenselijk dat ze al met ingang van 1 januari
2002 in werking treden. Een en ander heeft tot gevolg dat de artikelen XII
en XIII in hun geheel op 1 januari 2001 in werking treden.
Artikel VII, onderdeel A, onderdeel B, onderdeel D, onderdeel E en onderdeel
F betreffen technische reparaties in de Arbowet waarvan het gewenst is dat
deze met ingang van 1 januari 2002 in werking treden.
Artikel XV betreft het overgangsrecht. Bij de redactie van dit artikel
is het overgangsrecht van een bepaald artikel gekoppeld aan de inwerkingtreding
daarvan. Artikel XV kan derhalve al per 1 januari 2002 in werking treden,
terwijl de feitelijke werking van onderdelen afhangt van de inwerkingtreding
van het betreffende artikel van de Wet verbetering poortwachter. Ook artikel
XVI kan al in werking treden omdat dit artikel de verschillende artikelen
van de Wet verbetering poortwachter wijzigt in verband met de inmiddels met
ingang van 1 februari 2002 in werking getreden Wet Arbeid en Zorg en
derhalve niets zegt over het in werking treden van de materiële bepaling.
Artikel III, onderdeel C, artikel 658a, eerste lid, laatste volzin, van
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek treedt met ingang van 1 januari 2003
in werking. De verplichting voor een werkgever om de inschakeling van de werknemer
in voor hem passende arbeid in het bedrijf van een andere werkgever te bevorderen
zoals deze door middel van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en
inkomen wordt geïntroduceerd zal door de overgangsregeling in de Invoeringswet
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, voor de
meeste werkgevers pas met ingang van 1 januari 2003 werken. In verband
hiermee zal de vergelijkbare verplichting in het Burgerlijk Wetboek pas met
ingang van die datum kunnen werken.
Artikel IV zal niet in werking treden omdat het hier wijzigingen in de
Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 betreft en die wet zal met ingang
van 1 januari 2002 worden vervangen door de Wet structuur uitvoeringsorganisatie
werk en inkomen.
Artikel V, onderdeel B, onder 3, onderdeel C, onderdeel D, onder 3, onderdeel
E en Artikel VI, onderdeel C en onderdeel D treden om technische redenen niet
in werking in verband met samenloop met de Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie
werk en inkomen.
Artikel VI, onderdeel E en onderdeel F treden om technische redenen niet
in werking in verband met samenloop met samenloop met het Belastingplan 2001
V – Sociale zekerheidswetgeving.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals