Besluit van 13 december 2001 tot vaststelling van het tijdstip waarop een bepaling in de Wet van 23 december 1994 (Stb. 925) vervalt

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 5 december 2001, nr. WV 2001/680M, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;

Gelet op artikel III, vierde lid van de Wet van 23 december 1994 tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met het aanbrengen van een permanente verfijning alsmede twee tijdelijke verfijningen (Stb. 925);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel III van de Wet van 23 december 1994 tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met het aanbrengen van een permanente verfijning alsmede twee tijdelijke verfijningen (Stb. 925) vervalt met ingang van 1 januari 2002.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 13 december 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

Uitgegeven de eenentwintigste december 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Ingevolge de Wet belastingen op milieugrondslag wordt afvalstoffenbelasting geheven ter zake van het storten van afvalstoffen. Vrijgesteld is onder andere het storten van niet-reinigbare verontreinigde baggerspecie. Omdat het bij de totstandkoming van de Wet belastingen op milieugrondslag niet mogelijk was criteria voor de reinigbaarheid van baggerspecie te formuleren, is een tijdelijke maatregel genomen op grond waarvan alle baggerspecie als niet-reinigbare verontreinigde baggerspecie werd aangemerkt. Dit is gebeurd bij de Wet van 23 december 1994 tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met het aanbrengen van een permanente verfijning alsmede twee tijdelijke verfijningen (Stb. 925). Bij de Wet van 29 januari 1998 tot wijziging van de Wet van 23 december 1994 (Stb. 925) in verband met het verlengen van een tijdelijke verfijning in de Wet belastingen op milieugrondslag (Stb. 65) is deze tijdelijke maatregel verlengd tot een bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip gelegen na 1 januari 2000 en niet later dan 1 januari 2002. Het onderhavige besluit strekt ertoe het tijdstip waarop de maatregel vervalt, vast te stellen op 1 januari 2002.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven