Besluit van 7 december 2001, houdende wijziging van de regio-indeling en regels voor de berekening en betaling van de specifieke uitkering voor de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van 14 juni 2001, nr. WJZ/2001/19494 (3742), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 118h, tweede en vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 8.3.2, tweede en vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 162b, tweede en vijfde lid, van de Wet op de expertisecentra;

De Raad van State gehoord (advies van 26 juli 2001, nr. W05.01 0276/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van 5 december 2001, nr. WJZ/2001/48305 (3742), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1. REGIO-INDELING

Artikel 1. Vaststelling regio's

De in artikel 118h, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 8.3.2, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 162b, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra bedoelde regio's zijn de regio's zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit, behoudens de wijzigingen die op grond van artikel 2 bij ministeriële regeling worden aangebracht.

Artikel 2. Wijziging regio's bij gemeentelijke indeling

Bij een wijziging van de gemeentelijke indeling kunnen de daarbij betrokken regio's als bedoeld in artikel 1 met ingang van de datum van herindeling bij ministeriële regeling worden aangepast.

HOOFDSTUK 2. SPECIFIEKE UITKERING

Artikel 3. Begripsbepaling hoofdstuk 2

In dit hoofdstuk wordt onder volwassen inwoner verstaan een persoon van 18 jaren of ouder die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij een gemeente is ingeschreven.

Artikel 4. Berekening specifieke uitkering

  • 1. De in artikel 118h, vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 8.3.2, vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 162b, vijfde lid, van de Wet op de expertisecentra bedoelde specifieke uitkering bestaat uit:

    a. een bij ministeriële regeling te bepalen vast bedrag,

    b. een bedrag dat wordt berekend door het na toepassing van de onderdelen a en c resterende deel van de door de begrotingswetgever beschikbaar gestelde middelen voor de regionale meld- en coördinatiefunctie van het voortijdig schoolverlaten over de regio's, bedoeld in de artikelen 1 en 2, te verdelen aan de hand van de in het tweede lid genoemde percentages en berekeningsmaatstaven en

    c. een bedrag dat wordt berekend door een bij ministeriële regeling te bepalen budget over de regio's, bedoeld in de artikelen 1 en 2, te verdelen aan de hand van de in het tweede lid genoemde percentages en berekeningsmaatstaven, met dien verstande dat bij de berekeningsmaatstaven de volwassen inwoners van de G25, bedoeld in de Bijdrageregeling sociale integratie en veiligheid G25, buiten beschouwing worden gelaten.

  • 2. Het in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde deel van de specifieke uitkering wordt als volgt berekend:

    a. voor 20% aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek op verzoek van Onze Minister berekende aantal volwassen inwoners van de gemeenten in de regio op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar van de specifieke uitkering,

    b. voor 60% aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek op verzoek van Onze Minister berekende gemiddelde percentage volwassen inwoners van de gemeenten in de regio met een opleiding op ten hoogste het niveau van het diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs over het zevende tot en met tweede jaar voorafgaande aan het jaar van de specifieke uitkering, vermenigvuldigd met het onder a bedoelde aantal inwoners op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar van de specifieke uitkering en

    c. voor 20% aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek op verzoek van Onze Minister berekende aantal volwassen inwoners van de gemeenten in de regio op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar van de specifieke uitkering, waarvoor geldt dat beide ouders of de volwassen inwoner zelf en 1 ouder geboren zijn in een land dat niet is opgenomen in bijlage 1C bij het Uitvoeringsbesluit WEB.

  • 3. Bij een wijziging van de gemeentelijke indeling of een grenscorrectie wordt het deel van de specifieke uitkering dat op grond van het eerste en tweede lid is berekend voor een gemeente die geheel of gedeeltelijk opgaat in 1 of meer andere gemeenten, vanaf de datum van herindeling aan de gemeenten toegerekend naar rato van het aantal inwoners dat in de desbetreffende gemeente blijft onderscheidenlijk naar de desbetreffende gemeente overgaat. Indien een gemeente die niet behoort tot de G25, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, geheel of gedeeltelijk opgaat in een gemeente die daar wel toe behoort, wordt het voor eerstgenoemde gemeente berekende bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, voor het jaar waarin de herindeling in werking treedt in zijn geheel aangemerkt als bedrag voor een gemeente die niet behoort tot de G25, bedoeld in de Bijdrageregeling sociale integratie en veiligheid G25.

  • 4. De specifieke uitkering kan met inachtneming van het eerste tot en met derde lid door Onze Minister worden aangepast in verband met uit de rijksbegroting voortvloeiende maatregelen.

Artikel 5. Betaling specifieke uitkering

De specifieke uitkering wordt behoudens de eventueel uit de rijksbegroting voortvloeiende maatregelen betaald in twee gelijke delen. Het eerste deel wordt betaald voor 1 maart en het tweede deel voor 1 oktober van het jaar waarvoor de specifieke uitkering is vastgesteld.

HOOFDSTUK 3. OVERGANGSREGELING AANWIJZING CONTACTGEMEENTEN

Artikel 6. Tijdstip beëindiging overgangsregeling

Het in artikel IV, derde lid, van de wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting voor het bevoegd gezag tot het melden van voortijdige schoolverlaters die niet meer leerplichtig zijn, alsmede van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor het bestrijden van voortijdig schoolverlaten (regels inzake regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten) (Stb. 2001, 636) bedoelde tijdstip is 1 januari 2002.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

Artikel 7. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2002. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2001, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 2002.

Artikel 8. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 7 december 2001

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L. J. Brinkhorst

Uitgegeven de eenentwintigste december 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

Dit besluit, waarbij de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij mede is betrokken, regelt de regio-indeling en de berekening en betaling van de specifieke uitkering voor de regionale meld- en coördinatiefunctie van het voortijdig schoolverlaten (RMC-functie). Het geeft daarmee uitvoering aan een aantal opdrachten in een regeling van de RMC-functie die bij de wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting voor het bevoegd gezag tot het melden van voortijdige schoolverlaters die niet meer leerplichtig zijn, alsmede van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor het bestrijden van voortijdig schoolverlaten (regels inzake regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten; Stb. 2001, 636; hierna te noemen RMC-wet) is opgenomen in een drietal onderwijswetten.

Financiële gevolgen

Aan dit besluit zijn geen andere financiële gevolgen voor het Rijk of de gemeenten verbonden dan die welke voortvloeien uit de RMC-wet en in de toelichting daarop zijn verantwoord.

Uitvoeringsgevolgen

Ook voor de uitvoeringsgevolgen geldt dat zij reeds voortvloeien uit de RMC-wet en in de toelichting daarop al zijn verantwoord.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Conform het voornemen zoals vermeld in de toelichting bij de nota van wijziging bij het voorstel voor de RMC-wet (Kamerstukken II 2000/2001, 27 206, nr. 6), is in het onderhavige besluit de regio-indeling opgenomen (artikel 1 juncto de bijlage bij het besluit). De regio-indeling komt overeen met de indeling die wordt gehanteerd in de Tijdelijke regeling regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (hierna te noemen Tijdelijke regeling). Laatstgenoemde indeling is per 1 januari 2001 aangepast aan de wensen van de gemeenten.

Artikel 2

In de toelichting bij voornoemde nota van wijziging is tevens vermeld dat het de bedoeling is om in het onderhavige besluit te bepalen dat de regio-indeling voor gemeenten die zijn betrokken bij een gemeentelijke herindeling bij ministeriële regeling kan worden aangepast. Artikel 2 voorziet hierin. Door de mogelijkheid van aanpassing bij ministeriële regeling wordt voorkomen dat (de bijlage bij) het onderhavige besluit elk jaar moet worden aangepast aan de gemeentelijke herindelingen. De aanpassing van de regio-indeling gaat, zo nodig met terugwerkende kracht, in op de dag waarop de gemeentelijke herindeling in werking treedt.

Artikel 3

De begripsbepaling die in dit artikel is opgenomen, komt overeen met de definitie van volwassen inwoner die in artikel 3.1 van het Uitvoeringsbesluit WEB is opgenomen ten behoeve van de berekening van de rijksbijdrage educatie.

Artikel 4

In dit artikel is de berekeningswijze van de specifieke uitkering opgenomen. In de eerste plaats krijgen alle 39 regio's dezelfde, bij ministeriële regeling te bepalen, vaste voet. Het resterende deel van het landelijk budget voor de RMC-functie wordt via een drietal berekeningsmaatstaven (volwassen inwoners, volwassen inwoners met een opleiding op hoogstens het niveau voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs en volwassen inwoners voor wie geldt dat beide ouders of zijzelf en 1 ouder geboren zijn in een land dat niet is opgenomen in de lijst van ontwikkelde landen in bijlage 1C bij het Uitvoeringsbesluit WEB) verdeeld over de regio's. De berekeningsmaatstaven zijn dezelfde als bij de rijksbijdrage educatie. Het «gewicht» van de berekeningsmaatstaven (20%, 60%, 20%) is anders dan bij de rijksbijdrage educatie; het aantal volwassen inwoners en het opleidingsniveau wegen zwaarder mee en de etnische achtergrond minder zwaar. Bij de verdeling van een bij ministeriële regeling te bepalen deel van het budget worden de volwassen inwoners van de G25 (de 25 grote gemeenten, bedoeld in de Bijdrageregeling sociale integratie en veiligheid G25) bij de berekeningsmaatstaven buiten beschouwing gelaten.

Bij een wijziging van de gemeentelijke indeling of een grenscorrectie wordt het deel van de specifieke uitkering dat is berekend voor de betrokken gemeenten met ingang van de datum van herindeling aangepast. Dit geschiedt door het deel van de specifieke uitkering dat is berekend voor een gemeente die geheel of gedeeltelijk opgaat in een andere gemeente naar rato van het aantal inwoners dat overgaat naar laatstgenoemde gemeente, toe te voegen aan het deel van de specifieke uitkering dat is berekend voor laatstgenoemde gemeente. Bij gehele of gedeeltelijke toevoeging van een gemeente die niet behoort tot de G25 aan een gemeente die daar wel toe behoort, wordt ook het voor eerstgenoemde gemeente berekende bedrag, bedoeld in artikel 4, eerste lid onder c, naar rato van het aantal inwoners dat overgaat, toegevoegd aan het deel van de specifieke uitkering dat is berekend voor de G25-gemeente.

De specifieke uitkering kan worden aangepast in verband met uit de rijksbegroting voortvloeiende maatregelen. Hierbij moet vooral worden gedacht aan de loon- en prijscompensatie.

Artikel 5. Betaling

Bepaald is dat de helft van de specifieke uitkering wordt betaald voor 1 maart en de andere helft voor 1 oktober van het jaar waarvoor de uitkering wordt verstrekt. Er is niet geregeld wanneer de uit de rijksbegroting voortvloeiende aanpassingen van de specifieke uitkering worden verrekend. Deze verrekening vindt zo mogelijk plaats bij de betaling van het tweede deel. Als de contactgemeenten bepaalde verplichtingen niet nakomen, kan op grond van de RMC-wet opschorting of inhouding van de specifieke uitkering plaatsvinden.

Artikel 6. Tijdstip beëindiging overgangsregeling

In artikel IV, derde lid, van de RMC-wet is bepaald dat de regio's en de contactgemeenten op grond van die wet tot een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen tijdstip de regio's en contactgemeenten zijn die zijn aangewezen op grond van de Tijdelijke regeling. Het doel van deze bepaling is om de periode tussen de inwerkingtreding van de wet (op grond waarvan regio's moeten worden aangewezen) en de inwerkingtreding van het onderhavige besluit (waarbij de nieuwe regio's worden aangewezen) te overbruggen. Omdat per 1 januari wijzigingen in de regio's optreden als gevolg van gemeentelijke herindelingen, is in het onderhavige artikel 1 januari 2002 vermeld als datum waarop de oude regio-indeling en de oude aanwijzing van contactgemeenten vervallen en is in artikel 7 bepaald dat de nieuwe regio-indeling met ingang van dezelfde datum in werking treedt. De RMC-regio's dragen zelf zorg voor de aanwijzing van nieuwe contactgemeenten.

Artikel 7. Tijdstip inwerkingtreding

De datum van inwerkingtreding van het besluit is bepaald op 1 januari 2002. Dit betekent dat het besluit enige dagen na de RMC-wet in werking treedt en voor het eerst van toepassing is op de regio-indeling en de specifieke uitkering voor het jaar 2002. Zie voor de regio-indeling tot 1 januari 2002 de toelichting bij artikel 6. Op grond van artikel IV, vierde lid, van de RMC-wet geldt de specifieke uitkering die over het jaar 2001 is toegekend op grond van de Tijdelijke regeling na de inwerkingtreding van de RMC-wet als te zijn toegekend op grond van de artikelen die in die wet worden toegevoegd aan de onderwijswetten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

BIJLAGE RMC-REGIO-INDELING

Regio 1: Oost-Groningen

Bellingwedde, Menterwolde, Pekela, Reiderland, Scheemda, Stadskanaal, Veendam, Vlagtwedde, Winschoten.

Regio 2: Noord-Groningen-Eemsmond

Appingedam, Bedum, De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum, Ten Boer, Winsum.

Regio 3: Centraal en Westelijk Groningen

Groningen, Grootegast, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Leek, Marum, Slochteren, Zuidhorn.

Regio 4: Friesland Noord

Ameland, Boarnsterhim, Dantumadeel, Dongeradeel, Ferwerderadeel, Franekeradeel, Harlingen, Het Bildt, Kollumerland c.a., Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Menaldumadeel, Schiermonnikoog, Terschelling, Vlieland.

Regio 5: Zuid-West Friesland

Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, Littenseradiel, Nijefurd, Skarsterlân, Sneek, Wûnseradiel, Wymbritseradiel.

Regio 6: Friesland-Oost («de Friese Wouden»)

Achtkarspelen, Heerenveen, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, Tytjerksteradiel, Weststellingwerf.

Regio 7: Noord- en Midden Drenthe

Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld, Tynaarlo.

Regio 8: Zuid-Oost Drenthe

Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen.

Regio 9: Zuid-West Drenthe

Hoogeveen, Meppel, Westerveld, De Wolden

Regio 10: IJssel-Vecht

Dalfsen, Hardenberg, Hattem, Heerde, Kampen, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijk, Zwartewaterland, Zwolle.

Regio 11: Stedendriehoek

Apeldoorn, Bathmen, Brummen, Deventer, Epe, Gorssel, Lochem, Olst, Voorst, Vorden, Warnsveld, Zutphen.

Regio 12: Twente

Almelo, Borne, Denekamp, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo(O), Hof van Twente, Losser, Neede, Oldenzaal, Rijssen, Tubbergen, Vriezenveen, Wierden.

Regio 13: Achterhoek

Aalten, Bergh, Borculo, Dinxperlo, Doesburg, Doetinchem, Eibergen, Gendringen, Groenlo, Hengelo, Hummelo en Keppel, Lichtenvoorde, Ruurlo, Steenderen, Wehl, Winterswijk, Wisch, Zelhem

Regio 14: Arnhem/Nijmegen

Angerlo, Arnhem, Bemmel, Beuningen, Didam, Duiven, Groesbeek, Heumen, Millingen a.d. Rijn, Mook en Middelaar, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Ubbergen, Westervoort, Wijchen, Zevenaar.

Regio 15: Rivierenland

Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Kesteren, Lingewaal, Maasdriel, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal, Zaltbommel.

Regio 16: Eem en Vallei

Amersfoort, Baarn, Barneveld, Bunschoten, Ede, Leusden, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Soest, Veenendaal, Wageningen, Woudenberg.

Regio 17: Noordwest-Veluwe

Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Zeewolde

Regio 18: Flevoland

Almere, Dronten, Lelystad, Noord-Oostpolder, Urk.

Regio 19: Utrecht

Abcoude, Amerongen, Breukelen, Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, Driebergen, Doorn, Houten, IJsselstein, Leersum, Loenen, Lopik, Maarn, Maarssen, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Utrecht stad, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden, Zeist.

Regio 20: Gooi en Vechtstreek

Blaricum, Bussum, Eemnes, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp, Wijdemeren.

Regio 21: Agglomeratie Amsterdam

Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam/Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zaanstad, Zeevang.

Regio 22: West-Friesland

Andijk, Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Medemblik, Noorder-Koggenland, Obdam, Opmeer, Stede Broec, Venhuizen, Wervershoof, Wester-Koggenland, Wognum.

Regio 23: Kop van Noord-Holland

Anna Paulowna, Den Helder, Harenkarspel, Niedorp, Schagen, Texel, Wieringen, Wieringermeer, Zijpe.

Regio 24: Noord-Kennemerland

Alkmaar, Bergen (NH), Graft-De Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk, Schermer.

Regio 25: West-Kennemerland

Bennebroek, Beverwijk, Bloemendaal, Castricum, Haarlem, Haarlemmerliede, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen, Zandvoort.

Regio 26: Zuid-Holland-Noord

Alkemade, Hillegom, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnsburg, Sassenheim, Valkenburg, Voorhout, Voorschoten, Warmond, Zoeterwoude.

Regio 27: Zuid-Holland-Oost

Alphen aan den Rijn, Bergambacht, Bodegraven, Boskoop, Gouda, Jacobswoude, Liemeer, Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel, Nederlek, Nieuwkoop, Ouderkerk, Reeuwijk, Rijnwoude, Schoonhoven, Ter Aar, Vlist, Waddinxveen, Zevenhuizen/Moerkapelle.

Regio 28: Haaglanden/Westland

Delft, De Lier, 's-Gravenhage, 's-Gravenzande, Leidschendam-Voorburg, Maasland, Monster, Naaldwijk, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Schipluiden, Wassenaar, Wateringen, Zoetermeer.

Regio 29: Rijnmond

Albrandswaard, Barendrecht, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bernisse, Bleiswijk, Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevloetsluis, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Middelharnis, Oostflakkee, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne.

Regio 30: Zuid-Holland-Zuid

Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, 's-Gravendeel, Hardinxveld-Giessendam, Heerjansdam, Hendrik Ido Ambacht, Korendijk, Leerdam, Liesveld, Nieuw Lekkerland, Oud Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik, Zwijndrecht.

Regio 31: Noord- en Zuid-Beveland, Schouwen-Duiveland, St. Philipsland en Tholen

Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Tholen.

Regio 32: Walcheren

Middelburg, Veere, Vlissingen.

Regio 33: Zeeuwsch-Vlaanderen

Axel, Hontenisse, Hulst, Oostburg, Sas van Gent, Sluis-Aardenburg, Terneuzen.

Regio 34: West-Brabant

Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Geertruidenberg, Drimmelen, Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Steenbergen, Rucphen, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zundert.

Regio 35: Midden-Brabant

Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg, Waalwijk.

Regio 36: Noord-Oost-Brabant

Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, 's-Hertogenbosch, Heusden, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en St.Hubert, Oss, Ravenstein, Schijndel, St. Anthonis, St. Michielsgestel, St. Oedenrode, Uden, Veghel, Vught.

Regio 37: Zuidoost-Brabant

Asten, Bergeyk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Mierlo, Nuenen c.a., Oirschot-De Beerzen, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre.

Regio 38: Gewest Limburg-Noord

Ambt-Montfort, Arcen/Velden, Beesel, Bergen, Echt, Gennep, Haelen, Heel, Helden, Heythuysen, Horst aan de Maas, Hunsel, Kessel, Maasbracht, Maasbree, Meijel, Meerlo-Wanssum, Nederweert, Roerdalen, Roermond, Roggel en Neer, Sevenum, Swalmen, Thorn, Venlo, Venray, Weert.

Regio 39: Gewest Zuid-Limburg

Beek, Brunssum, Eijsden, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Margraten, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Susteren, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Voerendaal.


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven