Besluit beëdiging en vergoeding buitengriffiers

VERBETERING

Op blz. 1, Artikel 2, eerste lid, 3e regel

staat: «de president bij de Hoge Raad.»

lees: de president van de Hoge Raad.

Op blz. 2, Artikel 2, tweede lid, 3e regel

staat: «getuige en de getuige die bij de beëdiging aanwezig waren.»

lees : president en de getuige die bij de beëdiging aanwezig waren.

Op blz. 4, nota van toelichting, onderdeel 1. Algemeen,1e alinea, wordt de zinsnede «nadat de wetsvoorstellen Wet organisatie en bestuur gerechten (Kamerstukken I 2000/01, 27 181, nr. 323) en Wet Raad voor de rechtspraak (Kamerstukken I 2000/01, 27 182, nr. 324) tot wet zijn verheven en in werking treden,» gewijzigd in:

na inwerkingtreding van de Wet organisatie en bestuur gerechten en de Wet Raad voor de rechtspraak,

Op blz. 4, nota van toelichting, onderdeel 1. Algemeen, 1e alinea, wordt de laatste zin «In het onderhavige besluit worden deze regels vastgesteld waardoor de Regeling vergoeding waarnemende griffiers rechterlijke macht kan worden ingetrokken.» gewijzigd in:

In het onderhavige besluit zijn deze regels vastgesteld waardoor de Regeling vergoeding waarnemende griffiers rechterlijke macht kon worden ingetrokken.

Op blz. 4, nota van toelichting, onderdeel 1. Algemeen, 3e alinea, vervalt de zinsnede (Kamerstukken I, 2000/01, 27 181, nr. 323)

Op blz. 4, nota van toelichting, onderdeel 1. Algemeen, 4e alinea, wordt de zinsnede «Artikel XVI van wetsvoorstel organisatie en bestuur gerechten (Kamerstukken EK, 2000/2001, 27 181, nr. 323) bevat een overgangsregeling waardoor degenen die voorafgaand aan de dag waarop het wetsvoorstel in werking treedt,» gewijzigd in:

Artikel XVI van de Wet organisatie en bestuur gerechten bevat een overgangsregeling waardoor degenen die voorafgaand aan de dag waarop de wet in werking is getreden,

In de nota van toelichting, onderdeel 2. Artikelsgewijs, worden Artikel 1 tot en met Artikel 6 vervangen door:

Artikel 1

In dit artikel worden regels gegeven inzake de beëdigingsprocedure van de buitengriffier. De grondslag hiervoor wordt geboden door artikel 14, vierde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens wordt verwezen naar het formulier dat als bijlage bij dit besluit gaat. Voor de tekst van de door de buitengriffiers af te leggen eed of belofte is aangesloten bij de eed zoals die krachtens artikel 71 van Reglement I voor de waarnemend griffiers was voorgeschreven. Voor de duidelijkheid bevat het formulier ook de geparafraseerde tekst van artikel 7, derde lid, en artikel 13 van de Wet op de rechterlijke organisatie. In deze artikelen is respectievelijk het geheim van de raadkamer en de algemene geheimhoudingsplicht, inclusief uitzonderingen, geregeld.

Artikel 2

In dit artikel worden regels gegeven inzake de beëdigingsprocedure van de waarnemend griffiers bij de Hoge Raad. De grondslag wordt hiervoor geboden door artikel 73, derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens wordt verwezen naar het formulier dat als bijlage bij dit besluit gaat. Voor de tekst van de door de waarnemend griffiers bij de Hoge Raad af te leggen eed of belofte is aangesloten bij de eed zoals die krachtens artikel 71 van Reglement I voor de waarnemend griffiers was voorgeschreven. Voor de duidelijkheid bevat het formulier ook de geparafraseerde tekst van artikel 7, derde lid, en artikel 13 van de Wet op de rechterlijke organisatie. In deze artikelen is respectievelijk het geheim van de raadkamer en de algemene geheimhoudingsplicht, inclusief uitzonderingen, geregeld.

Artikel 3

In verband met de invoering van de euro per 1 januari 2002 is het bedrag van de vergoeding in euro's vermeld. Daarnaast wordt in dit artikel tot uiting gebracht dat een buitengriffier maximaal € 91,– per dag ontvangt voor de werkzaamheden, ook al vinden er op één dag meerdere zittingen plaats. In de Regeling vergoeding waarnemende griffiers rechterlijke macht werd aan de waarnemend griffiers een bedrag van f 200,– toegekend en was eveneens bepaald dat meerdere zittingen op een dag werden aangemerkt als één zitting.

Artikel 4

Met dit artikel wordt de Regeling vergoeding waarnemend griffiers rechterlijke macht ingetrokken.

Zie voor een toelichting hierop de toelichting in het Algemeen deel.

's-Gravenhage, 12 maart 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven