Wet van 29 november 2001 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met het uitwerken van taalondersteuning en het vastleggen van de eisen om taalondersteuning van allochtone leerlingen te geven

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het begrip taalondersteuning in te vullen en vast te leggen aan welke eisen leraren moeten voldoen om taalondersteuning van allochtone leerlingen te geven;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het primair onderwijs¹ wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 173, tweede lid, komt als volgt te luiden:

• 2. De gemeenteraad kan, nadat de allochtone ouders op een door de gemeenteraad te bepalen wijze in staat zijn gesteld hun mening daarover kenbaar te maken, de middelen die de gemeente als specifieke uitkering, bedoeld in het eerste lid, uit 's Rijks kas ontvangt voor onderwijs in allochtone levende talen geheel of gedeeltelijk overdragen aan een andere gemeente ten behoeve van onderwijs in een of meer allochtone levende talen in die gemeente.

B

Na artikel 173 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 173a. Inzet van de gemeentelijke middelen voor taalondersteuning

• 1. De gemeenteraad kan, nadat de allochtone ouders op een door de gemeenteraad te bepalen wijze in staat zijn gesteld hun mening daarover kenbaar te maken, de middelen die de gemeente als specifieke uitkering, bedoeld in artikel 173, eerste lid, uit 's Rijks kas ontvangt voor onderwijs in allochtone levende talen, geheel of gedeeltelijk bestemmen voor taalondersteuning van allochtone leerlingen in het basisonderwijs. Indien de gemeenteraad besluit de uitkering geheel te bestemmen voor een zodanige taalondersteuning, is artikel 171 niet van toepassing. Taalondersteuning van allochtone leerlingen omvat alle onderwijsactiviteiten die met behulp van een allochtone levende taal bijdragen aan het aanleren van de Nederlandse taal en daarmee aan het behalen van de doelstellingen van de kerndoelen, bedoeld in artikel 9.

• 2. Tot taalondersteuning van allochtone leerlingen zijn bevoegd leraren die de desbetreffende allochtone levende taal beheersen en die in het bezit zijn van één van de op grond van artikel 186, zesde lid, aangewezen verklaringen en diploma's met betrekking tot de beheersing van de Nederlandse taal.

C

In de inhoudsopgave wordt na het opschrift van artikel 173 ingevoegd:

Artikel 173a. Inzet van de gemeentelijke middelen voor taalondersteuning

ARTIKEL II

De Wet op de expertisecentra² wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 159, tweede lid, komt als volgt te luiden:

• 2. De gemeenteraad kan, nadat de allochtone ouders op een door de gemeenteraad te bepalen wijze in staat zijn gesteld hun mening daarover kenbaar te maken, de middelen die de gemeente als specifieke uitkering, bedoeld in het eerste lid, uit 's Rijks kas ontvangt voor onderwijs in allochtone levende talen geheel of gedeeltelijk overdragen aan een andere gemeente ten behoeve van onderwijs in een of meer allochtone levende talen in die gemeente.

B

Na artikel 159 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 159a. Inzet van de gemeentelijke middelen voor taalondersteuning in het speciaal onderwijs

• 1. De gemeenteraad kan, nadat de allochtone ouders op een door de gemeenteraad te bepalen wijze in staat zijn gesteld hun mening daarover kenbaar te maken, de middelen die de gemeente als specifieke uitkering, bedoeld in artikel 159, eerste lid, uit 's Rijks kas ontvangt voor onderwijs in allochtone levende talen, geheel of gedeeltelijk bestemmen voor taalondersteuning van allochtone leerlingen in het speciaal onderwijs. Indien de gemeenteraad besluit de uitkering geheel te bestemmen voor een zodanige taalondersteuning is artikel 157 niet van toepassing. Taalondersteuning van allochtone leerlingen omvat alle onderwijsactiviteiten die met behulp van een allochtone levende taal bijdragen aan het aanleren van de Nederlandse taal en daarmee invulling geven aan de inhoud van het speciaal onderwijs.

• 2. Tot taalondersteuning van allochtone leerlingen in het speciaal onderwijs zijn bevoegd leraren die de desbetreffende allochtone levende taal beheersen en die in het bezit zijn van één van de op grond van artikel 171, zevende lid, aangewezen verklaringen en diploma's met betrekking tot de Nederlandse taal.

C

In de inhoudsopgave wordt na het opschrift van artikel 159 ingevoegd:

Artikel 159a. Inzet van de gemeentelijke middelen voor taalondersteuning in het speciaal onderwijs

ARTIKEL III

De Wet op het voortgezet onderwijs³ wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 274, tweede lid, komt als volgt te luiden:

• 2. De gemeenteraad kan, nadat de allochtone ouders op een door de gemeenteraad te bepalen wijze in staat zijn gesteld hun mening daarover kenbaar te maken, de middelen die de gemeente als specifieke uitkering, bedoeld in het eerste lid, uit 's Rijks kas ontvangt voor onderwijs in allochtone levende talen geheel of gedeeltelijk overdragen aan een andere gemeente ten behoeve van onderwijs in een of meer allochtone levende talen in die gemeente.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

^histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 29 november 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

K. Y. I. J. Adelmund

Uitgegeven de dertiende december 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

---

1 Stb. 1998, 495, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 september 2001, Stb. 481.

2 Stb. 1998, 496, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 september 2001, Stb. 481.

3 Stb. 1998, 512, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 september 2001, Stb. 481.

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2000/2001, 27 682.

Handelingen II 2000/2001, blz. 6303–6322; 2001/2002, blz. 172.

Kamerstukken I 2001/2002, 27 682 (18, 18a).

Handelingen I 2001/2002, zie vergadering d.d. 26 november 2001.