Besluit van 25 januari 2001 tot wijziging van het
Faciliteitenbesluit opvangcentra
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 22 november
2000, kenmerk 5059968/00/DVB;
Gelet op artikel 4 van de wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;
De Raad van State gehoord (advies van 5 januari 2001, nr. W03.00.0584/I);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 18 januari
2001, nr. 5074762/01/6;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Faciliteitenbesluit opvangcentra1 wordt als volgt
gewijzigd:
1. Aan artikel 3, eerste lid, wordt de volgende zinsnede toegevoegd: verminderd
met het aantal op 1 januari van het uitkeringsjaar in de gemeentelijke basisadministratie
ingeschreven bewoners van het opvangcentrum.
2. In artikel 3, tweede lid, wordt na de zinsnede «het in het eerste
lid bedoelde aantal capaciteitsplaatsen», de volgende zinsnede toegevoegd:
verminderd met het aantal op 1 januari van het uitkeringsjaar in de gemeentelijke
basisadministratie ingeschreven bewoners van het opvangcentrum.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1
januari 2001.
Lasten en bevelen dat dit besluit en de daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 25 januari 2001
Beatrix
De Staatssecretaris van Justitie,
N. A. Kalsbeek
Uitgegeven de achtste februari 2001
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
Ingevolge het besluit van 28 maart 2000 tot wijziging van het Besluit
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, houdende verkorting van
de termijn waarbinnen vreemdelingen die geen toelating hebben tot Nederland
en verblijven in een opvangcentrum niet in aanmerking komen voor inschrijving
in de basisadministratie (Stb. 151), is de termijn van één jaar
waarbinnen asielzoekers niet in aanmerking komen voor inschrijving in de gemeentelijke
basisadministratie (GBA), verkort tot 6 maanden.
De vervroegde inschrijving in de GBA heeft gevolgen voor de aan gemeenten
op basis van het aantal ingeschreven inwoners te verstrekken uitkering uit
het gemeentefonds. Dientengevolge is er tevens een relatie met de gemeentefondsvervangende
uitkering die gemeenten met een opvangvoorziening voor asielzoekers ontvangen
op grond van het Faciliteitenbesluit opvangcentra. Het onderhavige besluit
strekt ertoe de gemeentefondsvervangende uitkering aan gemeenten op grond
van het Faciliteitenbesluit opvangcentra te corrigeren voor de uitkering uit
het gemeentefonds die gemeenten ontvangen in verband met de vervroegde inschrijving
van asielzoekers in de GBA.
Asielzoekers kwamen tot voor de datum van inwerkingtreding van het bovengenoemde
besluit tot wijziging van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
op 1 juni 2000, gedurende het eerste jaar van het verblijf in Nederland niet
in aanmerking voor inschrijving in de GBA. Gedurende dat eerste jaar telden
asielzoekers derhalve niet mee voor de uitkering uit het gemeentefonds, die
gebaseerd is op het aantal op 1 januari van het uitkeringsjaar in de GBA ingeschreven
inwoners. Het Faciliteitenbesluit opvangcentra voorziet om die reden in een
gemeentefondsvervangende uitkering aan gemeenten waarin een opvangvoorziening
voor asielzoekers is gevestigd. De gemeentefondsvervangende uitkering is ondermeer
gebaseerd op het aantal door asielzoekers permanent te bezetten capaciteitsplaatsen.
Daarbij wordt geen acht geslagen op het aantal asielzoekers dat op 1 januari
van het uitkeringsjaar is ingeschreven in de GBA.
Met het besluit om over te gaan tot de vervroegde inschrijving van asielzoekers
in de GBA is aanleiding ontstaan om de uitkering op grond van het Faciliteitenbesluit
opvangcentra te corrigeren voor het aantal asielzoekers dat op de peildatum
van 1 januari van het uitkeringsjaar staat ingeschreven in de GBA. Deze correctie
vindt plaats door bij de vaststelling van de uitkering op grond van het Faciliteitenbesluit
opvangcentra uit te gaan van het aantal door asielzoekers permanent te bezetten
opvangplaatsen verminderd met het aantal op 1 januari van het uitkeringsjaar
in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven bewoners van het opvangcentrum.
De vernieuwde rekenregel is opgenomen in artikel 3 van het Faciliteitenbesluit
opvangcentra. Artikel 4 van het Faciliteitenbesluit opvangcentra behoeft geen
aanpassing omdat de vervroegde inschrijving van asielzoekers in de GBA niet
van invloed is op de aan de gemeente te verstrekken uitkering voor het aantal
woonruimten. De correctie wordt evenmin toegepast op de uitkering die wordt
verstrekt op grond van artikel 5 van het Faciiiteitenbesluit opvangcentra,
in verband met de opvang in hotels, pensions en andere vergelijkbare door
de Minister van Justitie aangewezen voorzieningen, waaronder de zogenaamde
Kleinschalige Centrale Opvangvoorzieningen en het ZelfZorgArrangement.
Het besluit werkt terug tot en met 1 januari 2001. Het is niet nodig aan
het besluit terugwerkende kracht te verlenen tot 1 juni 2000, het tijdstip
waarop het besluit tot wijziging van het Besluit gemeentelijke basisadministratie
persoonsgegevens in werking is getreden, aangezien de vervroegde inschrijvingen
eerst per 1 januari 2001 meetellen voor de vaststelling van de uitkering
uit het gemeentefonds.
Ter financiering van de toenemende omvang aan uitkeringen uit het gemeentefonds
wordt het bedrag waarmee de uitkering op grond van het Faciliteitenbesluit
opvangcentra ingevolge het onderhavige besluit wordt gecorrigeerd, toegevoegd
aan het gemeentefonds.
De Staatssecretaris van Justitie,
N. A. Kalsbeek
XNoot
1Stb. 1994 636, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 juni 1998,
Stb. 347.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vijfde lid jo. vierde lid, onder b van de Wet op de Raad
van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.