Besluit van 13 november 2001 tot wijziging van het
koninklijk besluit van 9 oktober 1996, houdende aanwijzing van instellingen
als bedoeld in de artikelen 22, vierde lid, en 33, vierde lid, van de Kernenergiewet
(Stb. 528)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 7 november 2001, nr. MJZ2001124285, gedaan mede namens
Onze Minister van Economische Zaken, de Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, en Onze Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport;
Gelet op de artikelen 22, vierde lid, en 33, vierde lid, van de
Kernenergiewet en artikel 20.5 van de Wet milieubeheer;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
In de artikelen 1, onder a, en 2, onder a, van het koninklijk besluit
van 9 oktober 1996, houdende aanwijzing van instellingen als bedoeld in de
artikelen 22, vierde lid, en 33, vierde lid, van de Kernenergiewet (Stb. 528)
wordt «de Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland te Petten»
vervangen door: de Nuclear Research and consultancy Group v.o.f. te Petten.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 13 november 2001
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. P. Pronk
De Minister van Economische Zaken,
A. Jorritsma-Lebbink
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst,
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers
Uitgegeven de elfde december 2001
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
Ingevolge de artikelen 22, vierde lid, en 33, vierde lid, van de Kernenergiewet
worden ongeoorloofd aanwezig bevonden splijtstoffen en ertsen, onderscheidenlijk
ongeoorloofd aanwezig bevonden radioactieve stoffen, die krachtens het derde
lid van die artikelen door toezichthoudende ambtenaren door toepassing van
bestuursdwang in bezit genomen zijn, door hen overgedragen aan een aangewezen
instelling of persoon.
Bij koninklijk besluit van 9 oktober 1996, houdende aanwijzing van instellingen
als bedoeld in de artikelen 22, vierde lid, en 33, vierde lid, van de Kernenergiewet
(Stb. 528), zijn de Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) te
Petten en de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval N.V. (COVRA) te Borsele
aangewezen als instellingen als bedoeld in artikel 22, vierde lid, van de
Kernenergiewet en zijn ECN, COVRA en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieuhygiëne (RIVM) te Bilthoven aangewezen als instellingen als
bedoeld in artikel 33, vierde lid, van de Kernenergiewet.
In 1998 zijn de meeste nucleaire activiteiten van ECN samengevoegd met
de nucleaire activiteiten van KEMA te Arnhem en ondergebracht in de Nuclear
Research and consultancy Group (NRG) te Petten, een vennootschap onder firma.
De deskundigheid en de faciliteiten zijn hiermee overgegaan naar NRG.
In verband met de overgang van nucleaire activiteiten van ECN naar NRG,
wordt NRG in plaats van ECN aangewezen als instelling als bedoeld in artikel
22, vierde lid, en artikel 33, vierde lid, van de Kernenergiewet.
Tegen dit besluit kan een belanghebbende binnen 6 weken na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin dit gepubliceerd is op grond van artikel
7:1 van de Algemene wet bestuursrecht een gemotiveerd bezwaarschrift indienen
bij de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
postbus 30945, 2500 GX Den Haag. Het bezwaarschrift moet van een datum, naam
en adres zijn voorzien.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
is gemachtigd namens de Kroon te beslissen op ingediende bezwaren ten aanzien
van dit besluit. Tevens is deze minister gemachtigd ten aanzien van eventuele
beroepschriften als verweerder op te treden namens de Kroon.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. P. Pronk
De Minister van Economische Zaken,
A. Jorritsma-Lebbink
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers