Besluit van 26 november 2001, houdende wijziging van het Transactiebesluit 1994 en het Transactiebesluit milieudelicten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 5 september 2001, nr. 5117684/01/6;

Gelet op artikel 74c van het Wetboek van Strafrecht en artikel 37, eerste lid, van de Wet op de economische delicten;

De Raad van State gehoord (advies van 5 november 2001, nr. W03.01.0483/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 19 november 2001, nr. 5133015/01/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Transactiebesluit 19941 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, vijfde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te vervallen.

2. De onderdelen b tot en met d worden geletterd a tot en met c.

B

In artikel 3, onder a, wordt «f 250» vervangen door : € 120.

C

De bijlage, bedoeld in artikel 3, komt te luiden:

Bijlage als bedoeld in artikel 3 van het Transactiebesluit 1994

Feitnr.OmschrijvingArtikelCategorie
 Categorie-indeling B:  
 1. Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;  
 2. Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;  
 3. Bromfietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met motor;  
 4. Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen zonder motor;  
 5. Voetgangers;  
 6. Overige weggebruikers;  
 7. Schippers;  
 8. Een ieder.  
    
 Nummers K 005 – K 175: Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) en Reglement rijbewijzen (RR)  
    
K 005als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl krachtens de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften de inlevering van het rijbewijs is gevorderd dan wel het rijbewijs is ingenomen9 lid 7 WVW 19941/2
    
 als bestuurder van een motorrijtuig rijden, terwijl het kentekenbewijs is ingevorderd36 lid 3 onder c WVW 1994 
K 020 a– na deugdelijk herstel 1/2
    
 als bestuurder beneden de 16 jaar een motorrijtuig besturen, zijnde110 lid 1 WVW 1994 jo. artikel 5 lid 1 onder b RR  
K 070 a– een bromfiets 3
K 070 b– een gehandicaptenvoertuig 3
K 070 c– een landbouwtrekker 1
K 070 d– een motorrijtuig met beperkte snelheid (niet zijnde een stoom- of motorwals) 1
K 145 bals bestuurder handelen in strijd met een of meer aan een ontheffing verbonden voorschriften betreffende de lengte/breedte/hoogte/massa en/of begeleiding150 lid 2 WVW 19941
K 160 aals bestuurder, die in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift, de gegeven bevelen niet opvolgen160 lid 6 WVW 19941/2/3/4/6
K 160 bals bestuurder van een voertuig in het kader van het beroepsgoederenvervoer of personenvervoer, die in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift, de gegeven bevelen niet opvolgen160 lid 6 WVW 19941
    
 Categorie-indeling A (Voertuigreglement)  
 2. Personenauto's;  
 3. Bedrijfsauto's;  
 4. Motorfietsen;  
 5. Driewielige motorrijtuigen;  
 6. Bromfietsen;  
 7. Motorrijtuigen met beperkte snelheid;  
 8. Landbouwtrekkers;  
 9. Fietsen;  
 10. Gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een verbrandingsmotor of een elektromotor en voorzien van een gesloten carrosserie;  
 11. Gehandicaptenvoertuigen uitgerust met een elektromotor en niet voorzien van een gesloten carrosserie;  
 12. Aanhangwagens met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;  
 13. Aanhangwagens met toegestane maximum massa van niet meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;  
 14. Aanhangwagens achter landbouwtrekkers en achter motorrijtuigen met beperkte snelheid;  
 15. Aanhangwagens achter motorfietsen (15a) of bromfietsen (15b);  
 16. Aanhangwagens achter fietsen op twee wielen;  
 17. Wagens.  
    
 Nummers N 150 b – P 351 e: Voertuigreglement (VR)  
    
N 150 bdan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl het na 31-12-1987 in gebruik genomen voertuig, met een toegestane maximum massa van meer dan 12 000 kg niet is voorzien van een snelheidsbegrenzer5.3.15 VR3
N 150 cdan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl de na 31-12-1987 in gebruik genomen bus met een toegestane maximum massa van meer dan 10 000 kg niet is voorzien van een snelheidsbegrenzer5.3.15 VR3
N 150 ddan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl de snelheidsbegrenzer niet aan de eisen voldoet. Wat betreft een bedrijfsauto bestemd voor het vervoer van goederen niet meer dan 90 km/h en wat betreft een bus maximaal 100km/h. 5.3.15 VR3
    
 niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 particulier gebruik) de vermindering bedraagt5.2.38, 5.4.38, 5.5.38 en 5.12.38 VR  
N 381 e– meer dan 2,0 m/s2 2/4/5/12
    
 niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik) de vermindering bedraagt5.2.38, 5.4.38, 5.5.38 en 5.12.38 VR  
N 381 g– 0,51 t/m 1,0 m/s2 3/12
N 381 h– 1,01 t/m 1,5 m/s2 3/12
N 381 i– 1,51 t/m 2,0 m/s2 3/12
N 381 j– meer dan 2,0 m/s2 3/12
    
 de maximum lengte van het samenstel van voertuigen wordt overschreden, met een overschrijding5.18.11 VR  
P 111 cvan meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 2/3/5/7/8
P 111 dvan meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 2/3/5/7/8
    
 de lading van een beladen samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, dat wordt gebruikt voor het vervoer van voertuigen, langer dan 20 meter:5.18.13 VR  
P 130 kvan meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 3/12
P 130 lvan meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 3/12
    
 de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk meer dan 0,60 meter van de uiterste achterzijde is aangebracht (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding5.18.12 en 5.18.21 VR  
P 121 cvan meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 3/12
P 121 dvan meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 3/12
    
 de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding5.18.13 en 5.18.21 VR  
P 131 cvan meer dan 0,50 m en t/m 0,75 m 3/12
P 131 dvan meer dan 0,75 m en t/m 1,00 m 3/12
    
 de som van de aslasten van de aangekoppelde middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van meer dan 12 000 kg meer bedraagt dan de som van aslasten van het trekkend motorrijtuig5.18.31 VR  
P 310 c– meer dan 50% 12
P 310 d– meer dan 75% 12
    
 niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt5.18.35 lid 1 VR  
P 350 e– meer dan 2,0 m/s2 2/4/5
    
 niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel de, vermindering bedraagt5.18.35 lid 1 VR  
P 350 g– 0,51 t/m 1,0 m/s2 3
P 350 h– 1,01 t/m 1,5 m/s2 3
P 350 i– 1,51 t/m 2,0 m/s2 3
P 350 j– meer dan 2,0 m/s2 3
    
 de remvertraging van het samenstel niet voldoet aan die van het trekkend voertuig, de vermindering bedraagt5.18.35 lid 2 VR  
P 351 e– meer dan 2,0 m/s2 7/8
 Nummers K 800 – K 825: Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (WRM 1993)  
    
    
 Categorie-indeling B:  
 1. Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;  
 2. Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;  
 3. Bromfietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met motor;  
 4. Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen zonder motor;  
 5. Voetgangers;  
 6. Overige weggebruikers;  
 7. Schippers;  
 8. Een ieder.  
    
K 800rijonderricht geven zonder in het bezit te zijn van het vereiste certificaat (particulier)7 lid 1 WRM 19938
    
 rijonderricht geven terwijl het certificaat:  
K 810 a– niet geldig is voor het rijonderricht dat wordt gegeven7 lid 2 onder a WRM 19938
K 810 b– niet voldoet aan de vastgestelde eisen inzake inrichting en uitvoering7 lid 2 onder b WRM 19938
K 810 c– niet behoorlijk leesbaar is7 lid 2 onder c WRM 19938
    
 als houder niet (tijdig) inleveren van een ongeldig verklaard certificaat voor  
K 815 a– rijonderricht15 lid 4 WRM 19938
K 815 b– vakbekwaamheid22 lid 5 WRM 19938
K 820het certificaat niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven24 WRM 19938
K 825het instructeurbewijs, dan wel het bewijs van ontheffing niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgegeven28 WRM 19938
    
 Nummers S 015 – S 020: Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)  
    
 Categorie-indeling C: (maximumsnelheid)  
 1. Motorvoertuigen (uitgezonderd categorie 2: vrachtauto's, autobussen en motorvoertuigen met aanhangwagen) en brommobielen;  
 2. Vrachtauto's, autobussen en motorvoertuigen met aanhangwagen;  
 3. Bromfietsen, snorfietsen en gehandicaptenvoertuigen met motor;  
 4. Landbouwtrekkers en motorvoertuigen met beperkte snelheid.  
    
 HOOFDSTUK 2. Verkeersregels  
    
 VIII. Maximumsnelheid  
    
 a. Algemeen  
    
 als bestuurder niet in staat zijn, zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is. De gedraging/overtreding is geconstateerd met behulp van het Videocontrole systeem (VCS) bij snelheden van meer dan 80km/u tot en met 100 km/u, waarbij de onderlinge afstand tussen de voertuigen overeenkomt met een tijd van:  
S 015 a– minder dan 0,5 seconde tot en met 0,4 seconde 1/2
S 015 b– minder dan 0,4 seconde tot en met 0,3 seconde 1/2
S 015 c– minder dan 0,3 seconde tot en met 0,2 seconde 1/2
S 015 d– minder dan 0,2 seconde 1/2
    
 als bestuurder niet in staat zijn, zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is. De gedraging/overtreding is geconstateerd met behulp van het Videocontrole systeem (VCS) bij snelheden van meer dan 100 km/u tot en met 120 km/u. waarbij de onderlinge afstand tussen de voertuigen overeenkomt met een tijd van:  
S 020 a– minder dan 0,5 seconde tot en met 0,4 seconde 1/2
S 020 b– minder dan 0,4 seconde tot en met 0,3 seconde 1/2
S 020 c– minder dan 0,3 seconde tot en met 0,2 seconde 1
 Nummers R 412 – R 630 Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990)  
    
 Categorie-indeling B:  
 1. Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;  
 2. Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;  
 3. Bromfietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met motor;  
 4. Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen zonder motor;  
 5. Voetgangers;  
 6. Overige weggebruikers;  
 7. Schippers;  
 8. Een ieder.  
    
 Hoofdstuk 2. Verkeersregels  
    
 XI. Het plaatsen van fietsen en bromfietsen  
R 412een (brom)fiets plaatsen anders dan op het trottoir, voetpad, in de berm of door het bevoegde gezag aangewezen plaatsen27 RVV 19903/4
    
 Hoofdstuk 3. Verkeerstekens  
    
 II. Verkeersborden  
R 587een (brom)fiets plaatsen in strijd met bord E3 (verbod (brom)fietsen te plaatsen)62 jo. bord E3 RVV 19903/4
    
 Hoofdstuk 4. Aanwijzingen  
    
 als weggebruiker niet  
R 627 a– opvolgen van de in de Bijlage II vastgestelde aanwijzing om te stoppen, gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare verkeersbrigadiers82 lid 1 jo. 82 lid 3 ivm Bijlage II RVV 19901/2/3/4/6
R 627 b– stoppen voor een stopteken dat bestaat uit een bord F10 van Bijlage I van het RVV 1990, dan wel een rode lamp, dan wel een rode vlag, gegeven door een begeleider van een railvoertuig82 lid 4 RVV 19901/2/3/4/5/6
    
 als weggebruiker niet opvolgen van de in de Bijlage II RVV 1990 vastgestelde aanwijzingen  
R 630 b– gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare verkeersregelaar82 lid 1 ivm Bijlage II RVV 19901/2/3/4/5/6
    
 Categorie-indeling E (Scheepvaartwetgeving)  
 1. (gezagvoerende) schippers;  
 2. Bestuurder;  
 3. Bemanningslid;  
 4. Waterskier;  
 5. Werkgever;  
 6. Exploitant;  
 7. Eigenaar of houder;  
 8. Een ieder.  
    
 Nummers W 065 – W 166: Binnenvaartpolitiereglement (BPR) Plaatselijke verordeningen (Pl.V)  
    
 als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan 20 km/uur, waar dat verboden is en wel een overschrijding van6.02 lid 3 BPR  
W 065tot 6 km/uur 1
W 0666 tot 15 km/uur 1
W 06715 tot 25 km/uur 1
W 06825 tot 35 km/uur 1
W 06935 km/uur of meer 1
    
 als schipper van een klein schip sneller varen dan toegestaan, en wel een overschrijding van5.01 BPR i.v.m. verkeersteken B6 of bekendmaking met zelfde strekking 13 BABS  
W 075tot 6 km/uur1
W 0766 tot 15 km/uur 1
W 07715 tot 25 km/uur 1
W 07825 tot 35 km/uur 1
W 07935 km/uur of meer 1
 als schipper van een klein schip sneller varen dan toegestaan en wel een overschrijding vanPlaatselijke regeling 
W 095tot 6 km/uur 1
W 0966 tot 15 km/uur 1
W 09715 tot 25 km/uur 1
W 09825 tot 35 km/uur 1
W 09935 km/uur of meer 1
    
 Overige  
W 150als schipper van een schip varen terwijl het sturen niet wordt verricht door een persoon die de voorgeschreven leeftijd heeft bereikt1.09 lid 1 BPR1
W 152als schipper van een snelle motorboot varen terwijl het sturen niet wordt verricht door een persoon van tenminste 18 jaar1.09 lid 4 BPR1
W 156als schipper van een schip varen terwijl niet aan boord is een bijgewerkt exemplaar van het Binnenvaartpolitiereglement1.11 BPR1
    
 als schipper van een schip bij het meren of verhalen gebruik maken van  
W 158 a– verkeerstekens1.13 lid 1 BPR1
W 158 b– andere voorwerpen dan die daarvoor bestemd zijn7.04 lid 3 BPR1
W 160als schipper van een zeilplank, daarmee varen in een voor de doorgaande vaart bestemd gedeelte van de vaarweg9.05 BPR1
W 162als schipper van een zeilplank, daarmee varen in een gedeelte van de vaarweg waar dit verboden isPlaatselijke regeling1
    
 als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet zijn aangebracht  
W 164 a– schip2.01 BPR1
W 164 b– klein schip2.02 BPR1
    
 als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet op de voorgeschreven wijze zijn aangebracht  
W 166 a– schip2.01 BPR1
W 166 b– klein schip2.02 BPR1
    
W 170als schipper varen in strijd met een duidelijk zichtbaar geplaatst en voor hem geldend verbodsteken als bedoeld onder A.1 van de bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement6.08 onder 2 BPR1
    
 Nummers W 300 – W 305 Binnenschepenwet (BSW)  
    
 als schipper van een schip op binnenwateren varen zonder dat hij is voorzien van een geldig46 BSW jo. 16 BSW 
W 300 b– klein vaarbewijs 1
W 305als schipper niet op eerste vordering een geldig vaarbewijs of een het vaarbewijs vervangend document behoorlijk ter inzage afgeven52a BSW1
    
 Nummers W 420 – W 485: Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (WVBB), het Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (BVBB), Besluit Rijnvaartpolitiereglement 1995 (BRPR 1995), Reglement onderzoek schepen op de Rijn (ROSR) en Arbeidstijdenbesluit vervoer (ATBvv)  
    
 Wisseling van de exploitatiewijze  
    
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid bij een wisseling van de exploitatiewijze de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)7 BVBB jo. 5 ATBvv/23.07 ROSR  
W 420 a– 1 uur 1/5
W 420 b– 2 uren 1/5
W 420 c– 3 uren 1/5
W 420 d– 4 uren 1/5
    
 Dagvaart  
    
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)5 BVBB jo 5 ATBvv/23.06 ROSR  
W 425 a– 1 uur 1/5
W 425 b– 2 uren 1/5
W 425 c– 3 uren 1/5
W 425 d– 4 uren 1/5
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de vaart tussen 22.00 uur en 06.00 uur wordt onderbroken, met (geen overschrijding van de vaar-/rusttijd)10 lid 1 BVBB/23.05 ROSR  
W 435 a– 1 uur 1/5
W 435 b– 2 uren 1/5
W 435 c– 3 uren 1/5
W 435 d– 4 uren 1/5
    
 Semi-continuvaart  
    
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)5 BVBB jo.5 ATBvv/23.06 ROSR  
W 440 a– 1 uur 1/5
W 440 b– 2 uren 1/5
W 440 c– 3 uren 1/5
W 440 d– 4 uren 1/5
    
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de vaart tussen 23.00 uur en 05.00 uur wordt onderbroken, met (geen overschrijding van de vaar-/rusttijd)10 lid 2 BVBB/23.05 ROSR  
W 445 a– 1 uur 1/5
W 445 b– 2 uren 1/5
W 445 c– 3 uren 1/5
W 445 d– 4 uren 1/5
    
 Continuvaart  
    
 als gezagvoerend schipper of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat ieder bemanningslid de volledige rusttijd heeft genoten (per bemanningslid)5BVBB jo 5 ATBvv/23.6 ROSR  
W 450 a– 1 uur 1/5
W 450 b– 2 uren 1/5
W 450 c– 3 uren 1/5
W 450 d– 4 uren 1/5
    
 Minimumbemanning  
    
 als gezagvoerend schipper varen terwijl of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat, tijdens de vaart de minimumbemanning zich voortdurend aan boord bevindt, bij het ontbreken van15 lid 1 BVBB/23.01 ROSR 
W 455 a– 1 bemanningslid 1/5
W 455 b– 2 bemanningsleden 1/5
    
 Bescheiden  
    
 als gezagvoerend schipper dan wel als werkgever geen zorg hebben gedragen dat de schipper in het bezit is van een Grootpatent, een vaarbewijs, dan wel een bewijs van bekwaamheid voor de binnenvaart  
W 460 a– binnenvaart18 onder a BVBB/23.04 lid 5.1 ROSR1/5
W 460 b– zeescheepvaart op binnenwateren29 onder b BVBB/20.03 ivm 23.04 lid 5.1 ROSR1/5
W 465als gezagvoerend schipper/bemanningslid varen terwijl of als werkgever geen zorg hebben gedragen dat het betrokken bemanningslid in het bezit is van een dienstboekje24 lid 1 BVBB/23.04 lid 1 ROSR1/3/5
W 470als gezagvoerend schipper geen zorg hebben gedragen dat een vaartijdenboek aan boord van het schip aanwezig is25 BVBB/23.08 ROSR1
W 472als gezagvoerend schipper het vaartijdenboek niet in de stuurhut aanwezig hebben27 lid 5 BVBB1
    
 als gezagvoerend schipper het vaartijdenboek niet dan wel niet op de juiste wijze bijhouden over een periode van:27 lid 1, 2 en 3 BVBB/23.08 ROSR  
W 475 a– 1 dag 1
W 475 b– 2 dagen 1
W 475 c– 3 dagen 1
 als gezagvoerend schipper geen zorg hebben gedragen dat het vorige ongeldige vaartijdenboek aan boord wordt bewaard, gedurende een periode27 lid 6 BVBB/23.08 lid 3 ROSR  
W 480 a– tot 1 week na de ingebruikname van het nieuwe vaartijdenboek 1
    
 als gezagvoerend schipper geen zorg hebben gedragen dat de registraties van de tachograaf in chronologische volgorde aan boord worden bewaard, gedurende een periode11 BVBB/23.08 lid 5 ROSR  
W 485 a– van 1 week na de laatste aantekening 1
    
 Nummers W 500 – W 532: Binnenvaartpolitiereglement ( BPR) en plaatselijke verordeningen  
    
 Snelle motorboten  
W 500als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen of als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat de motorboot is geregistreerd1.0.2 lid 2 en 8.01 lid 1 BPR1/7
W 502als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen, terwijl deze wel is geregistreerd, doch niet ten name van de eigenaar of als eigenaar van een snelle motorboot die wel is geregistreerd, doch niet ten name van de eigenaar, geen zorg hebben gedragen dat deze ten name van de eigenaar is geregistreerd1.0.2.lid 2 en 8.05 jo 8.01 BPR1/7
W 504als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen zonder dat het voorgeschreven registratieteken is aangebracht of als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken is aangebracht1.0.2. lid 2 en 8.05 jo. 8.02 lid 1 BPR1/7
W 506als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen terwijl het voorgeschreven registratieteken niet op de voorgeschreven wijze is aangebracht of als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat het voorgeschreven registratieteken op de voorgeschreven wijze is aangebracht1.0.2. lid 2 en 8.05 jo. 8.02 lid 1 BPR1/7
W 508als schipper van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, aan de scheepvaart deelnemen zonder dat het voorgeschreven registratieteken is aangebracht of als eigenaar of houder van een snelle motorboot waarvoor qua constructie een registratieteken van 100x60x15 mm groot genoeg is, geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken is aangebracht1.02 lid 2 en 8.05 jo 8.02 lid 2 BPR1/7
W 510als schipper van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, aan de scheepvaart deelnemen terwijl het voorgeschreven registratieteken niet op de voorgeschreven wijze is aangebracht of als eigenaar of houder van een snelle motorboot waarvoor qua constructie een registratieteken van 100x60x15 mm groot genoeg is, geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken op de voorgeschreven wijze is aangebracht1.0.2. lid 2 en 8.0.5. jo 8.02 lid 2 BPR1/7
W 512als schipper van een snelle motorboot het registratiebewijs niet aan boord hebben of als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat het registratiebewijs aan boord is1.02 en 8.05 jo.8.01 lid 2 BPR1/7
W 514als bestuurder van een snelle motorboot, die qua constructie niet veilig staande kan worden bestuurd, tijdens het varen niet zitten op de bestuurderszitplaats8.04 lid 1a BPR2
W 516als bestuurder van een snelle motorboot, deze staande besturen zonder een reddingsvest te dragen8.04 lid 5 BPR2
W 518als bestuurder van een snelle motorboot varen zonder gebruik te maken van de «dodemansknop»8.04 lid 1b BPR2
W 520als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een deugdelijke geluiddempende inrichting voor de afvoer van uitlaatgassen of als eigenaar of houder van een snelle motorboot die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een deugdelijke geluiddempende inrichting voor de afvoer van uitlaatgassen1.02 lid 2 en 8.05 jo 8.03 onder b BPR1/7
W 522als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een technische voorziening waardoor bij het onderbreken van de besturing de voortstuwingsmiddelen onmiddellijk tot stilstand of nagenoeg tot stilstand komen of als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een technische voorziening waardoor bij het onderbreken van de besturing de voortstuwingsmiddelen onmiddellijk tot stilstand of nagenoeg tot stilstand komen(«dodemansknop»)1.02 lid 2 en 8.05 jo 8.03 onder d BPR1/7
W 524als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een deugdelijk brandblusapparaat of als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een deugdelijk brandblusapparaat1.02 lid 2 en 8.05 jo 8.03 onder f BPR1/7
    
 als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een voor alle opvarenden voldoende aantal reddingsvesten en/of drijfkussens of als eigenaar of houder van een snelle motorboot die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een voor alle opvarenden voldoende aantal reddingsvesten en/of drijfkussens:1.02 lid 2 en 8.05 jo. 8.03 onder e BPR  
W 526 a– bij ontbreken van één 1/7
W 526 b– bij ontbreken van twee 1/7
W 526 c– bij ontbreken van drie 1/7
W 526 d– bij ontbreken van vier 1/7
W 526 e– bij ontbreken van vijf of meer 1/7
W 528als schipper van een snelle motorboot doen waterskiën of op soortgelijke wijze van de vaarweg gebruik doen maken waar c.q. wanneer waterskiën verboden is of als waterskier waterskien of op soortgelijke wijze van de vaarweg gebruik maken c.q. wanneer waterskien verboden is. 8.06 lid 1 c.q. teken A14 BPR1/4
W 530als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een medeopvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk (geen uitkijk of aanwezige uitkijk jonger dan 12 jaar)8.06 lid 2 BPR2
W 532als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een medeopvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk (aanwezige uitkijk tussen 12 – 15 jaar)8.06 lid 2 BPR2
    
 Nummers H 002 – H 106: Wet Milieubeheer (Wm), de Model Algemene Plaatselijke verordening ( Model-APV) en de Model Afvalstoffenverordening (MAV)  
    
 Categorie-indeling B:  
 1. Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen voorzover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;  
 2. Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;  
 3. Bromfietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met motor;  
 4. Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen zonder motor;  
 5. Voetgangers;  
 6. Overige weggebruikers;  
 7. Schippers;  
 8. Een ieder.  
H 002huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aanbieden, terwijl men geen gebruiker van het perceel isPl.V. 8
H 003de voorgeschreven categorieën huishoudelijke afvalstoffen niet afzonderlijk ter inzameling aanbiedenPl.V. 8
H 004huishoudelijke afvalstoffen anders aanbieden dan via het aangewezen inzamelmiddelPl.V. 8
H 005het inzamelmiddel voor andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen gebruiken, dan waarvoor het bestemd isPl.V. 8
H 006huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven plaatsen en wijzen aanbiedenPl.V. 8
H 007afvalstoffen via het voor dat perceel toegewezen inzamelmiddel aanbieden, terwijl men niet de gebruiker van dat perceel isPl.V. 8
H 008via een inzamelvoorziening op wijkniveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening bestemd isPl.V. 8
H 009huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aanbiedenPl.V. 8
H 010via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor het brengdepot bestemd isPl.V. 8
H 011huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via brengdepot op lokaal of regionaal niveau aanbiedenPl.V.8
H 012categorieën huishoudelijke afvalstoffen, die zonder inzamelmiddel moeten worden aangeboden, niet op de voorgeschreven wijzen ter inzameling aanbiedenPl.V. 8
H 013huishoudelijke afvalstoffen op andere dan de vastgestelde dagen en tijden ter inzameling aanbiedenPl.V. 8
H 014andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst aanbiedenPl.V. 8
H 015niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden, de door B en W aangewezen categorieën van afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffenPl.V. 8
H 016afvalstoffen die ter inzameling gereed staan doorzoeken en verspreidenPl.V.8
H 017andere afvalstoffen dan straatafval achterlaten in daartoe van gemeentewege geplaatste of voorgeschreven bakkenPl.V.8
H 018afvalstoffen op of in de bodem te brengen of te houden, te verbranden, te bewaren, over te laden of anderszins te bewerken, te verwerken of te vernietigen28.1 MAV8
H 019afvalstoffen op een zodanige plaats opslaan of opgeslagen houden dat deze vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar zijn29.1 MAV8
H 020afvalstoffen zodanig te vervoeren dat de weg kan worden verontreinigd of het milieu kan worden beïnvloed30 MAV8
    
 als particulier afval, vuilnis of andere stoffen of voorwerpen buiten een daarvoor bestemde verzamelplaats op of in de bodem plaatsen, te storten, te werpen, uit te gieten, te laten vallen, te laten lopen of te houden, hetgeenPl.V.  
H 096 a– verontreiniging, beschadiging of onvoldoende afwatering van een weg tot gevolg heeft 8
H 096 b– aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu 8
H 097als particulier huishoudelijk afval op de bodem werpen/laten vallen/laten lopen, waardoor verontreiniging van de weg ontstaat 8
    
 Autowrakken  
H 106een autowrak aanwezig hebben op een voor het publiek zichtbare plaats (verdachte is verplicht het voertuig bij een legale verwerker af te leveren)10.17 lid 1 Wm8
    
 Nummers H 161 – H 176: Vuurwerkbesluit (Vb)  
    
 vuurwerk voorhanden hebben dat niet voldoet aan de gestelde eisen (uitgezonderd handel)3 Vb  
H 161 a– strijkers 1 t/m 100 stuks 8
H 161 b– strijkers 101 t/m 300 stuks 8
H 166vuurwerk is niet voorzien van de aanduiding: bestemd voor particulier gebruik (uitgezonderd handel)4 Vb8
H 171vuurwerk afsteken buiten de toegestane tijden (31–12 10.00 uur tot 01–01 02.00 uur)12 lid 1 Vb8
H 176vuurwerk voorhanden hebben op een publiek toegankelijke plaats (uitgezonderd handel)13 lid 1 Vb8
    
 Nummers H 200 – H 205: Geluidhinder  
H 200rumoer of burengerucht verwekken waardoor de nachtrust kan worden verstoord431 WvSr8
H 205als particulier met toestellen of geluidsapparaten dan wel op andere wijze handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt, of toelaten dat deze handelingen worden verrichtPl.V. 8
    
 Nummers H 300 – H 330: Plaatselijke verordeningen (PL.V)  
H 300zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op voor publiek toegankelijke parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken dan wel in/tussen aanplantingen, bloemperken, heester- of struikgewassen, die op of aan de weg liggenPl.V. 8
H 305zonder daartoe bevoegd te zijn schade toebrengen aan bomen, heesters, bloemen of grasperken in een park, een bos of op andere dergelijke plaatsenPl.V. 8
H 310met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrookPl.V. 1/2/3/4/6
H 311met een voertuig rijden (crossen) door een park/ plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrookPl.V. 1/2/3/4/6
H 315roken in bos, duin dan wel andere dergelijke gebieden op tijd en plaats waarop dit niet is toegestaanPl.V. 8
 het is verboden in de openlucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebbenPl.V.  
H 320 a– het afbranden van slootkanten, bermen en/of talud 8
H 320 b– overige situaties 8
    
 als eigenaar of houder van een hond er niet voor zorgen dat deze zich niet van uitwerpselen ontdoetPl.V.  
H 325 a– op een weggedeelte (mede) bestemd voor voetgangers 8
H 325 b– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide 8
H 325 c– op een andere dan door burgemeester en wethouders aangewezen plaats 8
    
H 330met een pleziervaartuig varen in/door rietkragen, biezen of ander opstaand gewas dan wel een pleziervaartuig daar afmerenPl.V. 8
    
 Nummer H 425: Jachtwet  
H 425niet verhinderen dat de hond die onder zijn toezicht staat wild zoekt, bemachtigt dan wel doodt op grond waar hij niet bevoegd is te jagen25 JW8
    
 Nummer H 710: Wet op de openluchtrecreatie (WodO)  
H 710voor recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden, buiten kampeerterreinen waarvoor een vergunning, vrijstelling of ontheffing is verleend15 lid 1 WodO8
    
 Nummers D 515 – D 537: Boek 3 Wetboek van Strafrecht (WvSr)  
D 515door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse naam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats, adres waarop hij in de basisadministratie persoonsgegevens als ingezetene staat ingeschreven, of woon- of verblijfplaats opgeven435, onder 4 WvSr8
D 530zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevinden453 lid 1 WvSr8
    
 zonder daartoe gerechtigd te zijn zich bevinden:460 WvSr  
D 535 i– op grond die bezaaid, bepoot of beplant is, of ter bezaaiing, bepoting of beplanting is gereedgemaakt 1/2/3/4/5/6/8
D 535 j– gedurende de maanden mei tot en met oktober op enig wei- of hooiland 1/2/3/4/5/6/8
D 537zonder daartoe gerechtigd te zijn zich te bevinden op eens anders grond, waarvan de toegang hem op voor hem blijkbare wijze verboden is461 WvSr1/2/3/4/5/6/7/8
    
 Nummers E 105 – E 146: Wet personenvervoer 2000 (WPV2000) Besluit personenvervoer 2000 (BPV2000), Spoorwegwet (SW) en Algemeen Reglement Vervoer (ARV)  
    
E 105 bmet een bus of auto meer personen vervoeren dan wel deze bus of auto voor ander vervoer gebruiken dan blijkens het kentekenbewijs is toegestaan. 81 lid 2 BPV 20008
E 105 copenbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer met een bus of auto verrichten zonder aanduiding als bedoeld in artikel 28 derde lid van de Wegenverkeerswet 1994 op het kentekenbewijs80 lid 1 BPV 20008
E 105 dopenbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer met een bus of auto verrichten, terwijl het keuringsbewijs als bedoeld in artikel 72 van de Wegenverkeerswet 1994 zijn geldigheid had verloren, omdat daaruit niet bleek dat werd voldaan aan de eisen, als bedoeld in het derde lid, onder b, van artikel 80 van het Besluit personenvervoer 2000. 80 lid 2 BPV 2000 jo. 72 WVW 19948
E 106geen vergunningsbewijs van de vervoerder aanwezig in bus of auto waarmee openbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer wordt verricht16 lid 1 BPV 20008
E 110 aeen bus besturen zonder in het bezit te zijn van een niet ouder dan vijf jaar zijnde geneeskundige verklaring waaruit blijkt dat hij geen lichamelijke of geestelijke afwijkingen heeft welke hem zouden kunnen beletten een bus naar behoren te besturen en dat hij beschikt over voldoende gehoor- en gezichtsvermogen74 lid 1 BPV 20001/8
E 110 cals bestuurder van een bus geen geneeskundige verklaring bij zich hebben74 lid 3 BPV 20001
E 112als vervoerder taxivervoer heeft verricht zonder er voor zorg te dragen dat terstond voor aanvang en na beëindiging van de rit volledig en naar waarheid een controledocument( rittenstaat) wordt ingevuld127 lid 1 onder d BPV 20008
    
 als bestuurder van een auto waarmee taxivervoer wordt verricht:75 lid 1 en lid 3 BPV 2000  
E 113 a– niet in het bezit zijn van een geldige, behoorlijk leesbare chauffeurspas 1/8
E 113 b– de chauffeurspas niet bij zich hebben 1
E 113 c– de chauffeurspas niet voor de reiziger zichtbaar aanwezig houden in de auto 1
    
 als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door het verhinderen of belemmeren van72 WPV 2000 jo. 52a BPV 2000 
E 120 a– de bediening en het gebruik van voorzieningen 8
E 120 b– de bediening en het gebruik van een vervoermiddel 8
E 120 c– de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder 8
    
 als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door voorzieningen te gebruiken72 WPV 2000 jo. 52b BPV 2000 
E 121 a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn 8
E 121 b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
    
 als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door een vervoermiddel te gebruiken72 WPV 2000 jo. 52b BPV 2000  
E 122 a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar is 8
E 122 b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
E 123als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door stoffen of voorwerpen uit een vervoermiddel te werpen72 WPV 2000 jo. 52c BPV 20008
    
 als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich72 WPV 2000 jo. 52d BPV  
E 124 a– in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden 8
E 124 b– onder kennelijke invloed van verdovende middelen te bevinden 8
E 125 aals reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een vervoermiddel, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan. 72 WPV 2000 jo. 52 i BPV 20008
E 125 bals reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een station, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan. 72 WPV 2000 jo 52 i BPV 20008
E 126als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich te bevinden op een, gedeelte van een, station of halte op een tijdstip dat deze gesloten dan wel niet toegankelijk is72 WPV 2000 jo. 52 j BPV 20008
E 127als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich op een station of halte te begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg72 WPV 2000 jo. 52 k BPV 20008
E 128als reiziger niet opvolgen van de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang, die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt73 WPV 20008
    
 de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door het verhinderen of belemmeren van5 lid 1 jo. 5 lid 2a ARV  
E 130 a– de bediening en het gebruik van voorzieningen 8
E 130 b– de bediening en het gebruik van een trein 8
E 130 c– de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder 8
    
 de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door voorzieningen te gebruiken5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV  
E 131 a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn 8
E 131 b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
    
 de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door een trein te gebruiken5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV  
E 132 a– op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar is 8
E 132 b– op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
    
 de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich5 lid 1 jo. 5 lid 2d ARV  
E 134 a– in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden 8
E 134 b– onder kennelijke invloed van verdovende middelen te bevinden 8
E 135de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een station, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan.5 lid 1 jo. 5 lid 2i ARV8
E 136de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich te bevinden op een, gedeelte van een, station op een tijdstip dat deze gesloten dan wel niet toegankelijk is5 lid 1 jo. 5 lid 2j ARV8
E 137de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich op een station te begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg5 lid 1 jo. 5 lid 2k ARV8
E 138het niet opvolgen van de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang, die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt7 ARV1/2/3/4/5/6/8
E 145op of langs de spoorweg rijden of lopen43 SW1/2/3/4/5/6
E 146paarden, vee of andere dieren op of langs de spoorweg te drijven of te laten lopen44 SW8
    
 Nummer E 161: Reglement op de Raccordementen (R.Rac)  
    
 bij een overweg, die niet in een voor het verkeer openstaande weg is gelegen,  
E 161 a– deze opgaan, terwijl men niet direct kan doorgaan en de overweg niet geheel vrij kan maken12 lid 3 R.Rac1/2/3/4/5/6
E 161 b– een railvoertuig niet voor laten gaan en daarbij de overweg niet geheel vrij laten12 lid 3 R.Rac1/2/3/4/5/6
E 161 c– deze opgaan, indien een verkeerslicht rood licht of rood knipperlicht toont, dan wel een stopteken dat bestaat uit een bord F10 van Bijlage I van het RVV 1990, een rode lamp of een rode vlag, wordt getoond12 lid 4 R.Rac1/2/3/4/5/6
    
 Nummer E 320: Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)  
E 320 a– niet voldoen aan vordering van toezichthouder34 lid 1 onder a WAHV8
E 320 b– onjuiste gegevens opgeven, na vordering van toezichthouder34 lid 1 onder b WAHV8
E 320 c– niet voldoen aan de vordering van de officier van justitie het rijbewijs op een bepaalde tijd en aangewezen plaats in te leveren34 lid 1 onder c WAHV8
    
 Nummers E 630 – E 670: Visserijwet 1963 (ViW) Besluit verbod gebruik van levende aasvis (BLVA), Reglement voor de Binnenvisserij 1985 (RB), Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985 (RMGT) Reglement zee- en kustvisserij 1977 (RZK) en Beschikking visserij visserijzone zeegebied en kustwateren (BVVZK)  
    
 Kustvisserij  
    
 Documenten  
    
 de kustvisserij uitoefenen zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende op het visrecht van dat water, met7 lid 1 ViW  
E 630 a– meer dan twee hengels 8
    
 de kustvisserij uitoefenen of plegen uit te oefenen en niet op eerste vordering van een opsporingsambtenaar ter inzage afgeven:55 lid 1 onder b ViW 
E 632 a– de vergunning (meer dan twee hengels) 8
E 632 b– de vergunning (bij overige toegestane vistuigen) 8
    
 Binnenvisserij  
    
 Documenten  
    
 de binnenvisserij uitoefenen zonder een geldige sportvisakte te kunnen tonen, met10 lid 1 jo 10 lid 2 onder a ViW  
E 640 a– één of twee hengel(s) 8
E 640 b– één peur 8
    
 de binnenvisserij uitoefenen zonder een geldige grote visakte te kunnen tonen, met10 lid 1 jo 10 lid 2 onder b ViW 
E 642 a– meer dan twee hengels 8
E 642 b– andere toegestane vistuigen 8
    
 de binnenvisserij uitoefenen zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende op het visrecht van dat water, met:21 lid 1 ViW 
E 644 a– één of twee hengel(s) 8
E 644 b– één peur 8
E 644 c– meer dan twee hengels 8
E 644 d– andere toegestane vistuigen 8
    
 de binnenvisserij uitoefenen of plegen uit te oefenen en niet op eerste vordering van een opsporingsambtenaar ter inzage afgeven:55 lid 1 onder b ViW 
E 646 a– de sportvisakte en/of de vergunning (bij één of twee hengel(s)) 8
E 646 b– de sportvisakte, de grote visakte en/of de vergunning (bij één peur of bij meer dan twee hengels) 8
E 646 c– de grote visakte en/of de vergunning (bij andere toegestane vistuigen) 8
 Vistuigen  
    
 vissen met een toegestaan vistuig dat niet aan de vereiste voorwaarden voldoet, bij4 RB 
E 650 a– 1 of 2 toegestane vistuigen 8
    
 Gesloten tijden (visserij)  
    
 vissen in de periode van 1 april tot en met 31 mei met:  
E 652 a– een hengel geaasd met in die periode verboden aas6 lid 1 onder a RB8
E 652 b– een staand net6 lid 1 onder e RB8
E 654vissen tijdens de door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vastgestelde periode, in een door hem aangewezen water6 lid 3 RB8
E 656vissen tussen twee uur na zonsondergang en één uur voor zonsopgang7 RB8
    
 IJsselmeer  
E 658 ade in het IJsselmeer gevangen baars en snoekbaars, niet onmiddellijk in het water terugzetten, met dien verstande dat elke visser de hoeveelheid van 30 stuks baars en 5 stuks snoekbaars mag behouden8 lid 2 RB8
    
 Stuw/vispassage  
E 660vissen in de Neder-Rijn, de Maas, de Lek of de Overijsselsche Vecht binnen een afstand van 75 m stroomafwaarts van een stuw, in een bij een stuw aangebrachte vispassage of binnen een straal van 25 m voor de bovenmond van deze vispassage9 RB8
    
 Voorhanden hebben  
    
E 662 aeen vistuig voorhanden hebben op of in de nabijheid van enig binnenwater terwijl het gebruik van dat vistuig in het betrokken water of op dat moment verboden is10 lid 1 RB8
    
 het voorhanden hebben op of in de nabijheid van enig binnenwater, terwijl men niet bevoegd (akte) of gerechtigd (vergunning) is in dat water te vissen, van  
E 662 b– één of twee hengel(s) 8
E 662 c– één peur of meer dan twee hengels 8
E 662 d– een ander toegestaan vistuig 8
    
 Levend aas  
E 664bij het vissen in kust- of binnenwater levende vis als aas gebruiken2c lid 2 ViW jo 2 BVLA8
    
 Minimummaten en gesloten tijden (vis)  
E 666ondermaatse vis niet onmiddellijk nadat deze is opgehaald weer in hetzelfde water terugzetten1 RMGT8
E 668vis niet onmiddellijk nadat deze is opgehaald tijdens de voor die vissoort geldende de gesloten tijd, weer in hetzelfde water terugzetten2 RMGT8
E 670gerookte aal kleiner dan 25 cm in voorraad hebben, vervoeren, te koop aanbieden, vervreemden, afleveren, bewerken of verwerken4 RMGT8
    
 Nummers E 801 – E 836: Vreemdelingenwet 2000 (VrW) en Vreemdelingenbesluit 2000 (VB)  
E 801als vreemdeling die Nederland in- of uitreist zich niet begeven langs een doorlaatpost, binnen de tijd dat deze is opengesteld, en zich niet aldaar vervoegen bij een ambtenaar, belast met de grensbewaking4.4 lid 1 VB. 8
    
 als gezagvoerder van een Nederland binnengevaren zeeschip gedurende de tijd dat zijn schip zich in Nederland bevindt niet voldoen aan de verplichting  
E 807 a– het exemplaar van de bemanningslijst hetwelk hem na controle door de ambtenaar, belast met de grensbewaking, terug is gegeven, onder zijn berusting te houden en desgevorderd onmiddellijk ter inzage te geven aan een ambtenaar, belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen4.12. onder a VB8
E 807 b– onmiddellijk kennis te geven aan een ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen van elke aanmonstering van een vreemdeling of van elke uit oogpunt van grensbewaking of vreemdelingentoezicht van belang zijnde afwezigheid van een vreemdeling die tot de bemanning van zijn schip behoort. 4.12. onder b VB8
E 807 c– tijdig kennis te geven aan een ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen van het voornemen tot afmonstering van een vreemdeling die lid is van de bemanning van zijn schip. 4.12. onder c VB8
    
 als vreemdeling niet op vordering van de korpschef van het regionale politiekorps waarin de gemeente is gelegen waar de vreemdeling verblijft, namens de Minister van Justitie, binnen de in de vordering aangegeven tijd.  
E 817 a– de gevraagde gegevens te verstrekken4.38 lid 1 VB8
E 817 b– de gevraagde gegevens in persoon te verstrekken4.38 lid 2 VB8
E 820als vreemdeling, die geen rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000, niet onmiddellijk van zijn aanwezigheid mededeling doen aan de korpschef van de gemeente waar hij verblijft4.39 VB jo. 108 VrW8
E 825als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 12 van de Vreemdelingenwet 2000 is toegestaan in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf langer dan drie maanden, zich niet binnen drie dagen na zijn binnenkomst in Nederland in persoon melden bij de korpschef van de gemeente waar hij verblijft4.47 VB8
E 827als vreemdeling te zijner identificatie op vordering van een ambtenaar, belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen, niet een goedgelijkende pasfoto ter beschikking stellen of vingerafdrukken van zich laten nemen indien daartoe in het belang van het toezicht op vreemdelingen gegronde reden bestaat4.45 VB8
E 830als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 12 van de Vreemdelingenwet 2000 is toegestaan in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden, zich niet binnen drie dagen na zijn binnenkomst in Nederland in persoon melden bij de korpschef van de gemeente waar hij verblijft4.48 VB8
E 832als vreemdeling die houder is van een visum of een document voor grensoverschrijding waarin door de daartoe bevoegde autoriteit een aantekening is gesteld omtrent aanmelding bij een vreemdelingendienst in Nederland, zich niet binnen drie dagen na binnenkomst in Nederland in persoon aanmeldt bij de korpschef van de in deze aantekening vermelde gemeente4.49 VB8
E 834als vreemdeling die naar Nederland is gekomen om als zeeman werk te zoeken aan boord van een zeeschip, zich niet binnen driedagen na binnenkomst in Nederland in persoon aanmeldt bij de korpschef van de gemeente waar hij werk zoekt4.50 VB8
    
 niet voldoen aan de verplichting tot wekelijkse aanmelding bij de korpschef van de gemeente van verblijf, behoudens door deze verleende ontheffing  
E 836 a– als vreemdeling geen rechtmatig verblijf hebben, in afwachting van de feitelijke mogelijkheid tot vertrek of uitzetting.4.51 lid 1 onder a VB8
E 836 b– als vreemdeling rechtmatig verblijf hebben als bedoeld in artikel 8, onder f, g of h van de Vreemdelingenwet 2000. 4.51 lid 1 onder b VB8
    
 Nummers F 060 – F 260: Plaatselijk geldende verordeningen (PL.V)  
F 060niet voldoen aan de verplichting tot het opvolgen van een bevel van een politieambtenaar gedaan in het kader van samenscholing, volksoploop en/of (dreigende) wanordelijkhedenPl.V8
    
 zonder vergunning van de burgemeester:  
F 070 a– op of aan de weg een evenement, feest of wedstrijd te geven of te houden 8
F 070 b– een georganiseerde dropping houden of daaraan deelnemen op een ander terrein dan een daarvoor bestemd sportterrein 8
F 095zonder vergunning op of aan de weg als dienstverlener optreden of zijn diensten als zodanig aanbiedenPl.V8
F 105als houder van een horecabedrijf, dit voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven, buiten de vastgestelde openingstijdenPl.V. 8
F 114de weg of op of aan de weg een voertuig, woonwagen, tent of soortgelijk ander onderkomen als slaapplaats gebruikenPl.V8
F 115als degene die een of meer dieren onder zijn hoede heeft, niet door voorzorgsmaatregelen die van hem mogen worden verwacht, voorkomen dat deze dieren voor de omgeving hinderlijk zijnPl.V8
F 117met een voertuig dat niet is voorzien van rubberbanden rijden over de berm, de glooiing en de zijkant van de wegPl.V1/2/3/4/6
 op of aan de wegPl.V  
F 120 a– te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair 8
F 120 b– zodanig op te houden waardoor voor weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt 8
F 121 aop de weg (binnen een door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied) alcoholhoudende drank nuttigenPl.V. 8
F 121 bop de weg (binnen een door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied) aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebbenPl.V. 8
    
 zonder redelijk doel  
F 125 a– zich in een portiek of poort op te houden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggenPl.V. 8
F 125 b– zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen zich daar te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimtePl.V. 8
F 125 c– zich ophouden op een schoolterrein 8
    
 (in of op) een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke ruimtePl.V.  
F 130 a– zich zonder redelijk doel en op een voor andere hinderlijke wijze op te houden 8
F 130 b– te verontreinigen 8
F 130 c– voor een ander doel te bezigen dan waarvoor de ruimte bestemd is 8
F 131op of aan de weg een fiets, snorfiets of bromfiets plaatsen of laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek, waardoor de doorgang wordt versperd, danwel in strijd met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of portiekPl.V3/4/8
F 133een motorvoertuig, bromfiets of fiets op of aan de weg laten staan, anders dan deugdelijk afgesloten of onder behoorlijk toezichtPl.V1/2/3/4
F 135met een fiets of bromfiets bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trektPl.V. 3/4/8
F 140 azich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip op te houden met de kennelijke bedoeling deze persoon of een daarin bevindende persoon te bespiedenPl.V. 8
F 140 been persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker bespiedenPl.V. 8
    
 als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopenPl.V.  
F 145 a– op een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd 8
F 145 b– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of andere door burgemeester en wethouders aangewezen plaats 8
F 145 c– op een weg zonder dat de hond was voorzien van een halsband of een door middel van tatoeage aangebracht identificatiemerk, die de eigenaar of houder van de hond duidelijk doet kennenPl.V8
F 145 d– op een weg zonder een deugdelijk middel dat is bestemd voor het verwijderen van uitwerpselen bij zich te dragen en/of dit middel niet op eerste vordering tonen aan de met het toezicht belaste ambtenaarPl.V8
F 155als rechthebbende er niet voor zorgen dat zodanige maatregelen worden getroffen dat het vee/pluimvee in een aan een weg liggend weiland of terrein, die weg niet kan bereikenPl.V. 8
F 160ontplofbare stoffen of voorwerpen van klasse 1, in hoeveelheden als bedoeld in artikel 1 van bijlage 2, Hoofdstuk 2 van het Reglement vervoer over land van gevaarlijke stoffen, alsmede gevaarlijke stoffen als bedoeld in dat artikel met een transporteenheid vervoeren over andere wegen of weggedeelten dan die, welke door burgemeester en wethouders zijn aangewezen en zijn aangeduid met borden model K 14 van Bijlage I van het RVV 1990Pl.V. 8
 de weg niet (doen) reinigen na een verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamhedenPl.V.  
F 180 a– terstond, bij gevaar voor de verkeersveiligheid of bij gevaar voor beschadiging van het wegdek 8
F 180 b– in overige gevallen, (iedere dag) na het beëindigen van de werkzaamheden 8
F 185binnen de bebouwde kom buiten een daarvoor bestemde inrichting/plaats op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te doenPl.V. 8
F 190een geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, waar dit niet is toegestaan, te koop aanbieden of verhandelenPl.V. 8
F 195een defect voertuig op een weg parkeren, langer dan de vastgestelde termijnPl.V. 1/2/6/8
F 205een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig op een aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde termijn te doen of laten staanPl.V. 1/2/6/8
F 210een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren met als doel handelsreclame te makenPl.V. 1/2/6/8
    
 recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied:Pl.V  
F 212 a– parkeren of aanwezig hebben van een voertuig of vaartuig 1/2/3/4/6/7/8
F 212 b– anders dan tot doel van dagrecreatie 8
F 212 c– met geluid voortbrengende apparatuur overlast veroorzaken 8
F 212 d– graven of spitten of doen graven of spitten op buiten het strand, de zandhelling, speelkuilen of zandbakken gelegen gedeelten 8
F 212 e– anders dan in de aanwezige afvalbakken wegwerpen, neerleggen en/of achterlaten van afval, vuilnis, resten van levensmiddelen, papier, blikken, flessen of verpakkingsmateriaal 8
F 212 f– een afvalmand, -bak of soortgelijk voorwerp op andere wijze gebruiken dan tot het deponeren van klein afval 8
F 212 g– als eigenaar of houder van een hond zich met die hond in vastgestelde periode bevinden buiten een aangewezen gebied, waar alsdan het verblijf van de hond is toegestaan 8
F 214een voertuig met stankverspreidende stoffen parkeren daar waar bewoners of gebruikers van nabijgelegen gebouwen of terreinen daarvan hinder of overlast (kunnen) ondervindenPl.V1/2/6/8
F 216een voertuig parkeren of enig ander voorwerp plaatsen of laten staan op een weggedeelte waarvan door het bevoegde gezag is bekend gemaakt dat dit niet is toegestaan op de in die bekendmaking genoemde dagen en tijden (markt, evenement, kermis enz)Pl.V1/2/3/4/6/8
F 235met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaanPl.V. 7/8
F 240als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervindenPl.V. 8
F 245zonder redelijk doel aan, op, of in een vaartuig in openbaar water vasthouden, klimmen, te begeven of te bevindenPl.V. 8
    
 in/op voor publiek toegankelijke natuurgebieden, bossen, parken, plantsoenen of recreatieterreinen ten aanzien waarvan door het bevoegde gezag is verklaard dat het gebruik van een motorvoertuig, bromfiets, fiets, rij- of trekdier overlast kan veroorzaken of schade kan berokkenen aan milieuwaarden:Pl.V 
F 250 a– zich in gesloten tijd of gesloten gebied met die vervoermiddelen bevinden 1/2/3/4/6/7
F 250 b– zich met motorvoertuig, bromfiets, fiets of paard buiten de (onverharde) wegen / gemarkeerde paden bevinden 1/2/3/4/6
F 250 c– zich met een rij- of trekdier buiten de daarvoor bestemde paden bevinden 6
    
 met een motorrijtuig gebruik maken van een weg in strijd met de verordening tot het bevorderen van ongestoord wetenschappelijk onderzoek van de Radiosterrenwacht (storingsvrije zone)Pl.V  
F 260 a– rijden 1/2/3/6
F 260 b– parkeren / laten staan 1/2/3/6
 Nummer G 100: Boek 2 Wetboek van Strafrecht (WvSr)  
    
 Goederen uit een winkel/vanaf een benzinestation wegnemen/toeeigenen waarde van het ontvreemde goed:310/312 WvSr  
G 100 a– t/m € 50 8
G 100 b– meer dan € 50 t/m € 120 8
    
 Nummers G 300 – G 305: Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994)  
    
 als bestuurder van een motorvoertuig rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is:  
p G 300 a– 235 t/m 350 μg/l (adem)8 lid 2 onder a WVW 19941/2
p G 301 a– 0,54 t/m 0,80 o/oo (bloed)8 lid 2 onder b WVW 19941/2
    
 als bestuurder van een bromfiets rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is:  
p G 302 a– 235 t/m 435 μg/l (adem)8 lid 2 onder a WVW 19943
p G 303 a– 0,54 t/m 1,00 o/oo (bloed)8 lid 2 onder b WVW 19943
    
 als bestuurder van een fiets rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is:  
p G 304 a– 235 μg/l en hoger (adem)8 lid 2 onder a WVW 19944
p G 304 b– 0,54 o/oo en hoger (bloed)8 lid 2 onder b WVW 19944

ARTIKEL II

Het Transactiebesluit milieudelicten2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt na «M 096,» ingevoegd: M 097,.

2. In onderdeel e wordt «het arrondissement Zwolle» vervangen door: de arrondissementen Almelo, Arnhem, Assen, Groningen, Leeuwarden, Zutphen en Zwolle.

B

In artikel 3, onder d, wordt «f 2500» vervangen door: € 1200.

C

In artikel 5 wordt telkens «f 2500» vervangen door: € 1200.

D

De bijlage, bedoeld in artikel 2, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na nummer M 096 wordt een nummer ingevoegd, dat luidt:

M 097als particulier huishoudelijk afval op de bodem werpen/laten vallen/laten lopen, waardoor verontreiniging van de weg ontstaatPl. v. 

2. In nummer M 274 a wordt «6 LWVOBP» vervangen door: 15 LWVOBP.

3. In nummer M 274 d wordt «19 en 21, tweede lid, BBO» vervangen door: 18, tweede lid, 19 en 21, tweede lid, BBO.

4. In nummer M 274 e wordt «14 tot en met 24 LBVO» vervangen door: 14 tot en met 24 en 28 LBVO.

5. In nummer M 274 f wordt «4 en 5 LBOTV» vervangen door: 4, 5 en 19 LBOTV

6. In nummer M 470 komt de omschrijving van het feit te luiden: vellen of doen vellen van houtopstand, anders dan bij wijze van dunning, zonder voorafgaande kennisgeving.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 26 november 2001

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de zesde december 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit strekt tot wijziging van het Transactiebesluit 1994 en het Transactiebesluit milieudelicten. Het Transactiebesluit 1994 regelt de transactiebevoegdheid die op grond van artikel 74c Wetboek van Strafrecht aan opsporingsambtenaren kan worden verleend. Het Transactiebesluit milieudelicten dat op artikel 37, eerste lid, van de Wet op de economische delicten is gebaseerd, kent strafrechtelijke transactiebevoegdheid toe aan een zevental overheidsorganen. In de bijlagen van beide besluiten is aangegeven met betrekking tot welke strafbare feiten die transactiebevoegdheden kunnen worden uitgeoefend.

In artikel I van dit besluit wordt het Transactiebesluit 1994 op drie punten gewijzigd. In de eerste plaats wordt in de bijlage bij het Transactiebesluit 1994 een aantal technische en inhoudelijke wijzigingen aangebracht. Dit betreft het opnemen van een aantal nieuwe strafbare feiten en een nieuwe indeling van de feiten die zijn genoemd onder categorie E, het laten vervallen van feiten en het aanpassen van bestaande feitomschrijvingen. Omwille van de duidelijkheid is bij deze nota van toelichting een bijlage gevoegd waarin alle wijzigingen van een korte toelichting zijn voorzien. In de tweede plaats strekt artikel I ertoe om de transactiebevoegdheid die in artikel 2, vijfde lid, onder a, van het Transactiebesluit 1994 aan de buitengewone opsporingsambtenaren van de Dienst Wegverkeer is toegekend ten aanzien van de feiten, aangeduid onder de nummers A 914 a tot en met A 914 d en A 915, in te trekken. Dat is nodig nu deze feiten bij dit besluit komen te vervallen. In de derde plaats wordt het genoemde bedrag in guldens in artikel 3 van het besluit vervangen door euro's. Het bedrag wordt naar boven afgerond omdat dit in het voordeel is van de burger.

In artikel II van dit besluit wordt in de eerste plaats in de bijlage bij het Transactiebesluit milieudelicten een transigeerbaar feit toegevoegd. In de tweede plaats wordt in artikel II de transactiebevoegdheid voor dit feit toebedeeld aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die in artikel 2, onder b, van het Transactiebesluit milieudelicten zijn genoemd. In de derde plaats worden de genoemde bedragen in gulden in de artikelen 3 en 5 van het besluit vervangen door de euro's. De bedragen worden naar boven afgerond omdat dit in het voordeel is van de burger. In de vierde plaats voorziet artikel II erin dat het gebied waarbinnen de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij zijn transactiebevoegdheid kan uitoefenen, wordt uitgebreid tot de arrondissementen Almelo, Arnhem, Assen, Groningen, Leeuwarden en Zutphen. Het doel van deze wijziging is om de Algemene Inspectiedienst gedurende de proefperiode waarin het Transactiebesluit milieudelicten geldt, een ruimere ervaring te laten opdoen met het aanbieden van transacties. Verder zijn om soortgelijke reden de nummers M 274 a en M 274 d tot en met M 274 f uit de bijlage van het Transactiebesluit milieudelicten aangepast.

De datum van inwerkingtreding van het onderhavige besluit is bepaald op 1 januari 2002. De reden hiervoor is dat in de besluiten en in de omschrijving van de strafbare feiten, aangeduid onder de nummers G 100 a en G 100 b, bedragen in euro voorkomen en de euro met ingang van 1 januari 2002 wordt ingevoerd.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

BIJLAGE BIJ DE NOTA VAN TOELICHTING

Korte toelichting bij de nieuwe bijlage 3 uit het Transactiebesluit 1994

FeitcodeOmschrijving wijziging:
  
K 005In de kop boven feitcode K 005 wordt telkens «invalidenvoertuigen» vervangen door: gehandicaptenvoertuigen.
  
K 160 bFeitomschrijving is gewijzigd. Na «beroepsgoederenvervoer» wordt ingevoegd: of personenvervoer.
  
K 070 bIn de feitomschrijving wordt «invalidenvoertuig» vervangen door: gehandicaptenvoertuig.
  
K 175 a tot en met eFeitcodes zijn verwijderd en opgenomen in de bijlage van de Wet Mulder.
  
N 150 bIn de kop boven feitcode N 150 b wordt telkens «invalidenvoertuigen» vervangen door: gehandicaptenvoertuigen.
  
K 800In de kop boven feitcode K 800 wordt telkens «invalidenvoertuigen» vervangen door: gehandicaptenvoertuigen.
  
S 015 aIn de kop boven feitcode S 015 a wordt «invalidenvoertuigen» vervangen door: gehandicaptenvoertuigen.
  
S 015 a tot en met dToegevoegde nieuwe feitcodes, betrekking hebbend op overtreding van artikel 19 R.V.V 1990 (kleven), geconstateerd met het Video Controle Systeem bij snelheden van meer dan 80 km/h tot en met 100 km/h.
  
S 020 a tot en met cToegevoegde nieuwe feitcodes, betrekking hebbend op overtreding van artikel 19 RVV 1990 (kleven), geconstateerd met het Video Controle Systeem bij snelheden van meer dan 100 km/h tot en met 120 km/h.
  
R 412In de kop boven feitcode R 412 wordt telkens «invalidenvoertuigen» vervangen door: gehandicaptenvoertuigen.
  
A914 a tot en met A 918 Deze feitcodes zijn OM-feiten geworden en niet langer opgenomen in het Transactiebesluit 1994.
  
W 065In de kop boven feitcode W 065 is een nieuwe categorie-indeling namelijk E specifiek toegevoegd, betrekking hebbend op overtreding van bepalingen uit de Scheepvaartwetgeving.
  
W 075Na de kop wordt ingevoegd: (bekendmaking met zelfde strekking 13 BABS)
  
W 095In de kop wordt «snelle motorboot» vervangen door: klein schip.
  
W 170Deze feitcode wordt toegevoegd op verzoek van opsporingsinstantie. Toekenning van een feitcode maakt geautomatiseerde verwerking mogelijk.
  
W 300In de kop wordt de artikelaanduiding «46 BSW jo 16 BIW» vervangen door: 46 BSW jo 16 BSW.
  
W 300 bIn de feitomschrijving wordt «( als bedoeld in artikel 18 BIW)» verwijderd.
  
W 460In de kop wordt «Rijnschipperspatent» vervangen door: Grootpatent.
  
W 465In de feitomschrijving wordt «niet» verwijderd.
  
W 472Deze feitcode wordt toegevoegd op verzoek van de opsporingsinstantie. Toekenning van een feitcode maakt geautomatiseerde verwerking mogelijk.
  
W 475In de kop wordt «of als werkgever hier voor geen zorg hebben gedragen» verwijderd.
  
W 475 aHet bedrag in categorie 8 is verwijderd.
W 475 bIdem
W 475 cIdem
  
W 480In de koptekst wordt «dan wel als werkgever» verwijderd. De artikelaanduiding «27 lid 4» wordt vervangen door: 27 lid 6.
W 480 aIn de feitomschrijving wordt «van 1 week voorafgaande aan» vervangen door: tot 1 week na de ingebruikname. Het tarief bij categorie 8 wordt verwijderd.
  
W 485In de koptekst wordt «danwel als werkgever» verwijderd.
  
W 485 aHet tarief bij categorie 8 wordt verwijderd.
  
W 500 tot en met W 532De feitcodes W 010 tot en met W 056 worden vervangen door deze feitcodes.
  
H 002In de kop boven feitcode H 002 wordt telkens «invalidenvoertuigen» vervangen door: gehandicaptenvoertuigen.
  
H 097Deze feitcode wordt toegevoegd op verzoek van opsporingsinstantie. Toekenning van een feitcode maakt geautomatiseerde verwerking mogelijk.
  
E 105 cDeze feitcode wordt toegevoegd in verband met de inwerkingtreding van de Wet personenvervoer 2000 en het Besluit personenvervoer 2000. Het betreft een overtreding van artikel 80, eerste lid, van genoemd besluit.
  
E 105 dDeze feitcode wordt toegevoegd in verband met de inwerkingtreding van de Wet personenvervoer 2000 en het Besluit personenvervoer 2000. Het betreft een overtreding van artikel 80, tweede lid, van genoemd besluit.
  
E 106De artikelaanduiding «17 BPV jo 1 onder 4 WED» wordt vervangen door: 16 lid 1 BPV 2000.
  
E 110 aDe artikelaanduiding «157 lid 1 BPV» wordt vervangen door: 74 lid 1 BPV 2000
 De woorden «een tot en met verklaring» worden vervangen door: een bus besturen zonder in het bezit te zijn van een niet ouder dan vijf jaar zijnde geneeskundige verklaring waaruit blijkt dat hij geen lichamelijke of geestelijke afwijkingen heeft welke hem zouden kunnen beletten een bus naar behoren te besturen en dat hij beschikt over voldoende gehoor- en gezichtsvermogen.
 Naast de reeds bestaande categorie 8 wordt categorie 1 toegevoegd.
  
E 110 bFeitcode kan vervallen vanwege de invoering van de chauffeurspas met ingang van 1 januari 2000.
  
E 110 cFeitcode is toegevoegd in verband met het nieuwe artikel 74, derde lid, van het Besluit personenvervoer 2000; categorie 1.
  
E 111Feitcode kan vervallen vanwege deregulering van het taxivervoer met ingang van 1 januari 2000.
  
E 112De artikelaanduiding «155 lid 2 BPV jo.artikel 1 onder 4 WED» wordt vervangen door: 127 lid 1 onderdeel d BPV 2000.
 De woorden «als taxichauffeur t/m invullen» wordt vervangen door: als vervoerder taxivervoer heeft verricht zonder er voor zorg te dragen dat terstond voor aanvang en na beëindiging van de rit volledig en naar waarheid een controledocument (rittenstaat) wordt ingevuld.
 Categorie 1 vervalt.
  
E 113De artikelaanduiding «157a jo artikel 1 onder 4 WED» wordt vervangen door: 75 lid 1 en lid 3 BPV 2000.
  
E 128De artikelaanduiding «82 WPV 2000» wordt vervangen door: 73 WPV 2000.
  
F 151Deze feitcode wordt toegevoegd op verzoek van opsporingsinstantie.Toekenning van een feitcode maakt geautomatiseerde verwerking mogelijk.
  
G 100 aIn de tekst van de feitomschrijving wordt «f 100,–» vervangen door: € 50.
  
G 100 bIn de tekst van de feitomschrijving wordt «f 100,– en tot en met f 250,–» vervangen door: € 50 tot en met € 120.
  
G 304 aVernummering van feitcode G 304.
G 304 bVernummering van feitcode G 305.

XNoot
1

Stb. 1994, 390, laatstelijk gewijzigbij besluit van 24 oktober 2001, Stb. 520.

XNoot
2

Stb. 2000, 320, gewijzigd bij besluit van

21 maart 2001, Stb. 165.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Justitie.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 8 januari 2002 nr. 5.

Naar boven