Wet van 8 november 2001, houdende wijziging van de Huursubsidiewet (introductie van het beperkt huursubsidiebericht voor bepaalde huurders)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Huursubsidiewet te wijzigen teneinde aan bepaalde huurders een beperkt huursubsidiebericht te doen toekomen, de bijdrage wegens overschrijding van de huursubsidie-uitgavennorm slechts aan verhuurders op te leggen indien deze norm landelijk wordt overschreden en enkele andere wijzigingen in die wet aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Huursubsidiewet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder lettering van de onderdelen a tot en met o als b tot en met p wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

a. beperkt huursubsidiebericht: een schriftelijke kennisgeving van Onze Minister aan een huurder met gegevens over samenstelling van het huishouden, inkomen en vermogen;.

2. In onderdeel o (nieuw) wordt «degene die huursubsidie aanvraagt» telkenmale vervangen door: degene die huursubsidie aanvraagt of een huursubsidiebericht of beperkt huursubsidiebericht ontvangt.

B

Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. In deze wet en de bepalingen die daarop berusten wordt verstaan onder rekenvermogen: het gezamenlijk vermogen van de huurder en de medebewoners in het peiljaar.

C

In artikel 10, tweede lid, vervalt: , en onder b, 3°.

D

In artikel 17 wordt onder vernummering van het derde lid tot vierde lid na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De normhuur, bedoeld in het tweede lid, wordt verlaagd met:

    a. f 4 als op de peildatum sprake is van een eenpersoonsouderenhuishouden, en

    b. f 8 als op de peildatum sprake is van een meerpersoonsouderenhuishouden.

E

In artikel 18 wordt onder vernummering van het derde lid tot vierde lid na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De normhuur, bedoeld in het tweede lid, wordt verlaagd met:

    a. f 4 als op de peildatum sprake is van een eenpersoonshuishouden;

    b. f 5 als op de peildatum sprake is van een eenpersoonsouderenhuishouden;

    c. f 8 als op de peildatum sprake is van een meerpersoonshuishouden en

    d. f 10 als op de peildatum sprake is van een meerpersoonsouderenhuishouden.

F

Artikel 21, eerste lid, onderdeel e, vervalt onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel d door een punt.

G

Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «een daling van het vermogen na de 1 januari die voorafgaat aan het subsidiejaar» vervangen door: een daling van het vermogen na het peiljaar.

2. In het derde lid wordt «de aanvraag tot toekenning van huursubsidie» vervangen door: de aanvraag tot toekenning van huursubsidie, het huursubsidiebericht of het beperkt huursubsidiebericht.

H

In artikel 27, achtste lid, wordt «17, eerste lid onder c en d, (ouderentoeslag bij minimum-inkomensijkpunt) en 21, onder d en e, (kinder- en koopkrachttoeslagen)» vervangen door: 17, eerste lid onder c en d, (ouderentoeslag bij minimum-inkomensijkpunt), en derde lid onder a en b, (verlaging van de normhuur bij minimum-inkomensijkpunt), 18, derde lid onder a, b, c en d (verlaging van de normhuur bij referentie-inkomensijkpunt) en 21, onder d, (kindertoeslag).

I

Het opschrift van hoofdstuk 6 komt te luiden: HOOFDSTUK 6 AANVRAAG, HUURSUBSIDIEBERICHT, BEPERKT HUURSUBSIDIEBERICHT, AFHANDELING EN BETALING.

J

Artikel 30a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Onze Minister zendt uiterlijk 1 juli van elk jaar aan de huurders:

    a. die over het subsidietijdvak dat loopt tot en met 30 juni 2001 een aanvraag om toekenning van huursubsidie hebben ingediend of een huursubsidiebericht hebben ontvangen, waarna uiterlijk 1 april 2001 positief is beschikt, en

    b. die een woning als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onder a, huren van een verhuurder die op verzoek Onze Minister heeft gemachtigd de huurprijsgegevens te gebruiken in de zin van artikel 30b, tweede lid, dan wel die het bedrag aan huursubsidie rechtstreeks ontvangen van Onze Minister,

    een door Onze Minister vastgesteld huursubsidiebericht of beperkt huursubsidiebericht. De artikelen 22a en 28 tot en met 30 zijn in dat geval niet van toepassing.

2. In het tweede lid wordt na «huursubsidiebericht» ingevoegd: of een beperkt huursubsidiebericht.

3. Het derde en vierde lid komen te luiden:

  • 3. Indien de huurder na ontvangst van een huursubsidiebericht van mening is dat hij op meer huursubsidie aanspraak kan maken dan de huursubsidie die is opgenomen in dat bericht, kan hij dit binnen vier weken na de verzenddatum van dat bericht aan Onze Minister kenbaar maken.

  • 4. De huurder stelt na ontvangst van een huursubsidiebericht, indien door hemzelf of door de medebewoners wordt beschikt over inlichtingen die kunnen inhouden dat hij op minder huursubsidie aanspraak kan maken dan de huursubsidie die is opgenomen in dat bericht, Onze Minister hiervan binnen vier weken na de verzenddatum van dat bericht in kennis.

K

Na artikel 30a worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 30aa

  • 1. Indien een huurder een beperkt huursubsidiebericht ontvangt, zendt hij de gegevens betreffende de huurprijs van de woning binnen vier weken na de verzenddatum van dat bericht aan Onze Minister.

  • 2. Indien de huurder niet voldoet aan het eerste lid, stelt Onze Minister ambtshalve een termijn van ten hoogste vier weken vanaf de verzenddatum van de kennisgeving, binnen welke alsnog aan dat lid kan worden voldaan.

  • 3. Onze Minister beslist, na een daartoe ingesteld onderzoek, mede op basis van de inlichtingen, verstrekt ingevolge artikel 33, eerste lid, en mede op basis van de door de huurder onder toepassing van het eerste of tweede lid overgelegde gegevens.

  • 4. Nadat de huurder heeft voldaan aan het eerste of tweede lid, beslist Onze Minister, indien de peildatum is gelegen op of na het verstrijken van de in het eerste en tweede lid verstreken termijn, binnen acht weken na die peildatum. Nadat de huurder heeft voldaan aan het eerste of tweede lid, beslist Onze Minister, indien de peildatum is gelegen voor het verstrijken van de in het eerste en tweede lid genoemde termijn, binnen acht weken na het verstrijken van die termijn.

Artikel 30ab

  • 1. Indien de gegevens, bedoeld in artikel 30aa, eerste lid, na het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 30aa, tweede lid, door de huurder worden ingediend, wordt geen huursubsidie toegekend voor de kalendermaand waarin de peildatum valt, de kalendermaand waarin die gegevens worden ingediend en de tussenliggende kalendermaanden.

  • 2. Artikel 30aa, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Onze Minister beslist binnen acht weken nadat de huurder de gegevens, bedoeld in het eerste lid, heeft ingediend.

L

Artikel 30b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt «huursubsidiebericht» telkenmale vervangen door: huursubsidiebericht of beperkt huursubsidiebericht.

2. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het beperkt huursubsidiebericht omvat uitsluitend de gegevens, verstrekt krachtens het eerste lid, onder a en b, en gegevens inzake het vermogen van de huurder en de medebewoners.

M

In artikel 30c wordt:

a. «artikel 30b, eerste lid,» vervangen door «artikel 30b, eerste lid, onder a en b,», en

b. na «gegevens» ingevoegd: ten behoeve van het huursubsidiebericht of het beperkt huursubsidiebericht.

N

In artikel 30d wordt:

a. «huursubsidieberichten» vervangen door «huursubsidieberichten of beperkte huursubsidieberichten», en

b. «de artikelen 30a, 30b en 30c» door: de artikelen 30a, 30aa, 30ab, 30b en 30c.

O

In artikel 31, derde lid, wordt «de huurder, bedoeld in artikel 30a, eerste lid,» vervangen door: de huurder, bedoeld in artikel 30a, eerste lid, met uitzondering van de huurder die het bedrag aan huursubsidie rechtstreeks ontvangt van Onze Minister.

P

In artikel 41, tweede lid, wordt «voortvloeiend uit de uitvoering van deze wet» vervangen door: bedoeld in artikel 42, eerste lid.

Q

Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Burgemeester en wethouders en de in de gemeente werkzame verhuurders dragen er aan bij dat de ontwikkeling van de uitgaven, voortvloeiend uit de uitvoering van deze wet, die ten goede komen aan de huurders van woningen, de huursubsidie-uitgavennorm landelijk niet overschrijdt.

2. In het tweede lid komt de eerste volzin te luiden: Burgemeester en wethouders en in die gemeente werkzame verhuurders, dan wel in die gemeente werkzame verhuurders onderling, kunnen afspraken maken omtrent het gezamenlijk voldoen aan de huursubsidie-uitgavennorm door de betrokken verhuurders.

R

Artikel 43 komt te luiden:

Artikel 43

  • 1. Als Onze Minister constateert dat over enig subsidiejaar de huursubsidie-uitgavennorm, bedoeld in artikel 41, eerste lid, landelijk wordt overschreden, stelt hij een nader onderzoek in, bij welke gemeenten deze overschrijding zich in het bijzonder heeft voorgedaan.

  • 2. Als Onze Minister constateert dat, in het geval, bedoeld in het eerste lid, in een gemeente over enig subsidiejaar de huursubsidie-uitgavennorm is overschreden, stelt hij een nader onderzoek in, bij welke verhuurders deze overschrijding zich in het bijzonder heeft voorgedaan. Bij dit onderzoek worden slechts de verhuurders betrokken die:

    a. op de eerste dag van het betrokken subsidiejaar in de betrokken gemeente 25 of meer woningen beheerden ten aanzien waarvan huursubsidie werd toegekend, en

    b. voorzover genoemd in een mededeling als bedoeld in artikel 42, tweede lid: als groep de huursubsidie-uitgavennorm overschrijden.

S

1. In artikel 44, eerste lid, wordt:

a. na «artikel 43,» ingevoegd: «tweede lid,» en

b. na «huursubsidie-uitgavennorm» ingevoegd: , bedoeld in artikel 41, eerste lid,.

T

In artikel 48 wordt «een aanvrager van huursubsidie en de medebewoners» vervangen door: een aanvrager van huursubsidie, een huurder aan wie een huursubsidiebericht of beperkt huursubsidiebericht wordt toegezonden en de medebewoners.

U

In artikel 49, eerste lid, wordt « onder c en d» vervangen door: onder d en e.

V

Artikel 56a wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «de aanvraag om toekenning van huursubsidie» vervangen door: de aanvraag om toekenning van huursubsidie, het huursubsidiebericht of het beperkt huursubsidiebericht.

2. Onder lettering van de onderdelen f tot en met h als g tot en met i wordt na onderdeel e een onderdeel ingevoegd, luidende:

f. voor de toepassing van artikel 26, tweede lid, voor «een daling van het vermogen na het peiljaar» gelezen: een daling van het vermogen na 1 januari 2000.

ARTIKEL II

  • 1. Indien de zending van beperkte huursubsidieberichten, bedoeld in artikel 30a, eerste lid, van de Huursubsidiewet, de zending van gegevens, bedoeld in artikel 30aa, eerste lid, van de Huursubsidiewet, het stellen van een termijn, bedoeld in artikel 30aa, tweede lid, van de Huursubsidiewet, of de verstrekking van gegevens ten behoeve van het opstellen van beperkte huursubsidieberichten, bedoeld in artikel 30b, eerste lid, van de Huursubsidiewet, plaatsvindt vóór de inwerkingtreding van deze wet, wordt die zending van beperkte huursubsidieberichten, die zending van gegevens, dat stellen van een termijn of die gegevensverstrekking aangemerkt als te hebben plaatsgevonden ingevolge het betrokken genoemde artikellid, zoals dit komt te luiden na inwerkingtreding van deze wet.

  • 2. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, zijn de artikelen 22a en 28 tot en met 30 van de Huursubsidiewet niet van toepassing.

ARTIKEL III

  • 1. Indien een eenpersoonshuishouden of een meerpersoonshuishouden als bedoeld in artikel 2, onderdelen a en b, van de Huursubsidiewet over de periode 1 juli 2001 tot en met 31 december 2001 recht heeft op huursubsidie, wordt het bedrag aan huursubsidie verhoogd met f 24 respectievelijk f 48. De verhoging wordt ineens uitbetaald door overmaking op een door dat huishouden opgegeven bank- of girorekening.

  • 2. Indien een eenpersoonshuishouden of meerpersoonshuishouden als bedoeld in artikel 2, onderdelen a en b, van de Huursubsidiewet over de periode 1 juli 2001 tot en met 31 december 2001 uitsluitend recht heeft op een bijzondere bijdrage in de huurlasten als bedoeld in artikel 26b, eerste lid, van de Huursubsidiewet, blijft artikel 21, eerste lid, onder e, van de Huursubsidiewet, zoals zij laatstelijk luidde vóór de inwerkingtreding van deze wet, in zoverre over die periode van toepassing.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2001. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2001, treedt deze wet in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 juli 2001.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 8 november 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

Uitgegeven de zevenentwintigste november 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1998, 462, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 september 2001, Stb. 481.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2000/2001, 2001/2002, 27 752.

Handelingen II 2000/2001, blz. 553.

Kamerstukken I 2001/2002, 27 752 (61, 61a).

Handelingen I 2001/2002, zie vergadering d.d. 6 november 2001.

Naar boven