Besluit van 5 november 2001 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele aanverwante wetten (indexering griffierechten bestuursrechtelijke wetten)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Justitie van 28 september 2001, nr. 5122961/01/6

Gelet op artikel 8:41, vijfde lid van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 27b, tweede lid, en artikel 29a, vijfde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 22, zesde lid, van de Beroepswet, artikel 24, zesde lid Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie, artikel 40, zesde lid, van de Wet op de Raad van State, artikel 7.67 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en artikel 1, derde lid van de Wet tarieven in burgerlijke zaken;

De Raad van State gehoord (advies van 25 oktober 2001, nr. Wo3.01 0511/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 30 oktober 2001, nr. 5129471/01/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 8:41, derde lid, Algemene wet bestuursrecht1, wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a wordt «f 60» vervangen door: f 64;

2. In onderdeel b wordt «f 225» vervangen door: f 241;

3. In onderdeel c wordt «f 450» vervangen door: f 481.

ARTIKEL II

Artikel 27b, eerste lid, Algemene wet inzake rijksbelastingen2 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a. wordt «f 60» vervangen door: f 64;

2. In onderdeel b. wordt «f 225» vervangen door: f 241;

3. In onderdeel c. wordt «f 450» vervangen door: f 481.

ARTIKEL III

Artikel 22 van de Beroepswet3 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

a. in onderdeel a wordt «f 170» vervangen door: f 182;

b. in onderdeel b wordt «f 340» vervangen door: f 364;

c. in onderdeel c wordt «f 675» vervangen door: f 722.

2. In het derde lid wordt «f 675» vervangen door: f 722.

ARTIKEL IV

Artikel 40 van de Wet op de Raad van State4 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

a. in onderdeel a wordt «f 340» vervangen door: f 364;

b. in onderdeel b wordt «f 675» vervangen door: f 722;

2. In het derde lid wordt «f 675» vervangen door: f 722.

ARTIKEL V

Artikel 46 van de Wet op de rechtsbijstand5 wordt gewijzigd als volgt:

a. in het tweede lid wordt «f 60» vervangen door: f 64.

b. in het derde lid wordt «f 170» vervangen door: f 182.

ARTIKEL VI

De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk6 onderzoek wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 7:67 wordt «f 60» vervangen door: f 64.

ARTIKEL VII

Indien het bij koninklijke boodschap van 10 mei 1999 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele aanverwante wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Algemene wet bestuursrecht (Eerste evaluatiewet Awb) (Kamerstukken II 1998–1999, 26 523), nadat het tot wet is verheven, in werking treedt en indien het bij koninklijke boodschap van 25 oktober 2001 ingediende voorstel van wet tot Aanpassing van wetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Veegwet euro) in werking treedt:

a. wordt artikel 24 van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

a. in onderdeel a. wordt «€ 154» vervangen door: € 165;

b. in onderdeel b. wordt «€ 306» vervangen door: € 327.

2. In het derde lid wordt « € 306» vervangen door: € 327.

b. wordt artikel 29a van de Algemene wet inzake de rijksbelastingen gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

a. in onderdeel a. wordt « € 77» vervangen door: € 82;

b. in onderdeel b. wordt « € 154» vervangen door: € 165;

c. in onderdeel c. wordt « € 306» vervangen door: € 327.

2. In het derde lid wordt « € 306» vervangen door: € 327.

ARTIKEL VIII

In de Wet tarieven in burgerlijke zaken7 wordt artikel 2, tweede lid als volgt gewijzigd:

1. in onderdeel e. wordt «f 400» vervangen door: f 427

2. in onderdeel f. wordt «f 400» telkens vervangen door: f 427

ARTIKEL IX

Ten aanzien van rechten die verschuldigd zijn geworden voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit blijft het recht zoals het voor die datum gold, van toepassing

ARTIKEL X

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2001.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 5 november 2001

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de vijftiende november 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit strekt ertoe de griffierechten in de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Beroepswet, de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie, de Wet op de Raad van State, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet op de rechtsbijstand te verhogen met het percentage waarmee het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie vanaf 1 maart 1997 tot en met 31 december 2000 is gestegen. Bij brief van 28 december jl. (Kamerstukken II 2000–2001, 26 352, nr. 35) is een indexering aangekondigd van de griffierechten in civiele en handelszaken. De indexering vindt plaats over dezelfde periode en met hetzelfde percentage. De indexering van griffierechten in civiele en handelszaken wordt in een apart besluit geregeld.

Ingevolge de artikelen 8:41, vijfde lid Awb, 27b, tweede lid, 29a, vijfde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, 22, zesde lid, van de Beroepswet, 24, zesde lid van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie, 40, zesde lid van de Wet op de Raad van State en 7:67, Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek kunnen de griffierechten zoals vermeld in voornoemde artikelen worden gewijzigd, indien het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie daartoe aanleiding geeft.

De griffierechten in de Awb, Beroepswet en de Wet op de Raad van State zijn naar aanleiding van het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie voor de laatste maal gewijzigd bij KB van 28-2-1997, Stb. 112. Het griffierecht in artikel 7:67, Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek is gewijzigd bij KB van 18-09-1997, Stb. 421. Nadien zijn de griffierechten in voornoemde wetten generiek verhoogd bij de Wet van 24 december 1998 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Beroepswet, de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet op de Raad van State, de Wet op de Studiefinanciering en de Wet tarieven in burgerlijke zaken ter verhoging van de opbrengst van de griffierechten (verhoging van de opbrengst van griffierechten) (Stb. 744). Deze wijziging vond echter plaats op andere gronden dan naar aanleiding van het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie. Derhalve is er aanleiding bij de verhoging van de griffierechten rekening te houden met de ontwikkeling van het prijsindexcijfer vanaf de inwerkingtreding van het hiervoor genoemde Besluit van 28 februari 1997.

Volgens berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedragen de consumentenprijsindexcijfers totalen (alle huishoudens, afgeleid), 1995 = 100, voor maart 1997 102,8, voor januari 1999 105,3 en voor december 2000 110,2. Over de periode maart 1997–januari 1999 is de bedoelde index derhalve met 2,4% gestegen, over de periode januari 1999–december 2000 met 4,65%. De totale stijging over beide perioden beliep 7,20%. Met deze stijging van het prijsindexcijfer wordt in het besluit aldus rekening gehouden dat elk bedrag aan griffierecht wordt verhoogd met een bedrag dat de som is van de volgende twee componenten:

2,4% van het bedrag dat het desbetreffende griffierecht tussen 14 maart 1997 en 15 januari 1999 heeft belopen; 4,65% van het bedrag dat het desbetreffende griffierecht sinds 15 januari 1999 heeft belopen.

Artikel 46 van de Wet op de rechtsbijstand kent in het artikel zelf geen indexeringsbepaling. Indexering van de bedragen in het tweede en derde lid is echter wel mogelijk. In het tweede lid wordt bepaald dat er wordt afgeweken van artikel 8:41, derde lid, onder b en c, van de Algemene wet bestuursrecht. Er wordt echter niet afgeweken van het vijfde lid van artikel 8:41 Awb, zodat indexering van het bedrag in het tweede lid van artikel 46 Wet op de rechtsbijstand mogelijk is. In het derde lid wordt bepaald dat er wordt afgeweken van artikel 40, tweede lid, onder a en b, van de Wet op de Raad van State. Er wordt echter niet afgeweken van het zesde lid van artikel 40 Wet op de Raad van State, zodat indexering van het bedrag in het derde lid van artikel 46 Wet op de Rechtsbijstand mogelijk is.

In artikel 24 Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie (Wbbo) is een regeling opgenomen over het griffierecht bij hoger beroep. De aldaar genoemde bedragen (f 300 en f 600) kwamen overeen met de bedragen die ook golden voor hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Centrale Raad van Beroep. Laatstgenoemde bedragen zijn inmiddels verhoogd, door indexering en door een incidentele verhoging ingevolge de wet van 24 december 1998, Stb. 744 (verhoging van de opbrengst van griffierechten). Deze indexering en verhoging zijn echter per abuis nog niet doorgevoerd in artikel 24 Wbbo. De verhoging is wel doorgevoerd in artikel 27b Algemene wet inzake Rijksbelastingen (Awr), maar per abuis niet in artikel 29a Awr. Via het wetsvoorstel Eerste evaluatiewet Awb ( Kamerstukken I, 26 523, nr. 151) wordt dit hersteld.

In artikel VII is een bepaling opgenomen waarmee wordt voorkomen dat de artikelen 24 Wbbo en 29a Awr opnieuw uit de maat zullen lopen in vergelijking met de griffierechten die, na de indexering tengevolge van dit besluit, voor andere bestuursrechtelijke zaken zullen gelden. Om te voorkomen dat de rechtzoekende en de griffie worden geconfronteerd met twee verhogingen van de griffierechten kort na elkaar, vindt de huidige indexatie van de griffierechten in de artikelen 24 Wbbo en 29a Awr pas plaats wanneer de Eerste evaluatiewet Awb in werking is getreden. Aangezien de Eerste evaluatiewet naar verwachting na 1 januari 2002 in werking zal treden, luiden de bedragen in artikel VII in euro's.

In het besluit van 26 september 2001 tot wijziging van de Wet tarieven in burgerlijke zaken (indexering civiele griffierechten) (Stb. 2001, 455) zijn per abuis een drietal civiele griffierechten niet geïndexeerd. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om deze omissie in dit besluit te herstellen. Voor een nadere toelichting op de wijze waarop de indexering van de civiele griffierechten heeft plaatsgevonden wordt hierbij verwezen naar het besluit van 26 september 2001 tot wijziging van de Wet tarieven in burgerlijke zaken. De Raad van State kan zich met het besluit verenigen.

Per 1 januari 2002 zal in Nederland de euro de gulden gaan vervangen. De bedragen in dit besluit zijn (met uitzondering van de bedragen in artikel VII) vermeld in guldens, aangezien het de verwachting is dat dit besluit nog voor 1 januari 2002 in werking zal treden. Het kabinet heeft besloten dat het wenselijk is de guldenbedragen in de formele wetten om te zetten in eurobedragen. Het daartoe strekkende wetsvoorstel is op 1 november 2001 in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2001, 481). De bedragen zoals deze na in werkingtreden van dit besluit in de wet komen te luiden, kunnen niet meer in dit wetsvoorstel worden meegenomen. Er volgt echter nog een veegwet waarin de guldenbedragen die niet konden worden meegenomen in het wetsvoorstel, worden omgezet in euro's. Om een beeld te geven hoe de griffierechten per 1 januari 2002 in euro's zullen luiden, is hierna een tabel opgenomen. Alle bedragen in euro's in onderstaande tabel zijn naar beneden afgerond.

wetartikellidonderdeelbedrag in guldensbedrag in euro's
Algemene wet bestuursrecht8:413af  64€  29
Algemene wet bestuursrecht8:413bf 241€ 109
Algemene wet bestuursrecht8:413cf 481€ 218
Beroepswet222af 182€  82
Beroepswet222bf 364€ 165
Beroepswet222cf 722€ 327
Beroepswet223 f 722€ 327
Algemene wet inzake rijksbelastingen27b1af  64€  29
Algemene wet inzake rijksbelastingen27b1bf 241€ 109
Algemene wet inzake rijksbelastingen27b1cf 481€ 218
Algemene wet inzake rijksbelastingen*29a2af 160€  72
Algemene wet inzake rijksbelastingen*29a2bf 315€ 142
Algemene wet inzake rijksbelastingen*29a2cf 630€ 285
Algemene wet inzake rijksbelastingen*29a3 f 630€ 285
Wet op de Raad van State402af 364€ 165
Wet op de Raad van State402bf 722€ 327
Wet op de Raad van State402cf 722€ 327
Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie*242af 300€ 136
Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie*242bf 600€ 272
Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie*243 f 600€ 272
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek7:67  f  64€  29
Wet op de rechtsbijstand462 f  64€  29
Wet op de rechtsbijstand463 f 182€  82

* Na inwerkingtreding Eerste evaluatiewet Awb worden deze bedragen verhoogd en geïndexeerd.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1998, 1, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 september 2001, Stb. 481.

XNoot
2

Stb. 1959, 301, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 oktober 2001, Stb. 491.

XNoot
3

Stb. 1994, 3, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 september 2001, Stb. 481.

XNoot
4

Stb. 1994, 2, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 september 2001, Stb. 481.

XNoot
5

Stb. 1993, 775, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 september 2001, Stb. 481.

XNoot
6

Stb. 2000, 11, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 september 2001, Stb. 481.

XNoot
7

Stb. 1844, 39, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 september 2001, Stb. 481.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Justitie.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 11 december 2001, nr. 240.

Naar boven