Wet van 1 november 2001, houdende regels inzake de vervanging van verloren of verminkte akten van de burgerlijke stand

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regels te stellen ter vervanging van de Wet van 28 december 1935, houdende voorschriften inzake vervanging van verloren of verminkte registers van de burgerlijke stand (Stb. 797);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Aan artikel 18c van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek1 worden een derde, een vierde, een vijfde en een zesde lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Wanneer akten van de burgerlijke stand verloren zijn gegaan of verminkt zijn, wordt ter vervanging van deze akten van de dubbelen van de akten een afschrift gemaakt door een of meer door Onze Minister van Justitie aan te wijzen Centrale Bewaarplaatsen waar de dubbelen bewaard worden. De afschriften treden in de plaats van de verloren gegane of verminkte akten.

  • 4. Er wordt een lijst opgesteld van de akten die vervangen worden, die in de Staatscourant wordt gepubliceerd.

  • 5. De kosten voor de vervanging van akten van de burgerlijke stand komen ten laste van de Staat, tenzij het de vervanging van akten betreft die bewaard worden door een gemeente. In het laatstgenoemde geval komen de kosten van vervanging voor rekening van de gemeente.

  • 6. Onze Minister van Justitie kan nadere regels stellen omtrent de wijze waarop de vervanging van de akten dient te worden uitgevoerd.

ARTIKEL II

De Wet van 28 december 1935, Stb. 797, houdende voorschriften, inzake vervanging van verloren of verminkte registers van de burgerlijke stand wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 1 november 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Justitie,

N. A. Kalsbeek

Uitgegeven de dertiende november 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 september 2001, Stb. 481.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2000/2001, 27 733.

Handelingen II 2001/2002, blz. 215.

Kamerstukken I 2001/2002, 27 733 (65).

Handelingen I 2001/2002, zie vergadering d.d. 30 oktober 2001.

Naar boven