Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatsblad 2001, 524 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatsblad 2001, 524 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 19 oktober 2001, nr. WJZ/2001/40017(8084), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;
Gelet op artikel 4 van de Archiefwet 1995;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Besluit van 28 juli 1979, houdende een nieuwe regeling betreffende het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, wordt ingetrokken.
De archiefbescheiden in de zin van de Archiefwet 1995 van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie worden overgedragen aan de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen ten behoeve van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, voor zover die bescheiden niet zijn overgedragen aan de algemene rijksarchiefbewaarplaats ingevolge de artikelen 12 of 13 van die wet.
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad wordt geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
L. M. L. H. A. Hermans
Uitgegeven de achtste november 2001
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
Met ingang van 1 januari 1999 is het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD) ondergebracht bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Het RIOD is daarmee een KNAW-instituut geworden. Na de overgang naar de KNAW bestaat het RIOD voort onder de naam Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie. Het personeel van het RIOD is overgegaan naar en in dienst getreden van de KNAW.
Het RIOD is op 8 mei 1945 opgericht om de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog vast te leggen en te beschrijven. Hiertoe is aan dr. L. de Jong opdracht gegeven tot het schrijven van het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Hoewel deze beschrijving van de Tweede Wereldoorlog inmiddels voltooid is, wordt aan het huidige instituut nog steeds groot belang gehecht. Dat belang is vooral gelegen in de wetenschappelijke, documentaire en maatschappelijke functie, die het instituut in Nederland vervult.
In september 1996 heeft de toenmalige Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een commissie onder leiding van prof.dr. E.H. Kossmann ingesteld die tot taak had advies uit te brengen over de toekomst van het RIOD.
Naar aanleiding van het advies van de commissie is onder meer besloten het RIOD onder te brengen bij een overkoepelende organisatie. Na intensieve onderhandelingen is met de KNAW overeengekomen dat het RIOD als een instituut van de KNAW zal blijven voortbestaan.
De KNAW is werkzaam op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek. Zij bevordert de uitwisseling van gedachten en informatie tussen haar leden onderling en tussen deze leden en andere wetenschapsbeoefenaren en wetenschappelijke organisaties. Zij adviseert de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over aangelegenheden op het gebied van de wetenschapsbeoefening en zij bevordert de wetenschapsbeoefening door werkzaamheden op dat gebied te verrichten of te doen verrichten.
De KNAW fungeert voorts als koepelorganisatie voor overwegend fundamenteel-wetenschappelijke onderzoekinstituten en informatieverzorgende instituten. De Akademie voert het beleid en het financieel, personeel en materieel beheer voor deze instituten. Elk instituut heeft een wetenschapscommissie samengesteld uit wetenschappelijke deskundigen op het werkgebied van het instituut. Een wetenschapscommissie adviseert de instituutsdirecteur en het desbetreffende koepelbestuur over het werkprogramma en de bewaking van de wetenschappelijke kwaliteit. Elk instituut wordt eens per 5 jaar onderworpen aan een kwaliteitsbeoordeling door een internationaal samengestelde evaluatiecommissie.
Over het voornemen om het RIOD onder te brengen bij de KNAW en de personele consequenties daarvan is overleg gevoerd met de Centrales van overheidspersoneel, die unaniem met dit voornemen hebben ingestemd.
Omdat het RIOD heeft opgehouden te bestaan als rijksinstituut dient de regeling waarop het bestaan van het RIOD was gebaseerd te vervallen.
Het onderhavige besluit voorziet daarin door het Besluit van 28 juli 1979, Stb. 426, houdende een nieuwe regeling betreffende het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie in te trekken. Daarmee vervalt ook de op artikel 9 van dat besluit gebaseerde Regeling van de Minister van Onderwijs en Wetenschappen van 4 augustus 1979, houdende vaststelling van een Reglement voor het RIOD. Dat deze (formele) intrekking plaats vindt bijna twee jaar na de onderbrenging van het RIOD als NIOD bij de KNAW komt omdat daarmee is gewacht totdat die onderbrenging ook wat betreft de details helemaal was geregeld. Met name was daarvoor de totstandkoming van de hierna te noemen beheersovereenkomst nodig.
Dit besluit heeft voorts de strekking te voldoen aan het in artikel 4 van de Archiefwet 1995 gestelde voorschrift, inhoudende dat de regeling waarbij overheidsorganen worden opgeheven, samengevoegd of gesplitst een voorziening inhoudt omtrent hun archiefbescheiden. In artikel 2 van dit besluit wordt daartoe bepaald dat de eigen archiefbescheiden van het RIOD – dat wil zeggen de archiefbescheiden die het RIOD als archiefvormend onderdeel van de rijksoverheid zelf heeft opgemaakt – worden overgedragen aan de KNAW, voorzover die bescheiden ten tijde van de overgang niet voor vernietiging in aanmerking kwamen en nog niet ouder zijn dan twintig jaar.
De eigen archiefbescheiden die ouder zijn dan twintig jaar worden ingevolge de bepalingen van de Archiefwet 1995 overgedragen aan de algemene rijksarchiefbewaarplaats. Ten behoeve van die overdracht zijn reeds eerder afspraken gemaakt tussen de rijksarchiefdienst en het RIOD. Soortgelijke afspraken zijn door de rijksarchiefdienst ook met de KNAW gemaakt.
Deze afspraken hebben tevens betrekking op de archiefbescheiden die het RIOD ingevolge zijn taakopdracht, zoals neergelegd in artikel 3 van het Besluit van 28 juli 1979, in de loop der tijd heeft verzameld, bewaard en geordend. Het gaat daarbij om documenten die nog veelvuldig door het nieuwe instituut zullen worden geraadpleegd en die deswege bij hem in gebruik zullen kunnen blijven. Uitgangspunt is evenwel dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, in voorkomende gevallen in overeenstemming met de Minister van Justitie, van Financiën dan wel van Defensie, belast blijft met de zorg daarvoor. Gezien het bijzondere karakter van deze archiefbescheiden – veelal unieke en zeer waardevolle documenten waarvan een deel bovendien ten behoeve van te verrichten wetenschappelijk onderzoek slechts aan het RIOD in gebruik is gegeven of waarvan de eigendom onder bepaalde voorwaarden aan de Staat is vermaakt – worden zij aan de KNAW niet in eigendom overgedragen maar in beheer gegeven. Met het oog daarop is met de KNAW een beheersovereenkomst aangegaan.
Voor zover het daarbij om archiefbescheiden in de zin van de Archiefwet 1995 gaat, zijn overigens de bepalingen van die wet gewoon van toepassing.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
L. M. L. H. A. Hermans
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2001-524.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.