Besluit van 26 oktober 2001, houdende de vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikelen van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 22 oktober 2001, nr. DGL/01421067, Directoraat-Generaal Luchtvaart;

Gelet op artikel 42 van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. Voor zover de artikelen en onderdelen van artikelen van het Besluit bewijzen van bevoegdheid van de luchtvaart nog niet in werking zijn getreden, treden zij in werking met ingang van 1 november 2001 en werken terug tot en met 1 oktober 2001.

  • 2. Voor zover de artikelen en onderdelen van artikelen van het Besluit bewijzen van bevoegdheid van de luchtvaart uitsluitend in werking zijn getreden met betrekking tot de categorie vliegtuigen, treden zij met betrekking tot de overige categorieën luchtvaartuigen in werking met ingang van 1 november 2001 en werken terug tot en met 1 oktober 2001.

  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op de artikelen 17, onderdeel d, 18, derde lid, 19, onderdeel d, 21, tweede lid, 22, tweede lid, 23, derde lid, 25, vijfde lid, en 27.

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 26 oktober 2001

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Uitgegeven de zesde november 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

TOELICHTING

Het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart, besluit van 28 juli 1999, Stb. 246, is overeenkomstig het Besluit van 23 september 1999, Stb. 409, met ingang van 1 oktober 1999 deels in werking getreden, deels slechts in werking getreden met betrekking tot de categorie vliegtuigen en deels nog niet in werking getreden.

Daarnaast is het besluit van 19 september 2000, Stb. 423, tot wijziging van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart deels – al dan niet slechts met betrekking tot de categorie vliegtuigen – met ingang van 20 oktober 2000 in werking getreden, deels met ingang van 20 oktober 2000 in werking getreden met terugwerkende kracht tot en met 1 oktober 1999 en deels nog niet in werking getreden.

Dit besluit voorziet er in de bepalingen welke nog niet in werking zijn getreden, zulks met uitzondering van de bepalingen ten aanzien van de luchtvaartterreininformatieverstrekker, in werking te doen treden met ingang van 1 november 2001 met terugwerkende kracht tot 1 oktober 2001. Dit besluit voorziet er eveneens in de bepalingen, die slechts in werking zijn getreden met betrekking tot de categorie vliegtuigen, voor de overige categorieën luchtvaartuigen in werking te doen treden met ingang van 1 november 2001 met terugwerkende kracht tot 1 oktober 2001.

De reden van de terugwerkende kracht is gelegen in het feit dat de wijziging van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart vanwege het niet tijdig gereedkomen van de benodigde regelingen die op basis van dit Besluit zullen worden vastgesteld, terugwerkende kracht heeft gekregen. Door voor het inwerkingtreden van de bovengenoemde artikelen overeenkomstig de wijziging van het besluit gebruik te maken van terugwerkende kracht, wordt dit op elkaar afgestemd.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Naar boven