Besluit van 28 augustus 2001, houdende aanwijzing
van instellingen die in hun administratie en bij gegevensverstrekking ter
uitvoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten het sociaal-fiscaalnummer
van verzekerden gebruiken
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport van 13 juli 2001, Z/VU-2197773;
Gelet op artikel 40a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
De Raad van State gehoord (advies van 26 juli 2001, no. W 13.01.0326/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport van 23 augustus 2001, Z/VU-2208243;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
1. Op grond van artikel 40a, derde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
zijn de volgende instellingen aangewezen:
a. de instellingen als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, en artikel 16
van het Bijdragebesluit zorg;
b. de verzorgingshuizen als bedoeld in artikel 16 van het Besluit zorgaanspraken
bijzondere ziektekostenverzekering;
c. het centraal administratiekantoor, bedoeld in artikel 1, onderdeel
b, en de verbindingskantoren, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Administratiebesluit
Bijzondere Ziektekostenverzekering.
2. De in het eerste lid aangewezen instellingen gebruiken het sociaal-fiscaalnummer
slechts voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de Algemene
Wet Bijzondere Ziektekosten.
Artikel 2
Artikel 22 van het Bijdragebesluit zorg1 vervalt.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2001. Indien het
Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 juli
2001, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met
1 augustus 2001.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 28 augustus 2001
Beatrix
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. M. Vliegenthart
Uitgegeven de elfde september 2001
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
NOTA VAN TOELICHTING
Op 1 augustus 2001 treedt artikel I van de wet van 21 december 2000 tot
wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met de invoering
van het gebruik van het sociaal-fiscaalnummer in die wet alsmede enkele wijzigingen
van de Ziekenfondswet en enige andere wetten (Stb. 2001, 50) in werking. Dit
artikel voegt een nieuw artikel, artikel 40a, aan de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten (AWBZ) toe, krachtens welk de uitvoeringsorganen in de zin van
de AWBZ verplicht zijn het sociaal-fiscaalnummer van de verzekerden in hun
administratie op te nemen. Ook dienen deze uitvoeringsorganen en de in de
artikelen 56 en 57 van de AWBZ genoemde personen en organen, voor zover zij
daartoe bevoegd zijn, op grond van artikel 40a van de AWBZ bij het verstrekken
van gegevens het sociaal-fiscaalnummer te gebruiken. Het derde lid van artikel
40a AWBZ bepaalt dat het voorgaande van overeenkomstige toepassing is op bij
algemene maatregel van bestuur (amvb) aan te wijzen personen en instellingen.
Het onderhavige besluit wijst dergelijke instellingen aan.
Overeenkomstig hetgeen reeds is aangekondigd in de memorie van toelichting
bij het wetsontwerp dat heeft geleid tot eerdergenoemde wet van 21 december
2000 (Kamerstukken II 1999/2000, 27 253, nr. 3) zijn die instellingen aangewezen,
die tot de inwerkingtreding van het onderhavige besluit op grond van artikel
22 van het Bijdragebesluit zorg waren aangewezen, althans voor zover deze
niet reeds in artikel 40a AWBZ zelve zijn opgenomen. Voorts stonden provincies
in artikel 22, eerste lid, onderdeel g, van het Bijdragebesluit zorg vermeld
vanwege taken die zij hadden op basis van de Overgangswet verzorgingshuizen.
De zorg door verzorgingshuizen is met ingang van 1 januari 2001 AWBZ-aanspraak
geworden. Daarmee is de rol van de provincies vervallen. Deze zijn met dit
besluit dus niet aangewezen. Verder zijn de regionale contactkantoren –
die opgenomen waren in artikel 22, eerste lid, onderdeel d, van het Bijdragebesluit
zorg – niet meer apart in het onderhavige besluit aangewezen. De reden
daarvan is dat deze contactkantoren slechts ziekenfondsen of verbindingskantoren
kunnen zijn, die reeds bevoegd zijn tot gebruik van het sociaal-fiscaalnummer:
ziekenfondsen op grond van artikel 40a AWBZ, en verbindingskantoren op grond
van artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van voorliggend besluit. Gezien het
vorenstaande kon artikel 22 van het Bijdragebesluit zorg komen te vervallen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. M. Vliegenthart
XNoot
1Stb. 1996, 486, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 5 juli 2001, Stb.
341.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van
State, omdat het zonder meer instemmend luidt.